Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Dertigjarige Oorlog

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dertigjarige Oorlog
Kopergravure uit het Theatrum Europaeum. De inname van Maagdenburg in 1631 staat symbool voor de verwoestingen tijdens de oorlog.
Kopergravure uit hetTheatrum Europaeum. Deinname van Maagdenburg in1631 staat symbool voor de verwoestingen tijdens de oorlog.
Datum1618-1648
LocatieVoornamelijk hetHeilige Roomse Rijk
ResultaatKeizerlijke nederlaag
Casus belliPraagse Defenestratie
VerdragVrede van Westfalen
Strijdende partijen
Boheems-Paltische fase (1618–1625)
Koninkrijk Bohemen
Transsylvanië
De Palts
Gesteund door:
Republiek
Engeland
Ottomaanse Rijk
HRR
Spaanse Rijk
Saksen
Katholieke liga
Deense fase (1625–1629)
Denemarken
Gesteund door:
Republiek
Engeland
HRR
Katholieke liga
Zweedse fase (1630–1635)
Zweden
Saksen
Brandenburg
HRR
Spaanse Rijk
Katholieke liga
Franse fase (1635–1648)
Frankrijk
Zweden
Republiek
HRR
Spaanse Rijk
Saksen
Brandenburg
Denemarken

DeDertigjarige Oorlog (1618–1648) was een grootschalig conflict waar de meeste Europese mogendheden bij betrokken waren. De hoofdoorzaken waren de spanningen tussenkatholieke enprotestantse staten, maar voor Frankrijk speelden ook geostrategische motieven een belangrijke rol.

De oorlog woedde voornamelijk in hetHeilige Roomse Rijk, deSpaanse Nederlanden, Noord-Spanje en Noord-Italië met gevechten inAfrika en hetAmerikaanse continent. Ook waren er zeeslagen op deMiddellandse Zee en in deGolf van Biskaje. Wegens de sterke geografische spreiding van de grootschalige vijandelijkheden kan men spreken van het eerste langdurige wereldomspannende conflict of eenwereldoorlog.

Het conflict begon toen de katholieke statenSpanje enOostenrijk de protestantse staten in het noorden van het Heilige Roomse Rijk veroverden (Boheems-Paltse enNoord-Duitse/Deense fase).Zweden maakte dit ongedaan (Zweedse fase).Frankrijk greep actief in (Franse fase) om Spanje en Oostenrijk te verzwakken, wat ruimschoots lukte (Spaanse en eindfase). DeVrede van Westfalen maakte een einde aan de oorlog.

Aanloop (1604-1618)

[bewerken |brontekst bewerken]
Keizer Ferdinand II, onder wiens bewind de dertigjarige oorlog zich afspeelde.

Aan de basis lagen de gevolgen van deContrareformatie en het compromis bereikt in deGodsdienstvrede van Augsburg (1555). Men ging uit van het principecuius regio, eius religio (wiens gebied, diens religie; de regionale politieke heerser bepaalde de godsdienst). De keizersRudolf enMatthias bestreden hetislamitischeOttomaanse Rijk en waren voor religieuze tolerantie tussen de christenen, onder invloed van kardinaalMelchior Khlesl.

DeVijftienjarige Oorlog tussen hetHabsburgse rijk en het Ottomaanse Rijk overTranssylvanië, veroorzaakt door het wanbeheer van gouverneurGiorgio Basta, leidde tot een opstand van deprotestantse Transsylvaanse elite onder leiding vanIstván Bocskai. Keizer Rudolf reageerde door dehussieten inBohemen en inSilezië voor zich te winnen met meer godsdienstvrijheid (juli–augustus 1609). Uiteindelijk zette Matthias zijn broer keizer Rudolf in Bohemen en ook in Silezië af (maart 1611) en werd hij na diens dood verkozen tot nieuwe keizer van het Heilige Roomse Rijk (juni 1612).

Maar ook in Duitsland namen de godsdienstige spanningen toe. HetcalvinistischePaltsgraafschap aan de Rijn stichtte met delutheranen uit Noord-Duitsland eenProtestantse Unie (mei 1608). Als reactie verenigdeBeieren de katholieke vorsten van vooral Zuid-Duitsland in eenKatholieke Liga (juli 1609).

Ondertussen bestreed aartshertogFerdinand de lutheranen in Oostenrijk te vuur en te zwaard. Toen hij acht jaar later ook de hussieten in Bohemen hun godsdienstvrijheid wilde ontnemen (1617), die ze nog niet zo lang geleden hadden verkregen, barstte de Dertigjarige Oorlog los (mei 1618). De verkiezing van Ferdinand na Matthias' dood (maart 1619) tot keizer Ferdinand II maakte van hem in deze oorlog de onbetwiste leider van het katholieke kamp.

'Het was een oorlog waarin velen van de belangrijkste katholieke mededingers - Ferdinand van Bohemen en de katholieke generaalsWallenstein enTilly - bij dejezuïeten waren opgeleid, en tijdens het hele conflict kwamen de jezuïeten regelmatig met uitgesproken oorlogszuchtige adviezen op de proppen.'[1]

Overzicht van de strijdende partijen

[bewerken |brontekst bewerken]
Anti-Habsburg directPro-Habsburg direct
Anti-Habsburg indirectPro-Habsburg indirect

Boheems-Paltse fase (1618-1622)

[bewerken |brontekst bewerken]

Ferdinand II herovert Bohemen

[bewerken |brontekst bewerken]
De Tweede Praagse Defenestratie, het startschot voor de oorlog
Johan t'Serclaes van Tilly helpt de keizer vanuit Beieren en wint deSlag op de Witte Berg (1620), de Slag bijBad Wimpfen (1622) en deSlag bij Stadtlohn (1623)
1617–1618
[bewerken |brontekst bewerken]
Praag, 21 juni 1621: de terechtstelling van hussitische edelen leidt tot het einde van hethussitisme en het begin vanculturele assimilatie voor deTsjechen

Toen de zeer katholieke Ferdinand in juni 1617 werd gekozen tot koning van het hussitischeBohemen, gooiden de hussieten in het kasteel tePraag twee van zijn vertegenwoordigers in mei 1618 uit het raam. Deze zogenaamdeTweede Praagse Defenestratie was decasus belli, het startschot van de Dertigjarige Oorlog. De hussieten vielen aan en overwonnen dekeizerlijke troepen bijPilsen en bijLomnice nad Lužnicí (september en november 1618).

1619
[bewerken |brontekst bewerken]

Boheemse troepen trokken in 1619 tweemaal op naarWenen, zonder tot een echte belegering te kunnen komen, maar boekten in augustus elders successen. De staten van Bohemen riepen in november de calvinistische PaltsgraafFrederik V uit tot koning.

