DeENCI-groeve is eenkalksteengroeve aan deMaaszijde van deSint-Pietersberg (onderdeel van hetPlateau van Caestert) in deNederlandse gemeenteMaastricht.Dagbouwwinning vankalksteen ("mergel") begon hier in 1926 met de oprichting van deEerste Nederlandse Cement Industrie (ENCI). Kalksteen is een belangrijke grondstof voor decementproductie. De mergelwinning werd op 1 juli 2018 definitief stopgezet.
Enkele kilometers zuidelijker in België bevinden zich nog twee groeves van de CBR, te weten deGroeve Romontbos en deGroeve CBR, die beide kalksteen leveren aan de cementfabriekCBR Lixhe.
Al vanouds vond in het gebied ondergrondse kalksteenwinning plaats in zogenaamde "mergelgroeven". Veel Maastrichtse kerken en andere gebouwen zijn gebouwd met "mergel" uit de Sint-Pietersberg. Als gevolg van de grootschaligedagbouwexploitatie vankrijtgesteente in de 20e eeuw is een groot deel (90%) van het ca 150hectare (ha) grote ondergrondse gangenstelsel verdwenen. Overgebleven zijn:
De toekomstplannen van ENCI zijn vastgelegd in het 'Plan van Transformatie ENCI-gebied'. Hierover is in 2009 overeenstemming bereikt tussen ENCI, Natuurmonumenten (toekomstig eigenaar groeve), de provincie Limburg, de gemeente Maastricht en de stichting Sint-Pietersberg Adembenemend. Dit plan richt zich op de bestemming en inrichting van de kalksteengroeve, de overgangszone, het huidige en toekomstige bedrijventerrein en de kade. De commerciële mergelwinning door ENCI stopte volgens plan op 1 juli 2018. De ovens voor de klinkerproductie, het halffabricaat voor de cementbereiding, doofden op 29 maart 2019. ENCI voerde de klinker daarna van elders aan en zal volgens plan tot 2020 cement blijven produceren in Maastricht.
Essentieel onderdeel van het Plan van Transformatie is het vestigen van externe bedrijven op het 33 ha grote fabrieksterrein. Het unieke terrein voor watergebonden industrie wordt omgevormd tot een multi-user bedrijvenpark met een verscheidenheid aan bedrijven. ENCI zocht specifiek naar innovatieve bedrijven gericht op 'Het Nieuwe Bouwen' en de 'GroeneMaakindustrie'. Het bedrijf Inashco dat sinds 2013 op het ENCI-terrein is gevestigd, is daarvan een goed voorbeeld. De overgangszone ligt tussen de groeve en het bedrijfsterrein en richt zich in de toekomst op recreatie/wellness, horeca en creatieve bedrijvigheid. De Stichting Ontwikkelingsmaatschappij ENCI-gebied nam vanaf 2016 de ontwikkeling hiervan voor haar rekening.
Aan de zuidzijde van de groeve is in 2010 een fiets- en mountainbikepad geopend, nadat hier al eerder nieuwe wandelpaden waren aangelegd. Vanaf dat jaar stond de mergelwinning door ENCI mede in het teken van het Plan van Transformatie. De 135 hectare grote groeve is omgevormd tot een natuurgebied met diverse vormen van recreatie. Er is een grote, natuurlijk ogende groeve gerealiseerd met diverse kalkterrassen en steilwanden, kalkhellingen en een centrale waterplas. Voor wandelaars zijn voorzieningen aangelegd in de vorm van wandelpaden, beklimbare hellingen, een spectaculaire, 108 treden tellende trap met uitzichtplatform, een horecapaviljoen en parkeervoorzieningen. Het uitzichtplatform werd in oktober 2015 opengesteld voor het publiek.[3]
Op 12 april 2017 werd de groeve (gedeeltelijk) opengesteld voor het publiek en werd ook de trap (vanaf het uitzichtplatform de groeve in) opengesteld.[4] In zeven weken tijd bezochten 90.000 mensen de groeve, waarbij met name het strand bij de waterplas populair bleek. Op 2 juni besloot Natuurmonumenten de groeve voor onbepaalde tijd te sluiten vanwege de overlast (parkeerproblemen, zwerfvuil, vandalisme en alcohol- en drugsmisbruik) en de te grote druk op de natuur.[5] Van het geplande bedrijvenpark is anno 2020 nog weinig terechtgekomen, onder andere door de veranderde regelgeving in verband met destikstofproblematiek. Initiatieven voor een crematorium, een museum en andere vormen van wellness en toerisme zijn om uiteenlopende redenen afgeketst. HeidelbergCement, het moederbedrijf van ENCI, beëindigde in augustus 2020 haar activiteiten in Maastricht. Op dat moment was er nog geen definitief inrichtings- en beheerplan voor de groeve, omdat de vier voornaamste partijen in het Plan van Transformatie (gemeente, provincie, ENCI en Natuurmonumenten) het niet eens konden worden over de gewenste inrichting en de kosten van het beheer.[2]
