| Coniferen | |||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| Grove den (Pinus sylvestris) | |||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||
| |||||||||
| orde | |||||||||
| Coniferales | |||||||||
| Coniferen op | |||||||||
| |||||||||
Deconiferen (wetenschappelijke naamConiferae, of bijvoorbeeld in de 23e druk van deHeukels,Coniferales) vormen een groep in hetplantenrijk met ruim zeshonderd soorten. Ze behoren tot denaaktzadigen (Gymnospermae) en zijn daarvan de meest soortenrijke groep. Er zijn ook andere naaktzadigen, die dus géén coniferen zijn, ook al dragen ze de zaden in kegels.

De naam "coniferen" betekent "kegeldragers". Ze heten zo omdat de zaaddragende structuren in eenkegelvrucht (ofstrobilus) georganiseerd zijn. Er zijn nooit echte vruchten, al kunnen er wel structuren zijn die fruitachtig overkomen, zoals bij dejeneverbes en bijTaxus. De bestuiving vindt altijd door de wind plaats.
In de volksmond wordt met conifeer veelal aangeduid een boom uit de geslachtenChamaecyparis,Cupressus (zie ook:cipres),Thuja (levensboom) enJuniperus (jeneverbes), maar niet de leden van de familiePinaceae zoalsPinus (den) enPicea (spar).
De coniferen zijn houtige planten, meestal bomen, zogeheten "naaldbomen" vanwege de meestal naaldvormige bladeren. Naaldbomen groeien voornamelijk in de gematigde streken; voor zover ze voorkomen in meer tropische gebieden is dat in de bergen. Er bestaan "naaldboomsoorten" waarvan het loof meer op bladeren lijkt dan op naalden. De meeste coniferen zijn altijd groen, maar er zijn ook enkele soorten die 's winters de naalden verliezen, zoals delariks, dewatercipres en demoerascipres. De laatste twee verliezen zelfs de korte loten waarop de naalden staan.
Eenpinetum (naaldbomen- of coniferentuin) is een gespecialiseerdarboretum (bomentuin).
Coniferen zijn de belangrijkstehoutleveranciers ter wereld, het zogenaamdenaaldhout. Daarnaast worden ook welharsen gewonnen, en in verleden ookterpentijn.
Er zijn ruim zeshonderd recente soorten coniferen. Deze zijn ooit wel alle tezamen opgevat als één familie, of als twee families. Meestal worden de coniferen beschouwd als een orde. De 23e druk van deHeukels noemt deze ordeConiferales ("kegeldraagachtigen"). Net alsConiferae ("kegeldragenden") is dit eenbeschrijvende plantennaam.
Daarnaast is het toegestaan een naam te gebruiken die gevormd wordt uit de naam van een familie met de toepasselijke uitgang. Uitgaande van de familienaamPinaceae geldt dat, wanneer de coniferen opgevat worden als:
Volgens de 23e druk van deHeukels worden de coniferen gerekend tot deNaaktzadigen (zonder rang of wetenschappelijke naam) die op hun beurt gerekend worden tot de klasseSpermatopsida (de zaadplanten).
Naast de levende coniferen (samen één orde) zijn er uitgestorven orden:
|
Verklaring kleuren:
|
Externe links