In oktober vielGabriël Bethlen, de calvinistische vorst van Transsylvanië, HabsburgsSlowakije binnen en veroverdeBratislava, maar Ferdinand II verbond zich in dezelfde maand met Beieren en het lutherseSaksen. In november moest Bethlen zijn positie voor Wenen opgeven toen hij in Slowakije werd aangevallen doorPolen-Litouwen, dat de katholieke keizer te hulp schoot.

1620–1621
[bewerken |brontekst bewerken]

Door de benoeming van de keurvorst van de Palts tot koning van Bohemen had de strijd een bovenregionaal karakter gekregen. Zo vielen legereenheden van hetSpaanse Rijk de Palts binnen. De Beierse generaalJohan t'Serclaes van Tilly kon de Boheemse hussieten verpletterend verslaan in deSlag op de Witte Berg (november 1620). Deze slag was beslissend. DeTsjechen en het hussitisme verdwenen voor 300 jaar uit de geschiedenis: keizer Ferdinand II verjoeg de hussitische predikers, herverdeelde 50% van het grootgrondbezit aan buitenlanders en verplaatste de Boheemse kanselarij naar Wenen. Van de 3 miljoen Bohemers weken er 2,2 miljoen uit. Het was niet alleen een godsdienstige, maar ook eenetnische zuivering. De ontvolking en de grote instroom van etnische Duitsers drukte een stempel op degeschiedenis van de Tsjechische landen, zelfs tot in deTweede Wereldoorlog toe. Hitler rechtvaardigde er zijnHeim ins Reich-politiek mee.

Frederik V nam de wijk naar zijn thuisbasis, de Palts. En Ferdinand II kon in mei 1621 Bratislava heroveren op Bethlen, waarop deze vrede moest sluiten (december 1621). Ferdinand II kreeg zo zijn Oostenrijks-Boheemse thuislanden terug en had de handen vrij voor andere zaken.

De Republiek steunt de Palts, Bohemen en de protestantse Unie

[bewerken |brontekst bewerken]

KoningJacobus I van Engeland had zijn schoonzoon Frederik van de Palts afgeraden het koningschap van Bohemen te aanvaarden. Maar zijn neefMaurits van Oranje, destadhouder van deRepubliek, had hem hiertoe aangemoedigd,[2] omdat die wist dat deze calvinist op de Boheemse troon onaanvaardbaar zou zijn voor de Habsburgers. Hij wilde deSpaanse Habsburgers, die deOostenrijkse Habsburgers steunden, een extra probleem geven voor het geval dat hetTwaalfjarig Bestand niet zou worden verlengd. Maurits bood zowel Frederik als de Noord-Duitsers, de protestantse Unie, militaire en financiële steun. Tijdens de Slag op de Witte Berg was zeker een achtste van de troepen Nederlands of betaald door de Nederlandse Republiek.

De calvinistische keurvorstFrederik V van de Palts, koning van Bohemen (1619-1623)

Spanje valt de Republiek aan en verovert de Palts

[bewerken |brontekst bewerken]

In de Nederlanden liep het Twaalfjarig Bestand af in 1621; aartshertogAlbrecht van Oostenrijk, landvoogd van deZuidelijke Nederlanden, stierf in juli van datzelfde jaar. Spanje heropende de vijandelijkheden op de Republiek met een verrassingsaanval op een Staatse vloot bijKaap Sint-Vincent aan de zuidkust van Zuid-Portugal.

Spanje had in juli 1620 al deValtellina-bergpas en het ZwitserseGraubünden veroverd, als verbinding tussen het eigenhertogdom Milaan/Lombardije en het OostenrijkseInnsbruck. Spanje beheerste de westelijkeMiddellandse Zee,Sardinië, hetkoninkrijk Sicilië en Zuid-Italië (koninkrijk Napels), alsook Milaan en Lombardije en indirect de rest vanNoord-Italië. Bovendien hield het dePauselijke Staat inMidden-Italië tussen Zuid- en Noord-Italië omsingeld.

Spanje bevocht de Republiek ook vanuit de Zuidelijke Nederlanden, maar kon dat gebied niet over zee bereiken. De Republiek blokkeerde deVlaamse kust en Spanjes zeemacht was te zwak om dat te verhelpen. Maar Spaanse troepen uit Italië konden nu via de Valtellina-bergpas, Oostenrijk en het Duitse Rijk de Zuidelijke Nederlanden te voet bereiken. Katholiek Spanje en Oostenrijk stelden zo hun verbindingen zeker. Dat dit nodig bleek, gaf aan hoe zwak Spanje was bij het begin van de oorlog. Dat belette niet dat toen de vredelievendeFilips III van Spanje in maart 1621 stierf, zijn opvolgerFilips IV onmiddellijk inzette op oorlog.

Ferdinand II kon zo in Duitsland alles op alles zetten en de hulp van Spanje inroepen. Spanje liep in september 1620 vanuit de Zuidelijke Nederlanden dePalts van Frederik V onder de voet, nog voor Ferdinand II met hem afrekende in Bohemen (november 1620). De Palts strekte zich toen uit vanMainz overWorms naarSpiers aan beide zijde van de Midden-Rijn, met als voornaamste stedenMannheim enHeidelberg. De enige calvinistische staat naastHessen-Kassel van Duitsland werd opgedoekt. De lutheranen hielpen die calvinistische staat niet en vervulden hun verplichtingen binnen de protestantse Unie niet. De calvinistische Nederlanders werden daardoor erg terughoudend om de Noord-Duitse lutheranen nog te helpen.

Na hun overwinningen op de Witte Berg en op Bethlen snelde nu ook Tilly met het keizerlijke leger toe. Ditmaal reageerden de lutheranen wél en hielden Tilly tegen inWiesloch (april 1622) onder Heidelberg. Maar Tilly vond aansluiting bij een Spaans leger uit de Zuidelijke Nederlanden, en versloeg de lutheranen bijBad Wimpfen, ten oosten van Heidelberg (mei 1622). En noordelijker, inFrankfort, belette Tilly de lutheranen om deMain over te steken (juni 1622). Frederik V moest de Palts opgeven (juli 1622). Hij vluchtte naar de Republiek, waar hij bekend werd als de Winterkoning, omdat hij slechts een winter lang over Bohemen had geregeerd. De Palts werd door Ferdinand II aan Beieren overgedragen.

De lutheranen vielen nu ook de Zuidelijke Nederlanden binnen, om de Republiek te steunen, maar toegesnelde Spaanse troepen weerden hen af bijCharleroi (augustus 1622). Desalniettemin moestSpinola in de Republiek omwille van deze lutheranen in oktober 1622 hetBeleg van Bergen op Zoom opbreken. Spanje en de keizer moesten vervolgens de lutheranen in hun Noord-Duitse thuislanden bestrijden.