Het ENCI-gebied werd in 2022 voor 8,1 miljoen euro gekocht door de Brabantse projectontwikkelaar Limburg Real Estate. In hetzelfde jaar verscheen een uitgebreide cultuurhistorische verkenning met toekomstgerichte aanbevelingen van het onderzoeksbureau Crimson Historians & Urbanists.[6] Het Delftse architectenbureauMecanoo vanFrancine Houben kreeg opdracht concrete plannen te maken voor het gebied, samen met het Amsterdamse bureau Rademacher de Vries Architects, die de eerdergenoemde trap ontwierpen. Men besloot af te zien van een allesomvattend masterplan, om zo ruimte te laten voor toekomstige ontwikkelingen. Het 33 hectare grote fabrieksterrein werd opgedeeld in zeven gebieden, die elk een eigen karakter zullen hebben. Toekomstige functies kunnen zijn: innovatieve en creatieve bedrijvigheid, studentenhuisvesting, recreatie en natuurontwikkeling.[7] In verband met de sterk uiteenlopende opvattingen over de toekomstige inrichting van de centrale allee en de 180 meter lange cementoven, werd besloten te beginnen met een kleiner project: de herbestemming van de zogenaamde Slakkenhal (Piet Dingemans, 1960) tot museum.[8]
De groeve isgeologisch gezien interessant met gesteenten die gevormd zijn in het naar Maastricht genoemde tijdvakMaastrichtien, aan het eind van hetKrijttijdperk. De hier aangetroffen gesteenten staan bekend als deFormatie van Maastricht en bestaan grotendeels uitkalksteen ("Limburgse mergel"), afgewisseld metvuursteenknollen. DeNederlandse Geologische Vereniging, afdeling Limburg organiseert regelmatig geologische excursies naar de kalksteengroeve. Onder de hoeve Lichtenberg bevindt zich hetGeologisch monument Typelocatie Maastrichtien.
Op het gebied van depaleontologie geniet de groeve grote bekendheid vanwege defossielen uit hetKrijt, die hier veelvuldig voorkomen. Al in de 18e eeuw werd hier de schedel van eenMosasaurus of Maashagedis gevonden, aanvankelijk aangeduid als "krokodil" of "grand animal de Maestricht", een fossiel dat zich thans in deGalerie de paléontologie et d'anatomie comparée in Parijs bevindt. Ook hetMuseum voor Natuurwetenschappen in Brussel en hetTeylers Museum in Haarlem bezitten fossielen van Maastrichtse mosasaurussen. In hetNatuurhistorisch Museum Maastricht is een reconstructie van het complete skelet van deze mosasaurus te zien. In 1998 werden in de groeve de kaak en botten van eenPrognathodon saturator aangetroffen, een uitgestorven reuzehagedis die verwant is aan de mosasaurus. Het fossiel kreeg in Maastricht bekendheid onder de naamBèr, naar de vinder. In 2012 en 2015 werden opnieuw delen van skeletten van maashagedissen aangetroffen, respectievelijkCarlo enLars gedoopt. In het Natuurhistorisch Museum Maastricht bevindt zich een uitgebreide verzameling fossielen, waarvan een aanzienlijk deel afkomstig is uit de ENCI-groeve.
De ENCI-groeve grenst aan hetHabitatrichtlijngebied "Sint-Pietersberg en Jekerdal", dat onderdeel is van hetNatura 2000-gebiedGrensmaas. Op delen van het plateau van de Sint-Pietersberg zijn voor Nederland zeldzamekalkgraslanden gerealiseerd. Aan de zuidzijde van de ENCI-groeve ligt de heuvelD'n Observant. Deze beboste heuvel is door ENCI opgeworpen met de onbruikbare deklagen die bij het afgraven van de mergel vrijkwamen. Het vlak daarbij gelegen ENCI-bos is in het verleden bij wijze vannatuurcompensatie door de cementfabriek aangeplant. Eind 2010 droeg ENCI een deel van hetENCI-bos, D'n Observant en de zogenaamdeOehoevallei over aan deNatuurmonumenten. Sinds 1997 is een deel van de groeve de broedlocatie van eenoehoe-paar.[9] Aan de rand van de groeve zijn een aantal vogelobservatieposten met verrekijkers ingericht. Bovenop de noordoostelijke groeverand ligt hetSlavantebos.