Commentarii rerum in Gallia gestarum (lat. "Commentaren op de gebeurtenissen in Gallië"), beter bekend als(Commentarii) de bello Gallico ("(Commentaren) over de Gallische oorlog") is een werk geschreven door deRomeinsestaatsman enstrateegJulius Caesar over zijnverovering vanGallië. Nadat deRomeinse Republiek eerder onder meer tijdens dePunische oorlogen grote gebieden rondom deMiddellandse Zee had onderworpen, veroverde deze in zijn nadagen onder Caesar continentale gebieden buitenItalia.
Zoals elke Romeinsegeneraal schreef ook Julius Caesar in opdracht van desenaat ambtelijke verslagen over zijn talrijke veldtochten. Het bekendste verslag gaat over de verovering van Gallië (ongeveer58 v.Chr. tot50 v.Chr.). Caesar slaagde erin om aan zijn verslagen een eigen typerende stijl te geven. Het volledige verslag bestond uit achtboeken - zij het geen boeken zoals wij ze kennen, maar eerderperkament- of waarschijnlijker nogpapyrusrollen. De eerste zeven boeken werden door Caesar zelf geschreven; het achtste boek werd later toegevoegd doorAulus Hirtius, een van Caesars officieren. Caesar gebruikte voor deze boeken de analytische verslaggeving. Elk oorlogsjaar is vastgelegd in één boek.
De Bello Gallico diende meerdere doelen:
informatie: Caesars tijdgenoten en het nageslacht inlichten over zijn "roemrijke" daden.
propaganda: Caesar wilde op de vooravond van zijn strijd metPompeius de openbare opinie in zijn voordeel beïnvloeden.
apologie: zijn daden in Gallië goedpraten en zichzelf verdedigen tegenover de senaat en zijn politieke tegenstanders.
Het document geldt als een belangrijk bron voorhistorici, hoewel Caesar er niet voor terugdeinsde feiten te verzwijgen of te verdraaien ter meerdere eer en glorie van zichzelf.
De Bello Gallico is bijna uitsluitend in de derde persoon geschreven, omdat deze verslagen (door iemand anders) werden voorgelezen in de senaat in de hoofdstad Rome.
In hetAllard Pierson Museum in Amsterdam wordt het oudste middeleeuwse afschrift van deDe Bello Gallico bewaard. Het is een manuscript dat in de eerste helft van de negende eeuw geschreven werd door monniken in deabdij van Fleury. Na zeer veel omzwervingen kwam het afschrift in 1650 in bezit vanJan Six. In 1706 werd het verworven door het Athenaeum Illustre, de voorloper van deUniversiteit van Amsterdam. Het wordt ook wel benoemd als de ‘Codex Amstelodamensis 73’. Het is het oudste in Amsterdam aanwezige boek.
Het begin van het werk is beroemd. Caesar schreef hier nochtans niet als een kenner van de Gallische cultuur, zijn indeling in "Belgae", "Galli" en "Aquitani" is arbitrair. Niets wijst er op dat er grote verschillen waren tussen deze groepen.[bron?]
1. Gallia est omnis divisa in partes tres, quarum unam incolunt Belgae, aliam Aquitani, tertiam qui ipsorum lingua Celtae, nostra Galli appellantur.2. Hi omnes lingua, institutis, legibus inter se differunt. Gallos ab Aquitanis Garunna flumen, a Belgis Matrona et Sequana dividit.3. Horum omnium fortissimi sunt Belgae, propterea quod a cultu atque humanitate provinciae longissime absunt, minimeque ad eos mercatores saepe commeant atque ea quae ad effeminandos animos pertinent important, proximique sunt Germanis, qui trans Rhenum incolunt, quibuscum continenter bellum gerunt.4. Qua de causa Helvetii quoque reliquos Gallos virtute praecedunt, quod fere cotidianis proeliis cum Germanis contendunt, cum aut suis finibus eos prohibent aut ipsi in eorum finibus bellum gerunt.
1. Gallia is in zijn geheel verdeeld in drie delen. In één daarvan wonen deBelgae, deAquitani in een ander en in het derde diegenen die in hun eigen taalCeltae genoemd worden en in de onzeGalli.2. Allen verschillen onderling in taal, instellingen en wetten. De Galliërs worden door de rivier deGarunna van de Aquitaniërs en door deMatrona en deSequana van de Belgae gescheiden.3. De Belgae zijn de dappersten van allemaal, omdat ze het verst verwijderd zijn van de cultuur en de beschaving van deprovincia en er slechts zeer zelden kooplui dingen komen brengen die bijdragen tot de verwekelijking van hun geesten, en omdat ze vlak bij deGermanen leven, die aan de andere kant van deRijn wonen en met wie ze voortdurend oorlog voeren.4. Om die reden overtreffen ook deHelvetiërs de overige Galliërs in moed, omdat ze bijna dagelijks strijd voeren met de Germanen. Ze weren hen ofwel van hun eigen grondgebied, of voeren zelf oorlog op het grondgebied van de Germanen.
The Landmark Julius Caesar. The Gallic Wars and the Civil War, Engelse vertaling van Kurt A. Raaflaub en Robert B. Strassler, 2017.ISBN 9780307377869
C. Julius Caesaris Belli Gallici Libri VII enCommentaar op C. Julius Caesaris Belli Gallici Libri VII, eds. J.J.E. Hondius en J.A. Schuursma, 2 dln., Noordhoff, Groningen, 1970-1967
C. Iuli Caesaris commentarii, vol. 1,Commentarii Belli Gallici, eds. Alfred Klotz en W. Trillitzsch, Leipzig, 1957