Noord-Duitse/Deense fase (1622-1630)

[bewerken |brontekst bewerken]

Ferdinand II, campagne in Noord-Duitsland

[bewerken |brontekst bewerken]
Johan t'Serclaes van Tilly, Zuid-Nederlands veldheer van keizer Ferdinand II
Albrecht von Wallenstein, Tsjechisch veldheer van keizer Ferdinand II

In de Palts verloren de lutheranen in 1622 nog Heidelberg en Mannheim (september resp. november 1622). Spaanse en keizerlijke troepen achtervolgden hen tot in Noord-Duitsland. HertogChristiaan van Brunswijk-Wolfenbüttel kreeg geen steun van de andere lutheranen; hun staatjes waren klein. Van de twee grotere lutherse staten was demark Brandenburg neutraal en het keurvorstendom Saksen (1596-1633)| zelfs keizersgezind. Tilly versloeg de hertog van Brunswijk teStadtlohn, aan de grens met de Republiek, ter hoogte vanMünster (augustus 1623).

Vervolgens viel de campagne even stil doordatBethlen Gábor van Transsylvanië na een eerste poging in 1620 opnieuw Habsburgs Slowakije veroverde en Ferdinand II hem opnieuw moest terugdrijven (1623-mei 1624). Spanje maakte van deze adempauze gebruik om in de Zuidelijke Nederlanden de Republiek aan te vallen en na een lang belegBreda in te nemen (augustus 1624-juni 1625). En op zee sloeg Spanje nog een tegenaanval vankoninkrijk Engeland en de Republiek af bijCádiz (november 1625).

Na afwikkeling van de tweede Transsylvaanse tussenkomst werd de keizerlijke zegetocht in Noord-Duitsland opnieuw voortgezet. Omdat Beieren niet meer meedeed, had de keizerWallenstein in dienst genomen. Beieren liet zich belonen voor de hulp. Op de Regensburger Deputatendag van 1623 kreeg de hertog voorlopig dekeurvorstelijke waardigheid, die tot dan toe met het Paltsgraafschap aan de Rijn was verbonden.

Ferdinand II, campagne in Denemarken

[bewerken |brontekst bewerken]
Wallenstein belegert tevergeefsStralsund (mei-augustus 1628)

Wallenstein versloeg de lutheranen in deSlag bij Dessau ten noorden vanLeipzig (april 1626). Toen luthersDenemarken de Noord-Duitse lutheranen te hulp snelde, versloeg Tilly hen bijSlag bij Lutter (augustus 1626), ten zuidwesten vanHannover en hethertogdom Brunswijk.

Toch viel alles weer stil omdat Bethlen Gábor voor de derde keer opmarcheerde in Habsburgs Slowakije, tot Wallenstein hem definitief kon terugslaan (1626-december 1626). In de zomer van 1627 keerde Wallenstein naar Noord-Duitsland terug terwijl de Denen er afdropen. Wallenstein bezette nu niet alleen Noord-Duitsland, het Deensehertogdom Holstein en het eveneens Deensehertogdom Sleeswijk aldaar, maar zelfs het Deense schiereilandJutland.

De Denen vielen terug op de Deense eilanden met hun hoofdstadKopenhagen. Bij gebrek aan een vloot kon Wallenstein hen daar niet bereiken. Wallenstein palmde vervolgens onder andere hethertogdom Pommeren in, maar liep vast voor de Pommerse Oostzeehaven Stralsund (hetBeleg van Stralsund) in mei-augustus 1628. Want de Denen en deZweden legerden daar garnizoenen die ze vanuit zee bevoorraadden. Vlakbij, inWolgast, kon Wallenstein evenwel de gelande Denen toch terugslaan (september 1628). Uiteindelijk kregen de Denen toch zowel Holstein, Sleeswijk als Jutland terug toen ze met Wallenstein deVrede van Lübeck (mei 1629) sloten. Alleen moesten ze zich voortaan van tussenkomsten in het Duitse Rijk onthouden.

Keizer Ferdinand II verplichtte de lutheranen in Noord-Duitsland middels zijnRestitutie-edict om de in de 16de eeuw genaaste bezittingen aan de katholieke Kerk terug te geven (maart 1629). De verwoestingen in Noord-Duitsland waren enorm. Vooral Wallenstein deed zijn troepen leven van het land. In heel Noord-Duitsland werd de reformatie teruggedraaid. De keizer had met Spaanse ondersteuning Bohemen, de Palts en vervolgens de kleine staten van Noord-Duitsland onder de voet gelopen.

Anglo-Spaanse Oorlog (1625-1630)

[bewerken |brontekst bewerken]

De Republiek was in hetCaribische gebied wel succesvol tegen de Spanjaarden, maar geraakte in de knel tussen de Spaanse Zuidelijke Nederlanden en keizerlijk Noord-Duitsland. Vandaar dat de Republiek in haar bondgenootschap met Frankrijk zover ging om metRichelieu inLa Rochelle Franse calvinisten te onderdrukken.

De Republiek veroverdeGroenlo (augustus 1627) aan de Duitse grens op de Spanjaarden en vervolgens ook hetBrabantse's-Hertogenbosch (september 1629). Het toonde aan hoe weinig Spanje zich nog bekommerde om de Zuidelijke Nederlanden.

Zweeds-Franse coalitie (1630-1648)

[bewerken |brontekst bewerken]

Zweedse fase (1630-1635)

[bewerken |brontekst bewerken]

Zweden slaat Ferdinand II terug in Noord-Duitsland

[bewerken |brontekst bewerken]
De Zweedse koningGustaaf II Adolf landt te Wolgast bij Stralsund, Zweden betreedt de oorlog (juli 1630)

De opmars van keizer Ferdinand II in het lutherse noorden van het Duitse Rijk bedreigde de eveneens lutherse staten Denemarken en hetZweedse koninkrijk. Bovendien vond zelfs de door Beieren geleide Zuid-Duitse,Katholieke Liga dat de keizer, die absolutistisch heerste in zijn Oostenrijks-Boheemse thuisland, te sterk werd. De Katholieke Liga liet de keizer daarom Wallenstein ontslaan en de getalsterkte van zijn leger verminderen (juli-november 1630). Dat diens legers ook Duits katholiek gebied hadden geteisterd speelde tevens een rol. En juist op dat cruciale moment mengde Zweden zich in oorlog, met stevige financiële steun van Frankrijk, dat toen onder politieke leiding vanKardinaal de Richelieu stond. Frankrijk had al in januari 1630 een geheim verbond gesloten met de Nederlandse Republiek en Zweden.

