DeDaciërs (Latijn:Daci, Roemeens:Daci, Grieks:Dákai) waren eenIndo-Europees volk datDacië (huidig Roemenië) en delen vanMoesia bewoonde. De eerste vermelding van het Dacische volk dateert uit de Romeinse tijd. De Daciërs bleken een tak van deGeten te zijn, dus waren ze ook eenThracisch volk.
De Daciërs woonden vooral inTranssylvanië en het westen vanWalachije. In Oost-Walachije en deDobroedzja woonden de verwanteGeten. InMoldavië leefden de eveneens verwanteKarpen (naar wie deKarpaten zijn vernoemd), die aan onderwerping door de Romeinen ontsnapten.
Het Dacische volk zou ca. 2.000.000 zielen hebben geteld. In die tijd was het normaal dat 1/10 van de totale bevolking in het leger zou zitten; men kan dus stellen dat het Dacische leger een omvang moet hebben gehad van 200.000 man.Met deze getallen zouDacië destijds het grootste inwonertal gehad hebben van Europa, op hetRomeinse Rijk na.
In106 werd Dacië veroverd door hetRomeinse Rijk. Hierna lietTrajanus 150.000 Daciërs wegvoeren.De overgebleven Daciërs vermengden zich na de verovering met de kolonisten en namen deLatijnse taal over. Hun nakomelingen zouden eeuwenlang meestal worden aangeduid met de naamWalachen, die hun door deSlaven werd gegeven. Pas sinds de 19e eeuw kreeg Dacië de huidige naam Roemenië.
De vraag, of de huidigeRoemenen inderdaad afstammen van de oude Daciërs, heeft aanleiding gegeven tot een fel dispuut tussen Roemeense en Hongaarse historici. De eersten nemen dit zonder meer aan; de tweeden betwisten dit standpunt. Eencommunis opinio over deze kwestie bestaat niet, maar de argumenten voor het Roemeense standpunt worden door buitenlandse historici over het algemeen toch wel het meest overtuigend gevonden. Veel oud-Roemeense tradities alsook woordenschat, kleding en eetgewoonten zouden van de Daciërs komen.