DeRijksdagverkiezingen van1933 vonden op 5 maart 1933 inDuitsland plaats. Het waren de laatsterijksdagverkiezingen tijdens deWeimarrepubliek en waren tevens de laatste rijksdagverkiezingen op basis van hetmeerpartijenstelsel.
Na de benoeming vanAdolf Hitler totrijkskanselier (30 januari 1933) moest deRijksdag(Reichstag) worden ontbonden en werden er nieuwerijksdagverkiezingen uitgeschreven.
Een dag na deRijksdagbrand op 27 februari ondertekenderijkspresidentHindenburg op verzoek van Hitler het zogenaamde "Rijksdagbranddecreet". Dit decreet voorzag in de inperking van deburgerlijke vrijheden en de arrestatie van politieke tegenstanders (zij werden in "verzekerde bewaring" gesteld). Vele gevangengenomenen werden vanaf februari 1933 opgesloten inconcentratiekampen.
De rijksdagverkiezingen van 5 maart 1933 werden gewonnen door deNSDAP. De NSDAP verwierf 288 zetels, een winst van 92 zetels. Tegen de verwachting vanHitler in verkreeg de NSDAPniet de meerderheid in de Rijksdag. De partij verkreeg namelijk 43,9% van de stemmen. De verliezen voor de voornaamste oppositiepartijen, de sociaaldemocraten(Sozialdemokratische Partei Deutschlands) en de communisten(Kommunistische Partei Deutschlands) waren beperkt (resp. -1 en -19). Verlies was er overigens voor alle partijen, behalve voor deDuitse Centrumpartij(Deutsche Zentrumspartei) en deDuitse Staatspartij(Deutsche Staatspartei).

| Partij | % | zetels | |
|---|---|---|---|
| Nationaalsocialistische Duitse Arbeiderspartij (Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei) | 43,9% | 288 (+92) | |
| Sociaaldemocratische Partij van Duitsland (Sozialdemokratische Partei Deutschlands) | 18,3% | 120 (-1) | |
| Communistische Partij van Duitsland (Kommunistische Partei Deutschlands) | 12,1% | 81 (-19) | |
| Duitse Centrumpartij (Deutsche Zentrumspartei) | 11,3% | 73 (+3) | |
| Strijdfront Zwart-Wit-Rood (Kampffront Schwarz-Weiß-Rot) Duitse Nationale Volkspartij(Deutschnationale Volkspartei) Stahlhelm(Stahlhelm) Landbond(Landbund) | 8,0% | 52 (-) | |
| Beierse Volkspartij (Bayerische Volkspartei) | 2,7% | 19 (-1) | |
| Duitse Volkspartij (Deutsche Volkspartei) | 1,1% | 2 (-9) | |
| Christelijk-Sociale Volksdienst (Christlich-Sozialer Volksdienst) | 1,0% | 4 (-1) | |
| Duitse Staatspartij (Deutsche Staatspartei) | 0,9% | 5 (+3) | |
| Duitse Boerenpartij (Deutsche Bauernpartei) | 0,4% | 2 (+1) | |
| Landbond (Landbund) | 0,2% | 1 (-1) | |
| Bron:dhm.de | |||
| Totaal | 100% | 647 | |

Kort na de verkiezingen, op 23 maart 1933, stemde de nieuwe Rijksdag - die bijeenkwam in hetKrolloper ("Kroll Opera Huis") - vóór deErmächtigungsgesetz die Hitler volmachten gaf en hem in staat stelde om zonder tussenkomst van de Rijksdag te regeren[1]. Hiermee kwam er een einde aan de belangrijke rol die de Rijksdag speelde tijdens deWeimarrepubliek. Onder Hitler (1933-1945) bleef de Rijksdag weliswaar in functie, maar was niet meer dan een applausmachine voor deFührer. In 1945 werd de Rijksdag afgeschaft, in 1949, met de stichting van deBondsrepubliek Duitsland en deDuitse Democratische Republiek kwamen deBondsdag(Bundestag) in de Bondsrepubliek en deVolkskammer in de DDR alslagerhuizen tot stand.