Zweden landde bijWolgast op de Duitse Oostzeekust (juli 1630), versloeg de keizerlijke troepen en kreeg vervolgensPommeren in september 1630 volledig onder controle.

Gustaaf II Adolf overwint Tilly in deSlag bij Breitenfeld (17 september 1631), het keerpunt van de oorlog

Zweden nam vervolgens BrandenburgsFrankfort aan de Oder enLandsberg aan de Warthe in (april 1631) en dwong zo de mark Brandenburg in het lutherse kamp. De stadMaagdenburg verbond zich ook met Zweden, waarop Tillyde stad belegerde (juli 1630-september 1631) en veroverde. Zijn leger slachtte na de verovering 25.000 van de 30.000 inwoners af en verwoestte de stad. In de volksmond ontstond naar aanleiding hiervan de term 'maagdenburgiseren'. Heel Saksen liet hierop de keizer in de steek en voegde zich eveneens bij het lutherse kamp. Zweden had daarmee de twee grootste Noord-Duitse lutherse staten aan zijn kant gekregen.

Tilly bleek teWerben aan de Elbe in juli 1631 nog steeds een geduchte tegenstander, maarGustaaf II Adolf en de verenigde lutheranen brachten hem een verpletterende nederlaag toe in deSlag bij Breitenfeld nabijLeipzig (september 1631). De krijgskansen waren toen volledig gekeerd. Zweden en de lutheranen konden Tilly dwars door Duitsland achtervolgen tot in Zuid-Beieren, waar Gustaaf II hem overwon bijRain aan deLech. Tilly raakte daarbij zwaargewond; hij stierf aan zijn verwondingen in april 1632.

Zweden verzwakt de Habsburgse greep op Frankrijk

[bewerken |brontekst bewerken]

Zweden werd een belangrijke militaire mogendheid, mede dankzij zijn lichtere en gemakkelijk vervoerbaregeschut, dat geproduceerd werd doorLouis de Geer, een Nederlander vanWaalse afkomst. Hij bracht de Waalsehoogovens naar Zweden (1627) en trok van 1620 tot 1640 zo’n 5.000 Waalse enLotharingse ambachtslui aan. Ook het feit dat Zweden niet methuurlingen maar metdienstplichtigen vocht, gemotiveerd door hun Zweedse nationalisme en hun lutherse geloof, maakte het kleine Zweden buitenproportioneel sterk.

Voor de Republiek was het nu levensbelangrijk dat Zweden de katholieke bezetting van Noord-Duitsland teniet deed, want ze beschikte over onvoldoende troepen om een nieuwe vijand in het oosten het hoofd te bieden, vermits er sinds 1620 hoofdzakelijk was geïnvesteerd in de uitbreiding van de marine.In de Zuidelijke Nederlanden maakte de samenzwering van de hoge adel (1632) het mogelijk dat de Republiek van Zwedens opmars kon gebruikmaken om langs deMaas stroomopwaarts op de Zuidelijke NederlandenRoermond,Sittard,Venlo enMaastricht (december 1632) te veroveren.

In het Duitse Rijk kon de in allerijl teruggeroepen Wallenstein (april 1632) de Zweden evenwel terugslaan bij het Noord-BeierseNeurenberg (september 1632).

Gustaaf II Adolf overwint Wallenstein bij Lützen, maar sneuvelt

De Zweden wonnen deSlag bij Lützen, bij Leipzig (november 1632), maar de Zweedse koning sneuvelde er. Het wegvallen van deze strateeg remde Zweden af. RegeringsleiderAxel Oxenstierna nam het regentschap waar voor de minderjarigeChristina I van Zweden. Zweden won nog teOldendorf en tePfaffenhofen (juli-augustus 1633) maar verloor bijSteinau (oktober 1633).

Wallenstein, een verduitste Tsjech, hussitisch opgevoed, rijk geworden met in beslag genomen hussitisch bezit, begon zonder medeweten van de keizer te onderhandelen, maar werd als verrader op bevel van Ferdinand II vermoord (februari 1634). Daarop kon Zweden opnieuw winnen bijLiegnitz en bijRegensburg (mei resp. juli 1634). Doch de SpanjaardFerdinand van Oostenrijk, zoon vanFilips III, die vanuit Lombardije naar de Zuidelijke Nederlanden oprukte, versloeg Zweden verpletterend teNördlingen in Noord-Beieren (september 1634) met hulp van eenheden van het keizerlijk leger. Door bebost terrein geraakten veel Zweedse eenheden afgezonderd en werden afgeslacht. Spanje was in1634 nog steeds een macht om rekening mee te houden.

Beide partijen waren daarop moegestreden en sloten deVrede van Praag (juni 1635). Alles in het Duitse Rijk bleef bij het oude, maar Brandenburg verwierfPommeren; enSaksen enBeieren breidden wat uit.

Zweden vrijwaarde zo het lutheranisme in Noord-Europa en belette onder meer dat de Habsburgse omsingeling van Frankrijk nog werd versterkt met Noord-Duitsland. De dreiging uit het oosten was grotendeels weggevallen voor de jonge Republiek.

Franse fase (1635-1643)

[bewerken |brontekst bewerken]
ZieFrans-Spaanse Oorlog voor de strijd tussen Spanje en Frankrijk (1635–1659)

Frankrijk en de Republiek vallen Spanje in de Zuidelijke Nederlanden aan

[bewerken |brontekst bewerken]
De Franse regeringsleider (1624-1642)Kardinaal de Richelieu startte opnieuw de Dertigjarige Oorlog (1635) om de Habsburgse greep op Frankrijk te verzwakken

Het jaar1635 luidde de vierde, Franse fase van de Dertigjarige Oorlog (1635-1639) in. Frankrijk was katholiek, maar regeringsleider Richelieu had al geruime tijd de Zweedse lutheranen financieel gesteund, want hij had er veel voor over om het oude probleem van de Habsburgse omsingeling uit de wereld te helpen. Daarom verklaarde Richelieu Spanje openlijk de oorlog in februari 1635, al vóór de Vrede van Praag getekend was. Voor Richelieu prevaleerde het staatsbelang hier op godsdienstige overwegingen.

Richelieu begon met een aanval op de Zuidelijke Nederlanden en tekende met de Republiek eenoffensief en defensief verdrag in februari 1635. Franse troepen vielen binnen, versloegen Spanje bijHoei op deMaas (mei 1635) en maakten contact met de Nederlanders inMaastricht. Vervolgens brandschatten zeTienen (juni 1635) en belegerdenLeuven.

