De edelmetalen, samen met de niet-edelmetalen koper, renium en kwik geordend volgens hun plaatsen in hetperiodiek systeem
Eenedelmetaal is eenmetaal dat bestand is tegencorrosie enoxidatie. Om deze reden worden edelmetalen voorsieraden gebruikt.
Voorbeelden van een edelmetaal zijngoud enplatina. Deze blijven er altijd even mooi uitzien. Iets minder edel is bijvoorbeeldzilver, dat na verloop van tijd zwart wordt, maar met even poetsen weer mooi te krijgen is. Nog wat onedeler iskoper, dat slaat op den duur groen uit.IJzer is nog onedeler, dat verroest helemaal. Toch is dat laatste niet allesbepalend: neem bijvoorbeeldzink, dat weer en wind trotseert als bijvoorbeeld dakgoot. Dit is toch meer onedel dan ijzer.
InNederland worden de voor de handel bestemde siervoorwerpen, sieraden en tafelgerei van platina, goud en zilver van eenjaarletter en eengehalteteken voorzien.
Edelmetalen werden gebruikt alsruilmiddel: ze waren zo gewild dat wie goud of zilver had, deze metalen voor vrijwel alles kon ruilen. Ook waren de metalen zeldzaam (maar niet té zeldzaam), raakten ze niet snel aangetast en hadden ze een redelijk stabiele waarde. Hierdoor konden de metalen alsgeld gebruikt worden. Ook later, na de introductie van papiergeld, werden veel valuta gerelateerd aan de waarde van goud of zilver (gouden standaard,zilveren standaard,dubbele standaard).
Chemisch beziet men het als volgt: een onedeler metaal kan uit een oplossing van een edeler metaal, dat edelere metaal 'verdringen', dat wil zeggen dat het onedelere metaal inoplossing gaat en het edelere metaal uit de oplossing wordt neergeslagen. Bijvoorbeeld een ijzeren spijker in een oplossing met koper laat de spijker verkoperen: het ijzer neemt de plaats van het koper in de oplossing in en het koper komt op de spijker terecht. Alle metalen kunnen op deze manier in een volgorde gezet worden die despanningsreeks der metalen genoemd wordt, met aan de ene kant het meest edele en aan de andere kant het meest onedele metaal.
Tegenwoordig spreekt men in de vakliteratuur niet meer vanedel enonedel, maar van respectievelijkzwakke ensterke reductoren. De metaalionen die na de reductie gevormd zijn worden degeconjugeerde oxidatoren ('die hun afgestane elektron(en) terugwillen') genoemd, en zijn in die hoedanigheid ook weer van sterk naar zwak in te delen; zie ook het artikel 'redoxreactie'. De edelmetalen goud en platina willen niet graag een elektron afstaan om in oplossing te gaan of om eenzout te vormen: het zijn zwakke reductoren. De zeer onedele metalennatrium enkalium willen dat juist heel graag en zijn dus erg sterke reductoren. Een blokje natrium zal uit zichzelf al met het vocht in de lucht reageren en wanneer men het in het water gooit volgt een heftigechemische reactie. Hieruit volgt ook logisch dat naarmate een metaal edeler is, de kans toeneemt dit metaal (bijvoorbeeld goud) als 'gedegen' (enkelvoudige stof) in zijnerts aan te treffen. Een onedel metaal alskalium daarentegen komt door zijn grote reactiviteit in denatuur uitsluitend voor alssamengestelde stof, bijvoorbeeld alspotas, hetzout van kalium encarbonaat. Sommige edelmetalen kunnen wel worden aangetast door zeerreactieve stoffen, zoalskoningswater.