DeDuitseeuromunten hebben drie verschillende ontwerpen voor de drie series munten. De munten van 1, 2 en 5 cent werden ontworpen door Rolf Lederbogen, het ontwerp voor de munten van 10, 20 en 50 cent is van Reinhart Heinsdorff en de munten van € 1 en € 2 werden ontworpen door Heinz Hoyer en Sneschana Russewa-Hoyer. Alle ontwerpen bevatten de twaalf sterren van deEuropese Unie, het jaartal en een letterteken dat aangeeft waar de munt geslagen werd: € 2 bevat het randschrifteinigkeit und recht und freiheit in leesbaar of kopstaande versie. De munten worden geslagen bij deDuitse Munt.
€ 0,01 | € 0,02 | € 0,05 |
---|---|---|
Eeneikenblad zoals dit ook op de voormaligePfennig-munten werd weergegeven | ||
€ 0,10 | € 0,20 | € 0,50 |
DeBrandenburger Tor, een symbool voor deDuitse hereniging | ||
€ 1,00 | € 2,00 | Rand van € 2 munten |
EINIGKEIT UND RECHT UND FREIHEIT | ||
HetWapen van Duitsland |
Duitsland heeft in de periode van 2006 tot en met 2021Die 16 Bundesländer der Bundesrepublik Deutschland (De 16deelstaten van de Bondsrepubliek Duitsland) uitgegeven. In totaal zestien herdenkingsmunten (ieder jaar één) die gezamenlijk alle deelstaten van Duitsland vertegenwoordigen. Elke munt heeft als onderwerp een karakteristiek gebouw uit de betreffende deelstaat als afbeelding op de nationale zijde. Zo heeft de munt vanBerlijnSlot Charlottenburg als ontwerp. Het jaar van uitgifte viel voor iedere deelstaat samen met het jaar waarin die deelstaat het presidentschap van deBondsraad voerde. Door een besluit in 2013 is er een wijziging gekomen in de volgorde van het voorzitterschap van deBondsraad en hierdoor ging in 2019 het voorzitterschap van de Bondsraad weer naarSleeswijk-Holstein. Om herhaling (Sleeswijk-Holstein was in 2006 al het thema van de eerste munt uit de serie omdat zij toen ook al het voorzitterschap van deBondsraad voerde) te voorkomen, is in 2019 een €2 herdenkingsmunt uitgegeven ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van de oprichting van deBondsraad. Deze uitgave is een integraal onderdeel van deze serie, waardoor de serie tot en met 2022 heeft doorgelopen en dus uit zeventien munten bestaat.
Duitsland zal vanaf 2023 tot en met 2038 in aansluiting op deDuitse 'Bundesländer'-serie een vervolgserie hierop, met een ongewijzigd thema, uitgeven.
Jaar | Muntteken | Oplage |
---|---|---|
2002 | A (Berlijn) | (770.000.000) _____ (696.000.000) |
2002 | D (München) | (805.350.000) _____ (722.050.000) |
2002 | F (Stuttgart) | (902.660.000) _____ (788.860.000) |
2002 | G (Karlsruhe) | (537.100.000) _____ (545.500.000) |
2002 | J (Hamburg) | (833.100.000) _____ (694.150.000) |
2002 | A (Berlijn) | (459.855.000) _____ (378.000.000) |
2002 | D (München) | (436.100.000) _____ (367.100.000) |
2002 | F (Stuttgart) | (495.960.000) _____ (423.760.000) |
2002 | G (Karlsruhe) | (311.900.000) _____ (252.100.000 |
2002 | J (Hamburg) | (419.274.000) _____ (440.955.000 |
2003 | A (Berlijn) | (100.000.000) |
2003 | D (München) | (151.855.000) |
2003 | F (Stuttgart) | 175.400.000 |
2003 | G (Karlsruhe) | 80.200.000 |
2003 | J (Hamburg) | 168.681.000 |
2002 | A (Berlijn) | 475.000.000 _____ 337.600.000 |
2002 | D (München) | 495.700.000 _____ 370.340.000 |
2002 | F (Stuttgart) | 563.710.000 _____ |
2002 | G (Karlsruhe) | 328.400.000 |
2002 | J (Hamburg) | 501.850.000 _____ 375.467.000 |