Tot ongenoegen van de Republiek en tegen alle afspraken in, maakten de Franse troepen zich schuldig aan diverse oorlogsmisdaden, waardoor medewerking en sympathie van de bevolking uitbleven. Bovendien kregen in de Zuidelijke Nederlanden de Spanjaarden versterking van keizerlijke troepen. Dezen vielen onder bevel vanOttavio Piccolomini op hun beurt Frankrijk binnen, verwoestten de Champagne, Bourgondië en Picardië en wonnen teCorbie (augustus 1636) in Noord-Frankrijk.

De Fransen heroverden evenwel Corbie (november 1636) en dwongen Spanje zo om Noord-Frankrijk te ontruimen. Frankrijk overwonSavoye en de Spanjaarden in het Noord-ItaliaanseTornavento (juni 1636). De oorlog breidde zo uit naar Noord-Italië. Toch maakte het mislukken van de Fransen in de Zuidelijke Nederlanden duidelijk dat het Franse leger niet in topconditie was.

De keizer en Spanje vertonen de eerste tekenen van zwakte

[bewerken |brontekst bewerken]
Zeeslag bij Duins waar de Republiek Spanje belet nieuwe troepen naar de Zuidelijke Nederlanden te verschepen (oktober 1639)

De keizer dacht onder die omstandigheden ook in Duitsland het initiatief te kunnen hernemen. Een keizerlijke achtervolging in het noorden van het Duitse Rijk werd door Zweden echter afgeslagen bijWittstock in Noord-Brandenburg (oktober 1636). De Republiek kon in oktober 1637Breda op Spanje heroveren en daarmee heel Noord-Brabant. Doch bij een aanval opAntwerpen werd de Republiek in deSlag bij Kallo doorFerdinand van Oostenrijk verpletterend verslagen (juni 1638). Toch begonnen de Habsburgers, vooral in Duitsland, het momentum te verliezen. Het keurvorstendom Saksen, nu bondgenoot van Frankrijk, overwon Beieren en imperiale legereenheden teRheinfelden bijBazel, beneden aan de Midden-Rijn (maart 1638).

Daarop kon Frankrijk na eenbeleg (augustus-december 1638)Breisach hoger op deRijn als uitvalsbasis naar Duitsland veroveren. Het tij keerde, maar nog niet definitief. Frankrijk viel Spanje aan in deGolf van Biskaje en won er teGuetaria vóór deBaskische kust (augustus 1638). Fransegaleien versloegen ook Spaanse galeien bijGenua (september 1638) in de Middellandse Zee. Maar toen Frankrijk ook Spanje zelf binnenviel, werd het teruggeslagen bijFuenterrabia (september 1638). Piccolomini overwon de Fransen toen ze in de Zuidelijke Nederlanden het LuxemburgseDiedenhofen belegerden (juni 1639). Spanjes beruchtetercio’s behaalden hier een van hun laatste overwinningen. Het Franse leger moest zich terugtrekken: het Spaans leger was nog te duchten.

Maar in Duitsland verloor de keizer wél terrein. Zweden overwon het keizerlijk leger met de hulp van het opnieuw van kamp veranderde Saksen in het Zuid-SaksischeChemnitz (april 1639) en bezette daarop Silezië,Moravië en Bohemen. De keizer beklaagde het zich bitter dat hij in1634 Wallenstein had laten vermoorden.

Spanje wilde met eenTweede Spaanse Armada 24.000 soldaten naar de Zuidelijke Nederlanden overbrengen. De Nederlandse bevelhebberMaarten Tromp vernietigde voor een groot deel die vloot, eerst bijDuinkerke en daarna in deZeeslag bij Duins (voor de Engelse zuidkust) in oktober 1639. Het neutrale Engeland hielp na afloop het op haar kusten gestrande deel van de Spaanse troepenmacht hun bestemming te bereiken. De Republiek had slechts één schip verloren, Spanje 60 van de 77. DeWest-Vlaamse kapers, die Spanje steunden, bleven in de zeeslag overeind. Spanjeszeemacht was voortaan te zwak om zelfs maar Spanjeskoloniën te verdedigen.

Hoe onvoorbereidFrankrijk ook was geweest om oorlog te voeren, toch wist het de overhand te halen op de verzwakte katholieke coalitie. Hoewel de keizer aanvankelijk de Habsburgse klem rond Frankrijk met zijn verovering van Noord-Duitsland nog had versterkt, slaagde Richelieu er met Zweedse hulp in om dit ongedaan te maken, en hij probeerde vervolgens om die wurggreep, die al sinds 1516 Frankrijk in toom hield en de Nederlanden (met hun lange grens met Frankrijk) beschermde, voorgoed te verbreken. Geopolitiek gesproken zouden de Nederlanden zo erg kwetsbaar worden, zoals later zou blijken (Devolutieoorlog 1667).

Spanje verliest Portugal en moet Catalonië verdedigen

[bewerken |brontekst bewerken]

KoningFilips IV van Spanje voerde een schitterendehofhouding en eensupermacht-beleid. Maar zijn rijk verarmde zienderogen en regeringsleiderOlivares haaldeCastilië met belastingen leeg. Catalonië enPortugal verzetten zich tegen hun bijdrage aan de hoge lasten, maar Olivares negeerde dit.

De Franse doorbraak volgde in1640 toen Spanje plots leek te bezwijken:Catalonië kwam in opstand (mei 1640) en stelde zich onder de Franse kroon (september 1640), waarop Fransen en Catalanen Spanje versloegen bij de CatalaanseMontjuic (januari 1641). Portugal met zijn hele koloniale rijk verklaarde zich na zestig jaar opnieuw onafhankelijk van Spanje (december 1640) en verbond zich met Frankrijk (juni 1641). Spanje was financieel zo uitgeput dat het onvoldoende troepen had om hieraan het hoofd te bieden.

In de Nederlanden verloor Ferdinand van Oostenrijk nuAtrecht aan de Fransen (augustus 1640). De Habsburgers waren echter nog niet geheel uitgeteld: de keizer overwon de Fransen nog in deSlag bij La Marfée (juli 1641) bijSedan (nu Noordoost-Frankrijk) maar toch wist Frankrijk die stad aan te hechten. Spanje won ook nog een slag teHonnecourt-sur-Escaut op de Noord-FranseSchelde (mei 1642).Spanje won een zeeslag vóór de rede vanBarcelona (juni-juli 1642) tegen de Fransen en controleerde zo Catalonië. Frankrijk sloeg terug bijLerida (oktober 1642) maar moest vervolgens zich terugtrekken.

De keizer wankelt, Spanje verliest zijn militaire overwicht

[bewerken |brontekst bewerken]
Frankrijk overwint Spanje teRocroi (19 mei 1643) wat na 150 jaar de Habsburgse prang verbreekt, een geopolitieke ramp voor de Zuidelijke Nederlanden

Zweden overwon de keizerlijke troepen opnieuw teBreitenfeld bijLeipzig (november 1642) en bezette na Silezië en Bohemen nu ook Saksen. Het was een rampzalige nederlaag voor de Habsburgers. Veel van hun soldaten liepen over (naderhand werden veel hogere officieren en soldaten wegens verraad terechtgesteld).

