Den Oudsten Bussen BV (tot 1945: Den Oudsten & Domburg) | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Den Oudsten B96 Alliance City (Haagse bus) | ||||
Oprichting | 1926 | |||
Opheffing | 2001 | |||
Oorzaak einde | "gebrek aan orders" | |||
Oprichter(s) | Marinus den Oudsten en Floris Domburg | |||
Land | ![]() | |||
Hoofdkantoor | Utrechtsestraatweg,Woerden | |||
Producten | Autobussen,touringcars | |||
Industrie | auto-industrie | |||
|
Den Oudsten Bussen BV was eenNederlandseautobusfabriek aan de Utrechtsestraatweg teWoerden, die in 1926 werd opgericht door Marinus den Oudsten en Floris Domburg en in 2001 werd gesloten wegens het ontbreken van voldoende orders.
Tot in deTweede Wereldoorlog heette dezecarrosseriefabriekDen Oudsten & Domburg. In de jaren dertig bouwde deze fabriek vele bussen voor Nederlandse bedrijven, waaronder grote aantallenOpel- enBedford-bussen voor de toenmaligeGEBRU ter vervanging van destadstram inUtrecht. Na debevrijding gingen de beide firmanten uit elkaar. In 1947 startte Floris Domburg in het nabijgelegenMontfoort het bedrijfCarrosseriebouw Domburg, dat tot in de jaren zeventig eveneens veel bussen heeft gebouwd, vooraltouringcars.
Den Oudsten ging alsfamiliebedrijf verder en leverde in de jaren vijftig en zestig velestreekbuscarrosserieën opchassis van onder meerLeyland,DAF,Scania Vabis,Guy enVolvo aan grote klanten als deGTW, de participanten in deTP en dedochterondernemingen van deNS. Daarnaast heeft Den Oudsten veeltouringcars geleverd.
Naast bussen op chassis begon Den Oudsten met de constructie van bussen metzelfdragende carrosserie, waarvan de eerste vier in 1956 geleverd werden aan NS-dochterStreekvervoer Walcheren. Deze bussen met demerknaamLeyhol Special LHS-Den Oudsten waren opgebouwd met Leyland-componenten. Ook deWoerden 12S-stadsbus uit 1962-1963 voor de firmaEltax inLeiden, op een aangepast DAF-chassis met de motor achterin, was een eigen bustype van Den Oudsten. De beideprototypen verhuisden van Leiden naarDe City inEindhoven, waar ze zo goed bevielen dat er in 1965-1966 nog 16 exemplaren werden aangeschaft met een markante, door Den Oudsten ontworpen voorruitconstructie. Bussen die daarmee waren uitgerust, kregen al gauw debijnaamDuikboot, ontleend aan een film overJules VernesKapitein Nemo. Diens onderzeeërNautilus had aan de voorkant een grote glazen zichtkoepel waardoor de stuurman onder de boot kon kijken. Zo'n opvallende, naar voren stekende voorruit had dit Den Oudsten-model ook. Er zijn tussen 1962 en 1967 tientallen 'duikboten' geleverd op Leyland-chassis aan vooralGTW,GEVU enGVG, maar ook vijftien stuks alszelfdragende bus met de merknaamLeyland-Den Oudsten LO aan de NS-dochtersGADO,GDS enRTM.
Voor de gezamenlijke NS-dochters bouwde men in 1964-1967 ook 80 enigszins gemodificeerde exemplaren van de zelfdragendebolramer-streekbus. In 1968 bouwde Den Oudsten totaal 40 standaardstadsbussen in opdracht van deCommissie Standaardisering Autobusmaterieel (CSA), die het Den Oudsten-product wilde vergelijken met dat van de hoofdleverancierHainje. Van deze serie van 40 bussen gingen tien naar elk van de bedrijvenHTM,RET,GEVU enGVB.
Na het verdwijnen van de busdivisie vanWerkspoor in 1962 en vanVerheul in 1970 bleef Den Oudsten over als de voornaamste leverancier van bussen voor het Nederlandsestreekvervoer. Den Oudsten was in de jaren zeventig en tachtig, en deels ook nog in de jaren negentig, voornamelijk bekend als de bouwer van verreweg de meeste - 4706 - exemplaren van destandaardstreekbus. Die waren meestal gebouwd opDAF MB200-chassis of als zelfdragende Leyland-Den Oudsten LOB. De opvolger werd deDen Oudsten B88. Tientallen jaren bestond het wagenpark van vrijwel elk Nederlands streekvervoerbedrijf in meerderheid uit Den Oudsten-bussen. Ook enkelebuspachters van deBelgischeNMVB en de opvolgers daarvan, deVlaamse Vervoermaatschappij "De Lijn" en deWaalseTEC, hebben een aantal Den Oudsten-bussen in hun wagenpark gehad.
In 1980 werd de busbouwerVan Rooijen inMontfoort overgenomen, die vooralsnog onder eigen naam bleef produceren. In 1986 kocht een van de toenmalige directeuren van het familiebedrijf, Jan den Oudsten, deCanadese busbouwer Flyer Industries en hernoemde die inNew Flyer Industries. Dit bedrijf, dat alsNFI Group in 2020 nog steeds succesvol opereert op deAmerikaanse en Canadese markt, stond formeel los van Den Oudsten Bussen BV, maar deelde daarmee wel hetbedrijfslogo. In 1997-98 heeft de Woerdense fabriek deassemblage verricht van ongeveer 100 bussen van New Flyer, bestemd voor de Amerikaanse markt. Met een ander Canadees bedrijf,Nova Bus, werkte Den Oudsten samen bij de ontwikkeling vanlagevloerbussen.
In 1990 werd familiebedrijf Den Oudsten verkocht aanUnited Bus, waarvan ookDAF Bus enBOVA deel uitmaakten. United Bus was geen succes en in 1993 werd Den Oudsten meegesleept in hetfaillissement van het moederbedrijf. Den Oudsten kon eendoorstart maken, doordat Jan den Oudsten de boedel had teruggekocht. De bussen werden toen ook geleverd naar Duitsland, België, Griekenland, Palestina en Zweden. Nergens kreeg Den Oudsten vaste voet en het bleef bij die enkele levering.
In de jaren negentig kwam Den Oudsten met de succesvolleAlliance-serie, waaronder deB96 Alliance City. De Alliance-bussen konden vanaf 1990 geleverd worden als zelfdragende bus met eenmotor van DAF, Volvo ofMAN. Er waren naast de zelfdragende Alliance ook versies leverbaar op chassis van b.v.DAF/VDL, Volvo ofIveco, meestal metheckmotor, maar naar keuze ook metunderfloor motor.
Rond de eeuwwisseling werd in samenwerking metFokker Space enDuvedec gewerkt aan de ontwikkeling van deinnovatieve busconceptenX97,X98 enAvance, maar tot serieproductie is het niet meer gekomen. De vanzelfsprekende klandizie van Nederlandse openbaarvervoerbedrijven bestond niet meer. Doordat de vervoerbedrijven op devrije markt bussen bij buitenlandse busbouwers gingen inkopen, kwam het bedrijf rond de eeuwwisseling opnieuw in financieel zwaar weer terecht. Den Oudsten had wel enig succes metexport van bussen, maar dat woog niet op tegen de inzakkende thuismarkt. In 2001 hield Den Oudsten wegens ontbreken van voldoende orders op te bestaan.
Techno Service Nederland (TSN), een dochteronderneming vanConnexxion, had de onderdelenvoorraad en technische kennis overgenomen om de Den Oudsten-bussen op de weg te kunnen houden, maar toen die aan het einde van hun levenscyclus kwamen, was dat niet meer nodig. De laatste Den Oudsten-bussen in het Nederlandse openbaar vervoer werden eind 2019 buiten dienst gesteld bij de RotterdamseRET.
Diverse Nederlandse streekbussen werden na een arbeidzaam leven geëxporteerd naar het buitenland. In 2008 reden er bijvoorbeeld nog veel Den Oudsten-bussen inCuba enGeorgië.
Jan den Oudsten, zoon van medeoprichter Marinus den Oudsten en jarenlang directeur van het familiebedrijf, overleed op 29 maart 2023 op 92-jarige leeftijd.[1]
Verschillende Den Oudsten-bussen zijn bij museumbusstichtingen terechtgekomen. Zo bezit deStichting Veteraan Autobussen meerdere Den Oudsten-bussen, waaronder het laatste gebouwde exemplaar op het DAF MB200-chassis,VAD 3931 en een van de laatstegelede bussen op het DAF MBG205-chassis,BBA 881.
HetHaags Bus Museum bezit meerdere Den Oudsten-bussen, zoals eenbolramer-streekbus, eenDen Oudsten B96lagevloerbus en eengelede bus van het type B93.
HetNationaal Bus Museum in Hoogezand heeft een grote hoeveelheid Den Oudsten-bussen in zijn collectie: