Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Dagan

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Een moderne interpretatie van Dagan.

Dagan ofDagon was een vruchtbaarheidsgod en god van het koren en delandbouw in deKanaänietische en in deMesopotamische mythologie, die vereerd werd door de vroegereAmorieten, door de volken vanEbla enUgarit. De hoofdgodDagon van de latereFilistijnen, die door deIsraëlieten gedemoniseerd werd, was mogelijk dezelfde of alleszins van de vruchtbaarheidsgod afgeleid. Dagon kwam uitdrukkelijk voor in Filistijnse opvattingen over dood en leven na de dood.

Men beschouwde Dagan vaak als voorvader vanBaäl, de heer van regen en vruchtbaarheid. Verschillende koningen van Akkad enBabylonië verklaarden zichzelf "Zonen van Dagan" (onder meerHammurabi enAssurnasirpal II.)

In de stadAshdod werd in de4e eeuw na Chr. eenDagon vereerd, maar hij was daar eengodheid die met de zee werd geassocieerd (Dag betekentvis in hetHebreeuws). Hij werd hier afgebeeld met een vissestaart. Er stond een tempel voor deze Dagon inGaza, welke volgens de Bijbel doorSimson werd vernietigd doordat die er de draagzuilen van neerhaalde. Er is nog discussie over de identiciteit van Dagon met Dagan.

Naamherkomst en etymologie

[bewerken |brontekst bewerken]

Zijn naam komt voor inUgaritisch alsdgn (waarschijnlijkgevocaliseerd alsDagnu), in hetAkkadisch alsDagana,Daguna, in hetHebreeuws alsדגון (in moderne transcriptieDagon, Tiberisch HebreeuwsDāḡôn), en in moderne talen meestal alsDagan.

In het Ugaritisch betekentdgn ookgraan. Zo is ook in het Hebreeuwsdāgān, Samaritaansdīgan, een archaïsch woord voorgraan, misschien gerelateerd aan Midden-Hebreeuws en Joods-Arameesdgnʾ 'opengesneden worden' of hetArabischdagn 'regen-(wolk). De Fenicische schrijverSanchuniathon zegt ook datDagonSiton betekent, hetGriekse woord voorgraan. Sanchuniathon verklaart verder: "En Dagon werd, nadat hij graan en ploeg ontdekte,Zeus Arotrios genoemd."Arotrios betekent "ploeger", "landbouw aangaande".

Historische en archeologische bronnen

[bewerken |brontekst bewerken]

De god Dagon verschijnt voor het eerst in uitgebreidere optekeningen rond 2500 v.Chr. in de SyrischeMari-teksten en inAmoritische persoonsnamen waarbij de godenIlu (El), Dagan, enAdad algemeen voor komen.

InEbla (Tell Mardikh) was Dagan vanaf minstens 2300 v.Chr. de hoofdgod van hetpantheon van destadstaat met zo'n 200 goden. Hij droeg er deepithetaBE-DINGIR-DINGIR, "Heer van de goden" enBekalam, "Heer van het land". Zijn gezellin stond bekend alsBelatu, "Dame". Beiden werden vereerd in een groottempelcomplex genaamd E-Mul, "Huis van de Ster". Er waren een volledig kwartier en verschillende stadspoorten in Ebla genoemd naar Dagan. Dagan wordtti-lu ma-tim, "dauw van het land" genoemd en ookBe-ka-na-na, mogelijk "Heer vanKanaän. Hij werd ook als de heer van vele steden genoemd:Tuttul, Irim, Ma-Ne, Zarad, Uguash, Siwad, en Sipishu.

In een brief aan koningZimri-Lim vanMari uit 1900 v.Chr. en geschreven door Itur-Asduu (ambtenaar aan het hof van Mari engouverneur van de Bijbelse stad Nahor) wordt een interessante referentie naar Dagan gemaakt. (ANET, p. 623). Het gaat over een droom van een 'man van Shaka' waarin Dagan verscheen. Daarin weet Dagan Zimri-Lims mislukking in het onderwerpen van de koning van deYaminiten aan diens falen verslag aan Dagan uit te brengen inTerqa. Dagan belooft alsnog, indien Zimri-Lim daarmee klaar is, dat hij 'de koningen van de Yaminiten gebraden aan een vissersspit voor hem zal neerleggen.'

Rond 1300 v.Chr. had Dagon een grote tempel in Ugarit en stond er derde in het pantheon waarin hij een vadergod en Ēl opvolgde met na hemBaīl Ṣapān. Dat was de god Haddu ofHadad/Adad. Maar in de mythologische teksten van Ugarit wordt Dagon alleen vermeld als doorgaand voor de vader van de god Hadad.

Volgens Sancuniathon was Dagon de broer van Ēl/Kronos en evenals hij zoon van de Hemel/Uranus en Aarde en was hij niet werkelijk de vader van Hadad. Want Hadad werd door de Hemel voortgebracht bij eenconcubine voor hij werd gecastreerd door zijn zoon, Ēl, waarna de in verwachting zijnde concubine aan Dagon werd gegeven. Dus volgens deze versie is Dagon dan de halfbroer en stiefvader van Hadad. Voor de rest is er praktisch geen mythologie over Dagon overgebleven.