Richelieu breidde het Franse leger ondertussen uit van 60.000 naar 150.000 man (1642). De bom barstte met deSlag bij Rocroi, bijDinant. Frankrijk overwon in mei 1643 onder leiding vanLodewijk II van Bourbon-Condé verrassend van Spanjes elite-troepen uit de Zuidelijke Nederlanden, de 'tercios de Flandes'. De Franseruiterij verjoeg de Spaanse, waarop de Duitse, Italiaanse en Waalsetercios wegvluchtten; alleen de Spaanse tercios hielden stand, maar onderhandelden vervolgens toch over een terugtocht.

Spanjes tercios waren vierkantopstellingen van zo’n 3.000piekeniers, gecombineerd methaakbusschutters, latermusketiers. De opkomst van ruiters metpistolen die de vierkantopstelling van op afstand beschoten en de opkomst vanmusketten die sneller vuurden dan haakbussen maakte lange, ondiepe linies met musketiers die tegelijk vuurden veel doelmatiger. Gustaaf II Adolf nam die lichtere, beter manoeuvreerbare eenheden vanMaurits van Nassau over. Gustaaf Adolf voegde er lichtveldgeschut per eenheid aan toe en deed talrijker musketiers in drie rijen geknield, gehurkt en staand tegelijkertijd vuren.

Frankrijk verloor te Rocroi 4.000 man, Spanje 15.000. Frankrijk was sinds deze slag voor geruime tijd de grootstelandmacht van Europa, wat rampzalig was voor Spanjes Zuidelijke Nederlanden. De Fransen wonnen verder de zeeslag voorCarthagena in Zuid-Spanje (september 1643), waar 20 van de 25 Spaanse schepen West-Vlaamse kapers waren. Dat West-Vlaamse kapers een Spaanse Middellandse Zeehaven moesten verdedigen, sprak boekdelen over de aftakeling van Spanje.

1648, minstens 6 miljoen van de 20 miljoen Duitsers kwamen om. In sommige delen van hetHeilige Roomse Rijk stierf meer dan 66% van de bevolking (donker), in andere meer dan 33% (oranje).

Slotfase (1643-1648)

[bewerken |brontekst bewerken]

Zweden en Frankrijk winnen in het Duitse Rijk

[bewerken |brontekst bewerken]

Beieren en de keizer verzwakten verder. En dat leidde de zesde fase of slotfase van de Dertigjarige Oorlog (1643-1648) in. KeizerFerdinand III werd zo zwak dat zelfs eenDeens-Zweedse Oorlog (1643-1645) hem tegen Zweden niet kon beschermen. Want Zweden viel Denemarken vanuit Noord-Duitsland aan en veroverdeJutland (december 1643-januari 1644). Zweden was duidelijk veel sterker dan Denemarken. Wel kon Denemarken op zijn westkust nog een Staatse hulpvloot terugslaan (mei 1644). Maar Denemarken verloor op zijn zuidoostelijke kust (oktober 1644) met 17 schepen tegen de 37 schepen van de Republiek en Zweden en moest vrede sluiten. De Republiek hielp hier zijn Zweedse bondgenoot in de Dertigjarige Oorlog. Denemarken verloor in de Vrede vanBrömsebro (augustus 1645) aan Zweden in Noord-DuitslandBremen en hethertogdom Verden, in Midden-Noorwegen het grensgebied, en in deOostzee de eilandenGotland en Ösel/Saaremaa. Zweden hoefde geenSonttol meer betalen en kreeg bovendienHalland, in Zuidwest-Zweden in pand.

En de keizerlijken wilden die afleiding gebruiken. Maar de Zweden keerden in allerijl terug naar Noord-Duitsland en versloegen de keizerlijken in het BrandenburgseJüterbog onderBerlijn (november 1644) en dan in het BoheemseJankov (maart 1645) waarna ze zelfs tot vóórWenen geraakten (april 1645). De keizer behield wel Wenen, maar stond nu strategisch nergens meer. NaRocroi in 1643 en Jankov in 1645 hadden noch Spanje noch hij ook maar een kans om ooit nog te winnen.

En ook aan de Frans-Duitse grens begonnen de keizerlijken het te begeven. Wel konden ze nog een Franse inval vanuit deElzas teTuttlingen boven hetBodenmeer terugslaan (november 1643). Eén grote zegetocht voor Frankrijk werd 1643 dan ook weer niet. Maar toen Frankrijk terugkeerde naarFreiburg moesten Beieren en de keizerlijken er toch wijken (augustus 1644). En nóg een jaar later kon Beieren de Fransen nog eens tegenhouden teBad Mergentheim in Noord-Zwaben (mei 1645). Doch Frankrijk overwon Beieren en de keizerlijken teNördlingen in Noordwest-Beieren (augustus 1645). De Beier Mercy sneuvelde er. Frankrijk was Duitsland dieper aan het binnendringen. Toch was het nog niet de beslissende slag omdat door de ziekte van bevelhebber Condé zijn troepen zich terugtrokken. Maar dit bracht slechts drie jaar respijt. Uiteindelijk zou niemand Frankrijk nog kunnen beletten om naar Oostenrijk op te rukken en aansluiting met de Zweden te maken.

Het oorlogsverloop: de keizer verovert Bohemen (1) en dan dePalts (1) en rukt doorNoord-Duitsland op tot inDenemarken (2) waaropZweden de keizer terugslaat (3).Frankrijk valtSpanje aan in deZuidelijke Nederlanden (4) en inCatalonië (4) en dan de keizer in Beieren (5), terwijl de Franse bondgenoot Zweden keizerlijk Bohemen bezet (5), waarop de Dertigjarige Oorlog eindigt

Spanje bestrijdt Frankrijk, vooral in Italië en Catalonië

[bewerken |brontekst bewerken]

Spanjes aftakeling, eenmaal ingezet, bleek onstuitbaar. Spanje mislukte in zijn heroveringspoging van Portugal teMontijo (mei 1644) alsook in zijn belegering van het PortugeseElvas (november 1644).

In de Spaanse Zuidelijke Nederlanden verloor het aan de Republiek met 3.000 man tegen 15.000Hulst (november 1645) en zo het oosten vanZeeuws-Vlaanderen. Met nu de gehele zuidoever van deScheldemonding in Staatse handen was de blokkering ervan volledig. En Spanje boerde wel in de Zuidelijke Nederlanden achteruit, maar veel minder in eigen land, in Italië of in zijn koloniën. Het was duidelijk dat Spanje de Zuidelijke Nederlanden nu verwaarloosde, en voor zover er nog naar omgekeken werd alle aandacht toegespitst op Frankrijk, niet op de Republiek. Frankrijk en de Republiek namen nu ookMardijk in (augustus 1646) en de Fransen vervolgens nog Duinkerke (oktober 1646).

