Dedoelverdedig(st)er, doelman, doelvrouw ofkeep(st)er is bijvoetbal de speler die moet voorkomen dat de bal in hetdoel terechtkomt. Elk team stelt één keeper op, die binnen hetstrafschopgebied de bal met de hand mag spelen. Daarom blijft de keeper gewoonlijk in of rond dat gebied.
In de ontwikkeling van het spel is het verschil tussen keepers en veldspelers groter geworden. In de 19e eeuw, toen voetbal zich nog aan het afsplitsen was vanrugby, mochten alle spelers de bal met de hand spelen en verwees de aanduidingkeeper meer naar de veldpositie en vaardigheid met de handen dan naar de reglementen, zie het kopjeRegelwijzigingen. Een andere belangrijke ontwikkeling is het beperken van deterugspeelbal op de keeper in 1992 om het spel sneller en minder defensief te maken.
De termendoelverdediger enkeeper worden in dit artikelgenderneutraal gebruikt.Synoniemen in journalistieke teksten zijngoalie ensluitpost; verouderd isdoelwachter.Keeper wordt soms afgekort totkeep, vooral in de combinatievliegende keep.
In de spelregels wordt de hele achterlijn aangeduid alsdoellijn.[1] In dit artikel houden we de gewoonte aan om alleen het deel tussen de doelpalen als doellijn aan te duiden.
Sinds het seizoen 1992–1993 gelden de volgende regels: binnen het strafschopgebied mogen keepers de bal met de handen aanraken, behalve na een bewuste terugspeelbal met de voet. Buiten het strafschopgebied zijn keepers gelijk aan veldspelers, dus een keeper moet met eenrode kaart van het veld als die de tegenstander een scoringskans ontneemt door de bal bewust met de handen aanraakt buiten het strafschopgebied. Als het geen serieuze kans is, trekt devoetbalscheidsrechter meestalgeel. Ook eeningeworpen bal van een teamgenoot mag een doelman niet meteen met de handen aanraken. Wanneer de doelman ten onrechte een bal in het eigen strafschopgebied met de handen aanraakt, krijgt de tegenpartij eenindirecte vrije schop.[2]
Elke veldspeler mag tijdens een wedstrijdonderbreking van rol wisselen met de keeper, maar pas na toestemming van de scheidsrechter.[3] Ook als de keeper het veld moet verlaten na een blessure of eenrode kaart, krijgt de vervangende speler dezelfde privileges. Bijwereldkampioenschappen moet elk team minstens drie keepers hebben.[4]
Tot 1912 mochten keepers de bal op het hele veld met de hand aanraken. Nu dit ingeperkt is tot het strafschopgebied blijft de keeper gewoonlijk dicht bij de goal. Er zijn wel individuele verschillen. Een keeper die door moed, spelinzicht en voetballend vermogen verder van de goal kan spelen wordt eenmeevoetballende keeper genoemd. Iemand die snellereflexen en een goedeoog-handcoördinatie heeft, schoten precies taxeert en goed reageert in de kleine ruimte, is een goedelijnkeeper. In hetcatenaccio moet een keeper strikt een lijnkeeper zijn, in vrijere opvattingen zoals hettotaalvoetbal wordt meevoetballen gewaardeerd.
De keeper verlaat zijn positie soms alsvliegende keeper ofvliegende keep om in overtal te komen wanneer het team dringend een doelpunt nodig heeft. Het 'mee naar voren gaan' is zeldzaam en wordt vooral gedaan tegen het einde van de speeltijd, in de hoop dat de tegenpartij geen tijd zal hebben voor eencounter.Stanley Menzo stond bekend als vliegende keeper.[8]
Behalve het tegenhouden en wegwerken van ballen is het nemen van dedoelschop gewoonlijk de taak van de keeper, zodat die een goedetraptechniek en positie-inzicht moet hebben.
Van een keeper die in een wedstrijd geen doelpunten toegestaan heeft zegt men dat hijde nul gehouden heeft; in het Engels heeft hij eenclean sheet, het scoreformulier is schoon gebleven. Anderzijds wordt de zegswijzede keeper was de beste man van het veld soms gebruikt om een slechte wedstrijd te karakteriseren.
Veel competities, toernooien en andere organisaties loven keepersprijzen uit. Een greep:
Meestal heeft de doelman hetrugnummer 1 en bij hetwereldkampioenschap mogen veldspelers dit nummer niet dragen.[4] De keepers dragen een ander tenue dan de veldspelers. Ze gebruiken gewoonlijkkeepershandschoenen (het keren van een hard schot zonder handschoenen geeft veel kans op blessures), maar ze zijn niet verplicht. Bij hetwereldkampioenschap in 1974 keepteJan Jongbloed zonder handschoenen; hij was niet tevreden over het toenmalige materiaal en hij droeg alleen bij regen handschoenen.[9][10]
Hieronder een incompleet overzicht van spelregelwijzigingen en spontane aanpassingen die van belang zijn geweest voor keepers endoelpunten.[11] Een aantal oude regels tonen de verwantschap tussen voetbal enrugby. Opmerkingen over de regels anno 2023 staan tussen blokhaken.
1865: De hoogte van het doel wordt aangegeven door een lint op 2,44 meter. Eerder was er geen markering en waren er veel conflicten rond doelpunten.
1866: De eerstebuitenspelregel: een aanvallende voetballer mag alleen aangespeeld worden als de voorste teamgenoot verder van de achterlijn staat dan minstens drie verdedigers, waaronder eventueel de keeper.
1912: Alleen in hetstrafschopgebied mogen keepers de bal nog met de hand raken, zij kunnen nuhands maken.
1913:Vrije trappen worden genomen van 9,15 meter in plaats van 7,20.
1920: De buitenspelregel geldt niet meer bij eeningooi.
1925: De buitenspelregel wordt versoepeld voor de aanvallende partij: er hoeven maar twee verdedigers dichter bij de achterlijn te staan.
1929: De keeper moet bij een strafschop op de doellijn staan tot de bal gespeeld is.
1990: De aanvallende partij hoeft niet meerverder van de achterlijn te staan dan twee verdedigers, maar mag op gelijke hoogte staan.
1992–1993: Vanaf dit seizoen mag de keeper de bal niet meer met de hand raken na een bewuste terugspeelbal vanaf de voet. De regel is op 25 juli 1992 ingevoerd om het spel sneller en aanvallender te maken. In de laatste jaren voor deze spelregelwijziging was de keeper de speler met de meeste balcontacten. HetWK 1990 was volgensSepp Blatter een drama:In 1990 wilde men geen goals scoren, zo leek het bijna. Maar het doel van voetbal is naar voren gaan, scoren, niet verdedigen. De regel werd na een korte evaluatie ingevoerd door deFIFA nadat er in 1991 slechts in één toernooi mee was geëxperimenteerd, bij hetWereldkampioenschap onder 17.[13]
2019: Na eendoelschop is de bal in het spel als die duidelijk bewogen heeft. Andere spelers mogen deze voortaan ook raken als de bal nog in hetstrafschopgebied is.[14]