De pruim | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Kunstenaar | Édouard Manet | |||
Jaar | circa1877 | |||
Techniek | Olieverfschilderij | |||
Afmetingen | 73,6 × 50,2 cm | |||
Museum | National Gallery of Art Collectie van dhr. en mevr. Paul Mellon | |||
Locatie | Washington D.C. | |||
Inventarisnummer | 1971.85.1 | |||
|
De pruim ofPruimenlikeur (Frans:La Prune,Engels:The Plum ofPlum Brandy) is een schilderij vanÉdouard Manet. Het stamt uit circa 1877 en toont een jonge vrouw aan een cafétafel. In onderwerp en atmosfeer heeft het doek enige gelijkenis metDe absintdrinkster vanEdgar Degas uit 1876. Sinds 1971 is het te zien in deNational Gallery of Art inWashington D.C.
Aan het eind van de negentiende eeuw nam hetcafé een belangrijke plaats in het stedelijk leven vanParijs in. Kunstenaars, filosofen en anderebohemiens kwamen er samen, dronken en voerden verhitte discussies. Ook Manet was een fervent caféganger. In de jaren 70 van de negentiende eeuw was hij vaak te vinden in hetCafé de la Nouvelle Athènes aan dePlace Pigalle, waar hij andere schilders zoals Degas,Monet enRenoir ontmoette, maar ookÉmile Zola enStéphane Mallarmé.[1]
Aan het eind van zijn leven heeft Manet een aantal doeken geschilderd die het café als thema hebben, waarvanEen bar in de Folies-Bergère waarschijnlijk het bekendst is. InDe pruim kiest de schilder er echter voor om slechts één bezoekster af te beelden. Een jong meisje zit achter een marmeren tafel, met haar hoofd op haar rechterhand. Tussen haar vingers steekt een niet aangestoken sigaret en voor haar staat een pruim inbrandewijn, een populair drankje in die tijd. Ze draagt een roze jurk met daaronder een witte blouse met ruches; op haar hoofd een zwart hoedje versierd metzijde enkant. Het zou hier kunnen gaan om eenprostituée die wacht op een klant, maar haar nette kleding wijst eerder op een respectabel beroep, zoals een winkelbediende of naaister. Met een dromerige, haastmelancholische blik staart zij naar een punt buiten het schilderij. Manet brengt hier eenzaamheid als keerzijde van het bruisende stadsleven tot uitdrukking.[1] Toch is het tafereel veel hoopvoller danDe absintdrinkster, waar de hoofdpersonen voorgoed verloren lijken.
Hoewel het zeer goed mogelijk is dat de schilder zijn inspiratie opdeed in hetCafé de la Nouvelle Athènes, werkte hij het doek in zijn atelier verder uit. Volgens de Ierse schrijverGeorge Moore bezat Manet daar een marmeren cafétafel.[2] Ook de achtergrond met het rooster komt niet overeen met de werkelijke situatie in het café, zoals die bijvoorbeeld is afgebeeld opDe absintdrinkster. Als model wordt vaakEllen Andrée genoemd, die ook al figureerde op het doek van Degas.[3]