Dagan wordt occasioneel vermeld in vroege Sumerische teksten. Hij treedt daar pas op de voorgrond in latere Akkadische inscripties. Deze stellen hem voor als een machtige krijgshaftige beschermer die soms metEnlil wordt gelijkgesteld. De vrouw van Dagan was volgens bepaalde bronnen de godinSjala (ook als de vrouw van Adad vernoemd en soms metNinlil gelijkgesteld). In andere teksten is zijn vrouwIshara.

Koning Hammurabi noemt zichzelf in de inleiding tot zijn bekende wet 'de onderwerpen van de vestingen langs de Eufraat met de hulp van Dagan, de schepper'. Een inscriptie omtrent de expeditie van Naram-Sin naar de Ceder Berg zegt (ANET, p. 268): "Naram-Sin versloeg Arman en Ibla met het 'wapen' van de god Dagan die zijn koninkrijk vergroot". De stele vanAshurnasirpal II (ANET, p. 558) herinnert aan Ashurnasirpal als de gunsteling vanAnu en Dagan. In een Assyrisch gedicht komt Dagan naastNergal enMisharu voor als een doodsrechter. Een laat-Babylonische tekst maakt van hem de onderwereldse gevangenisbewaker van de zeven kinderen van de god Emmesharra.

De Fenicische inscriptie op de sarcofaag van koningEshmunazar vanSidon (400 v.Chr.) zegt (ANET, p. 662): "Verder gaf de Heer der Koningen ons Dor en Joppa (Jaffa), de machtige landen van Dagon die zich in de vlakte van Sharon bevinden".

Dagan werd soms in koningsnamen gebruikt: Iddin-Dagan (c. 1974–1954 BCE) en Ishme-Dagan (c. 1953–1935). Deze laatste naam werd ook door twee Assyrische koningen gebruikt:Ishme-Dagan I (c. 1782–1742 BCE) andIshme-Dagan II (c. 1610–1594  v.Chr.).

Bijbel

[bewerken |brontekst bewerken]

Dagon wordt ook in deHebreeuwse Bijbel vernoemd (1. Boek Samuel 5, 1-7; Boek der Rechters 16, 23ff).

Literatuur

[bewerken |brontekst bewerken]
  • ANET = Ancient Near Eastern Texts, 3rd ed. with Supplement (1969). Princeton: Princeton University Press.ISBN 0-691-03503-2.

Externe link

[bewerken |brontekst bewerken]
·Overleg sjabloon (de pagina bestaat niet) ·Sjabloon bewerken
Godheden en oerwezens in deMesopotamische religies     (Portaal:Mesopotamië)
Mesopotamië:Anu ·Anatu/Antu ·Anunnaki ·Aruru ·Ašerah ·Apsu ·Dagan ·Enlil ·Enki ·Gula ·Hubal ·Kingu ·Lisin ·Mami ·Nammu/Nanu ·Namtar ·Nanna/Nusku/Utukku ·Nanibgal ·Nanše ·Ningišzida ·Ninhursag ·Ningirsu/Ninurta ·Šedu ·Tiamat ·Papulegara ·Utnapishtim ·Utu
Sumer:Apsu ·Dazimua ·Damu/Dumu(z)zi ·Enlil ·Geštinana ·Giz(z)ida ·Inanna ·Lamaštu ·Nanna(r) ·Nidaba ·Nina ·Ninazimua ·Nindara ·Ningal ·Ningal ·Ningikuga ·Ninhursag ·Ninimma ·Ninlil ·Nininsinna ·Sin ·Utu
Akkad:Adad ·Ašratu(m) ·Atgi-makh ·Atrahasis ·Bel ·Bunene ·Eresjkigal ·Gugalana ·Isjtar ·Karibu ·Kettu ·Kur ·Lahamu ·Lahmu ·Mešaru ·Ninib ·Ninsun ·Šala ·Sjamasj
Babylonië:Adad ·Adapa ·Allatu ·Anšar/Kišar ·Anu ·Ea ·Eresjkigal ·Isjtar ·Laz ·Lilitu ·Mardoek ·Nergal ·Ninazu ·Sjamasj ·Sin ·Belili/Tammuz
·Overleg sjabloon (de pagina bestaat niet) ·Sjabloon bewerken
Godheden en oerwezens in deKanaänitische enFenicische mythologie
Kanaän:Anat ·Anath ·Arsay ·Asherah ·Asherat ·Ashtoreth ·Astaroth ·Astarte ·Athirat ·Atirat ·Baäl ·Baälat ·Dagan/Dagon ·Dido ·El ·Keret ·Kotharoth ·Qetesh ·Tammuzi
Fenicië:Adon(is) ·Anath ·Asherah ·Astarte ·Baäl ·Dagon ·Dido ·El ·Esjmoen ·Hadad ·Hammon ·Jemsjid ·Kathirat ·Kotar ·Leviat(h)an ·Mot ·Melqart ·Resjef ·Sjachar en Sjalim ·Sjamasj ·Sjapasj ·Tanit ·Yam(m)
Bibliografische informatie
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Dagan&oldid=62394500"
Categorieën:
Verborgen categorie:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp