DeDeense kroon (Deens:Dansk krone,Faeröers:Donsk króna,Groenlands:Danskinut koruuni) is demunteenheid die inDenemarken en het Deense gebiedsdeelGroenland wordt gebruikt. Hoewel deFaeröer ook een gebiedsdeel van Denemarken zijn, hebben deze een afzonderlijke munteenheid genaamd deFaeröerse kroon, die overigens 1:1 gekoppeld is aan de Deense kroon. Een kroon is verdeeld in 100øre. DeISO 4217-code is DKK.
Op het moment zijn er munten van 50 øre en 1, 2, 5, 10 en 20 kronen in omloop. De munt van 25 øre is op 1 oktober 2008 afgeschaft. Voor speciale gelegenheden worden soms munten met de grotere waarden van 50, 100, 200 of 1000 kronen uitgegeven. De munten werden tot 2017 geslagen doorDen Kongelige Mønt, sindsdien door de Finse muntSuomen Rahapaja. Naast deze munten zijn er bankbiljetten van 50, 100, 200, 500 en 1000 kronen.
De oudste officiële munt van Denemarken werd in 995 uitgegeven en staat bekend alsSvend Tveskæg.[1] Svend Tveskæg was de eerste heerser van Denemarken die zijn naam op de munt liet slaan. Van de munt zijn er zo'n 20.000 geslagen. Het wordt als de eerste Deense munt gezien omdat er de naam van de koning en het land op staat. Dit neemt niet weg dat er munten van oudere datum in Denemarken zijn gevonden.
In 1818 werd deDanmarks Nationalbank opgericht. Deze bank kreeg een monopolie op de uitgifte van bankbiljetten. Het recht om munten te slaan bleef bij de regering tot 1975. In dat jaar ging dit recht ook over naar de Deensecentrale bank.
In 1871 ging Duitsland over van eenzilveren standaard naar degouden standaard. Engeland had al langer de gouden standaard. Dit waren de twee belangrijkste handelspartners van Denemarken en mede hierom besloot het land ook over te stappen op de gouden standaard.[2] In 1931 besloot de Deense centrale bank geen kronen meer om te wisselen in goud.[2]
De kroon is in1873 als wettig betaalmiddel van Denemarken geïntroduceerd. De kroon verving de rigsdaler waarbij één rigsdaler werd omgewisseld in twee Deense kronen.[2] Deze actie was een resultaat van deScandinavische Monetaire Unie, die tot deEerste Wereldoorlog bestond. De aanvankelijke partijen aan demonetaire unie waren de Scandinavische landenZweden en Denemarken;Noorwegen trad twee jaar later toe.
Direct na deTweede Wereldoorlog deed Denemarken mee met de afspraken vanBretton Woods.[2] De waarde van de kroon werd gekoppeld aan die van deAmerikaanse dollar. Dit systeem van vaste wisselkoersen bleef tot de begin jaren 70 van kracht. Hier kwam hetEuropees Wisselkoersmechanisme voor in de plaats waar Denemarken zich aan committeerde.
Alhoewel Denemarken onderdeel uitmaakt van deEuropese Unie (EU), heeft de Deense bevolking via een referendum, gehouden op 28 september 2000, bepaald dat de munteenheid niet door deeuro vervangen wordt.[2] Hiermee is de Deense kroon samen met deZweedse kroon, de Hongaarse forint en de Poolse Zloty een uitzondering binnen de EU. Vooral in toeristische gebieden staan winkeliers en horecagelegenheden toe dat met deeuro wordt betaald.
Vóór de komst van de euro was de kroon verbonden met deDuitse mark. De kroon is nauw verbonden aan de euro viaERM II, het wisselkoersmechanisme van deEuropese Unie. Sindsdien beweegt de wisselkoers zeer weinig, gemiddeld is 1 euro gelijk aan 7,45 Deense kroon, plus of min twee øre.