Daarentegen mislukte Frankrijks belegering vanLerida inCatalonië (mei-november 1646). Voor de Toscaanse kust bleef een Frans-Spaanse zeeslag onbeslist, waarop Frankrijks bondgenoot Savoye zijn beleg van het Zuid-ToscaanseOrbetello opgaf (juni 1646). Frankrijk mislukte alweer in de belegering van het Catalaanse Lerida (mei-juni 1647).

Spanje geraakte in Azië aan de Republiek wel Noord-Formosa kwijt (1646) maar sloeg in deFilipijnen, in deBaai van Manilla, toch een Staatssmaldeel terug (juni 1647).

Spanje, Beieren en de keizer waren uitgeput, maar Frankrijk en Zweden eveneens. In het Duitse Rijk werd er in1646 nog maar weinig gevochten en in1647 lag de oorlog buiten Lerida en Manila op bijna alle fronten stil.Oorlogen sleepten destijds zo lang aan omdatsoldaten bijeenhouden zo duur was.Geschut en tros konden immers slechts in de droge seizoenen oprukken. Daarbuiten maakte de neerslag de aarden wegen onbruikbaar. Veel steden waren versterkt, en vormdenforten die stuk voor stuk veroverd moesten worden. Geldgebrek, de slechte belastingheffing en legers die leefden van het land, herleidden de oorlogen uiteindelijk tot afmattingsoperaties. Wanneer de tegenpartij het eerst uitgeput raakte, was succes verzekerd; dat was wat er in het Duitse Rijk gebeurde.

Frankrijk en Zweden winnen de oorlog

[bewerken |brontekst bewerken]

De langverwachte genadeslag volgde, toen de Franse legers van Condé enTurenne zich met de Zweden konden verenigen, en in het West-BeierseZusmarshausen (mei 1648) tussenUlm enAugsburg, verpletterden wat er nog over was van de keizerlijke en Beierse legers; hun opperbevelhebbers waren het oneens en vochten bovendien met 18.000 tegen 30.000 man. Zweden nam inPraag ook nog de kasteelburcht in (juni 1648), maar niet de stad (oktober-november 1648). Diezelfde zomer overwonnen de Fransen onder Condé het Spaans/Zuid-Nederlandse leger dat inFrans-VlaanderenLens (augustus 1648) heroverde.

Het waren die drie laatste krachtmetingen die de Dertigjarige Oorlog ten langen leste beëindigden. De Oostenrijkse Habsburgers, de Spaanse Habsburgers en Beieren gaven op. Frankrijk, Zweden en de Republiek waren de overwinnaars.

HetVerdrag van Münster tussenSpanje en deRepubliek wordt beëdigd (mei 1648)

Vrede van Westfalen (1648)

[bewerken |brontekst bewerken]

DeVrede van Westfalen bestond uit meerdere verdragen, waaronder deVrede van Münster tussen de Republiek en Spanje (januari 1648), en deVrede van Osnabrück tussen Zweden en het Duitse Rijk (oktober 1648) en hetVerdrag van Münster tussen Frankrijk en het Duitse Rijk (oktober 1648). Voor het eerst onderhandelden alle Europese staten samen. De voorbereidingen begonnen in 1637, de procedures werden in 1641 vastgelegd teHamburg, en vanaf 1645 begon het onderhandelen inMünster en inOsnabrück. De oorlog tussen Frankrijk en Spanje is niet opgenomen in de verdragen.

De Westfaalse verdragen beschrijven en initiëren de behoefte aan eenpolitiek evenwicht "opererend door en tussen de veelheid van staten".[3] Vanaf nu zullen de beginselen van bestuur steeds meer gebaseerd zijn op het primaat van de natie of staatsbelang (Raison d’état). Deze verdragen zijn een geleidelijk overgang van eenautoritaire orde van pastorale macht[4] naar een gouvernementele macht gebaseerd op een politieke rationaliteit die de politieke economie van desoevereine staat begunstigt, de laatste zelf een fundament van het moderne en hedendaagseinternationaal recht.[5] De verdragen bepaalden dus de diplomatieke relaties tussen de Europese staten voor de komende 150 jaar, onder andere met de erkenning van desoevereiniteit en hetniet-inmengingsbeginsel.

Inzake godsdienst keerde men terug naar destatus quo ante, Bohemen uitgezonderd.

De Italiaanse staten Savoye,Genua,Mantua,Lucca, hethertogdom Modena en Reggio, hethertogdom Parma en Piacenza enToscane werden onafhankelijk van het Duitse Rijk, alsmedeZwitserland en de Republiek.

Zweden en Frankrijk kregen Duitse gebieden en konden zo beide in deRijksdag zetelen. Zweden verkreeg inNoord-DuitslandWest-Pommeren én deOdermonding, alsook hetvorstendom Verden en de stad Bremen met deWezer- enElbemondingen. Frankrijk behield wat Elzasgebieden, alsookPhilippsburg enBreisach am Rhein, steden ten oosten van deRijn als uitvalsbases om het Heilige Roomse Rijk mee te bedreigen. En Frankrijk verwierf deSundgau rondMuhlhausen, wat de SpaanseFranche-Comté bedreigde. Bovendien bleef Frankrijk tien steden bezetten in deElzas, zodat hethertogdom Lotharingen omsingeld werd.

Brandenburg-Pruisen kreeg Oost-Pommeren/Voor-Pommeren en vier aanliggende bisdommen. De zoon vanFrederik V kreeg dePalts terug, doch Beieren behield deOpper-Palts.

Het Heilige Roomse Rijk verbrokkelde verder in meer dan 360 quasi-onafhankelijke staten. Het gezag van de keizer werd er grotendeels symbolisch.

Europa in1648 ná de Dertigjarige Oorlog. Maar Frankrijk bleef omsingeld door Spanje (rood) en diens (in tegenwijzerzin)Balearen, Sardinië,Sicilië, Zuid-Italië, Lombardije/hertogdom Milaan,Franche-Comté en Zuidelijke Nederlanden

Frankrijk verzwakte aldus de Habsburgse houdgreep. Het stond nu wel sterker aan de grenzen van het Heilige Roomse Rijk, maar Spaans Habsburg bleef met Zuid-Italië, Lombardije, de Franche-Comté en de Zuidelijke Nederlanden Frankrijk gedeeltelijk omsingelen. Frankrijk sloot daarom met Spanje geen vrede en zou het in deSpaans-Franse Oorlog (1635-1659) nog elf jaar bestrijden. Ook Spanjes Zuidelijke Nederlanden bleven zo in oorlog met Frankrijk.

En toen Frankrijk Spanje in1659 klein kreeg met deVrede van de Pyreneeën, kon het zijn Rijn-Alpen-Pyreneeëndoctrine verder nastreven.

Gevolgen

[bewerken |brontekst bewerken]
  • De oorlog veranderde de geopolitieke situatie in Europa voorgoed. De omsingeling van Frankrijk door Habsburgse bezittingen (koningschap over het Heilige Roomse Rijk, heerschappij over Oostenrijk en Spanje) werd doorbroken. De Habsburgers verloren hun dominante positie in Europa; de banden tussen de 360 staten in het Heilige Roomse Rijk werden nog losser, Spanje verloor Portugal en delen van de Zuidelijke Nederlanden. Er werd eenFranse dominantie gevestigd die standhield tot in de 19e eeuw. Frankrijk zou nu bijna veertig jaar lang (1648-85) Europa overheersen.Frans verving tijdens die onderhandelingen hetLatijn als diplomatieke taal. In Europa zou het Frans als diplomatieke taal aanhouden tot aan deTweede Wereldoorlog. Engeland kon door deEngelse Burgeroorlog amper deelnemen.
  • Tegelijkertijd was de oorlog eendiplomatieke mijlpaal. Ze begon als de laatstegodsdienstoorlog in Europa, maar diende ook het streven naar eenmachtsevenwicht (in dit geval door de inperking van de Habsburgse macht). Voortaan speelde in de Europese oorlogen het principe "machtsevenwicht" een grote rol. Ook diplomatieke onderhandelingen en gebruiken,soevereiniteit enniet-inmengingsbeginsel werden gemeengoed.
  • Ook op militair vlak had de oorlog grote invloed. Er werd immers vooral methuurlegers gevochten, die voornamelijk door plunderingen aan de kost kwamen. Tegelijkertijd werd echter de ontwikkeling naarstaande legers ingezet, wat bevoorrading,scholing enmilitaire politie vereiste. Soldaten moesten gedisciplineerd zijn en op beschaafdere wijze omgaan met de bevolking.
  • Volgens de laagste schattingen kostte deze oorlog aan 6 van de ongeveer 20 miljoenDuitsers het leven, wat 30% van de bevolking was. Andere schattingen gaan tot 12 miljoen slachtoffers.
  • De oorlog stond ook in het teken van de neiging der Europese vorsten om in hun land hetabsolutisme op te leggen. De staten in het Heilige Roomse Rijk beletten hun keizer dit door mee te vechten tegen hem, zelfs de katholieke staten (hetkeurvorstendom Beieren voorop). De Franseregent Richelieu slaagde er wel in dit in Frankrijk door te drukken. Het Engelse absolutisme eindigde daarentegen met de onthoofding vankoning Karel van Engeland, in 1649.
  • Ten slotte ontstonden toen oorzaken voorlatere oorlogen in deNederlanden. Spanje kon de Zuidelijke Nederlanden niet meer voldoende verdedigen, zeker niet tegen het oppermachtige Frankrijk. Om de Franse oostgrens te verschuiven tot aan de Rijn (Rijn-Alpen-Pyreneeëndoctrine) zou Frankrijk meermaals binnenvallen (Devolutieoorlog, Hollandse Oorlog, Tweede Frans-Spaanse Oorlog, Negenjarige Oorlog, Spaanse Successieoorlog). Bovendien groeide Engeland tijdens de Dertigjarige Oorlog uit totmaritieme grootmacht, waardoor het eveneens in botsing zou komen met de Republiek (Engels-Nederlandse Oorlogen).
De godsdienstige verdeeldheid in het Heilige Roomse Rijk en in deHabsburgse Nederlanden bij het begin van de Dertigjarige Oorlog

Parallel

[bewerken |brontekst bewerken]
ZieTachtigjarige Oorlog voor de strijd tussen Spanje en de Republiek (1621–1648)

Een deel van de Dertigjarige Oorlog speelde zich af in de Zuidelijke Nederlanden. De Republiek hervatte meteen na het Twaalfjarig Bestand de vijandelijkheden tegen Spanje (1621); voor de Republiek was de Dertigjarige Oorlog de voortzetting van deTachtigjarige Oorlog. Net zoals andere protestantse staten sloot ze zich aan bij Frankrijk, nochtans een katholieke staat. Spanje sloeg het beleg rond Bergen-op-Zoom en rond Breda op; de Republiek hielp bij hetbeleg van het calvinistische La Rochelle. De Republiek heeft verder enkel in de Zuidelijke Nederlanden gevochten. De aldaar gelegerde Spaanse troepen en deDuinkerker kapers verzetten zich tegen deze invasies, maar verloren belangrijke steunpunten: Maastricht (1632), Breda (1637) en Hulst (1645).

Frankrijk viel vanuit het zuiden binnen en veroverde o.a.Artesië, Duinkerke en delen van Frans-Vlaanderen. Pas in 1658 beëindigde Frankrijk hier zijn veldtochten (Vrede van de Pyreneeën). Frankrijks aanvallen leidden tot deontstedelijking en het economische verval van dit deel van de Nederlanden (tot ca. 1960!).

De Republiek hield aan de Dertigjarige Oorlog definitieve erkenning als onafhankelijke staat door Spanje over. Tezelfdertijd kwam echter ook een einde aan de droom van hereniging met de Zuidelijke Nederlanden.

Literatuur

[bewerken |brontekst bewerken]
  • Peter H. Wilson,Europe's Tragedy. A New History of the Thirty Years War, 2009,ISBN 9780713995923
  • Dick Harrison,De Dertigjarige Oorlog. De allereerste wereldoorlog (1618-1648), Omniboek, 2018,ISBN 9789401911184 (vertaling)

Noten

  1. Wright, J. (2004),De Jezuïeten, p. 41
  2. De Republiek 1477-1806,J.I. Israel, Franeker, 1996, p. 516
  3. S. Malette,La « gouvernementalité »Michel Foucault, M. A., Faculté de Philosophie, Université Laval - Québec, 2006, 115 p., p. 78,PDF[dode link]
  4. Sécurité, territoire, population : cours au Collège de France. 1977-1978, analyse van « pouvoir pastoral », Michel Foucault, Gallimard, Hautes Études, Paris, 2004 p. 131
  5. Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikelGuerre de Trente Ans op de Franstalige Wikipedia, dat onder de licentieCreative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie debewerkingsgeschiedenis aldaar.

Externe link

Bibliografische informatie
Op andereWikimedia-projecten

Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Dertigjarige_Oorlog&oldid=69611026"
Categorie:
Verborgen categorie:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp