Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Naar inhoud springen
Wikipediade vrije encyclopedie
Zoeken

Coelacanten

Beluister (info)
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Coelacanten
Fossiel voorkomen:Vroeg-Devoon[1]heden
Geconserveerd exemplaar van degewone coelacant, gevangen in 1947
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Superklasse:Osteichthyes (Beenvisachtigen)
Klasse:Sarcopterygii (Kwastvinnigen)
Orde:Coelacanthiformes (Coelacantachtigen)
Familie
Latimeriidae
Smith, 1939
Afbeeldingen opWikimedia CommonsWikimedia Commons
Coelacanten opWikispeciesWikispecies
(en)World Register of Marine Species
Portaal Portaalicoon  Biologie

Coelacanten (Latimeriidae) zijn eenfamilie vankwastvinnigevissen waarvan de soorten, op twee moderne na, alleen als fossiel bekend zijn. De beide recente soorten worden beide in het geslachtLatimeria geplaatst: degewone coelacant (Latimeria chalumnae) uit het westen van deIndische Oceaan, en deIndonesische coelacant (Latimeria menadoensis) uit de kustwateren rondSulawesi. Mogelijk vormen de populaties rondZuid-Afrika een derde soort.

Coelacanten zijn zeer vroeg in de evolutie afgesplitst van andere kwastvinnigen, wat betekent dat ze nauwer verwant zijn aanlongvissen enviervoeters (amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren) dan aan destraalvinnigen. De coelacanten worden vaak beschouwd alslevend fossiel omdat ze de enige nog levende vertegenwoordigers zijn van een verder uitgestorven vissengroep.[1] Hoewel het lichaam vaak als 'primitief' wordt aangeduid, blijkt uitfylogenetische analyses dat hun lichaam in de loop van de evolutie niet onveranderd is gebleven.[2][3]

Andere kwastvinnigen die verwant zijn aan de coelacanten, maar al sinds hetDevoon zijn uitgestorven, zijn deOsteolepiformes,Porolepiformes enPanderichthys. Natuuronderzoekers gingen ervan uit dat ook de coelacanten uitgestorven zouden zijn in hetKrijt, ongeveer 66 miljoen jaar geleden, maar ze werden in 1938 herontdekt in de kustwateren van Zuid-Afrika.[4]

Ontdekkingsgeschiedenis

[bewerken |brontekst bewerken]
Fossiele coelacant uit het lateJura

Coelacanten gelden als het standaardvoorbeeld van eenlevend fossiel. Tenzij anders vermeld zijn onderstaande gegevens geldig voorLatimeria chalumnae.

Alsfossiel zijn de coelacanten al veel langer bekend dan als levende dieren. De eerste beschrijving was afkomstig vanpaleontoloogLouis Agassiz, die in 1836 de soortCoelacanthus granulatus uit hetPerm beschreef. Sindsdien zijn er verscheidene andere fossielen gevonden, doch geen enkele van na hetKrijt. Overigens behoren deze fossiele coelacanten tot een anderefamilie, deCoelacanthidae.

Op 23 december 1938 werd in Zuid-Afrika, bij de monding van deChalumna, door trawlerkapitein Hendrik Goosen een onbekende vis gevangen. De vis werd naarMarjorie Courtenay-Latimer van hetEast London Museum gebracht. Zij nam contact op met de Zuid-AfrikaanseichtyoloogJames Leonard Brierley Smith, die de vis het jaar daarop onderzocht. Zijn onderzoek bevestigde het vermoeden dat het om een coelacant ging, en hij publiceerde zijn bevindingen inNature waarin het dier benoemd werd alsLatimeria chalumnae. De geslachtsnaam eert Latimer.

Smith ging op zoek naar meer exemplaren, en inZuid-Afrika en elders werd een beloning opgesteld voor een volgende vangst. In december 1952 werd een exemplaar gevangen bij deComoren. Smith wist het te bemachtigen, en beschreef het exemplaar onder de naamMalania anjouae — later zou blijken dat het een iets afwijkend individu vanLatimeria chalumnae betrof.De Fransen, die de Comoren als kolonie hadden, waren woedend, en de verdere uitvoer van coelacanten werd verboden. Tot 1965 konden slechts Franse wetenschappers de vissen onderzoeken, en deze deden een minutieus onderzoek naar de anatomie van de dieren.

InNational Geographic Magazine van juni 1988 zijn voor het eerst beelden gepubliceerd waarin de coelacant in zijn natuurlijke leefomgeving is te zien. Het artikel en de foto's zijn gemaakt door Hans Fricke en is getiteld 'Coelacanths: The fish that time forgot'.[5] Fricke maakte gebruik van een speciaal voor dit doel gebouwde tweepersoonsminiduikboot, deGeo.

Beschrijving

[bewerken |brontekst bewerken]
Latimeria chalumnae

Het uiterlijk van een coelacant wijkt af van dat van de meeste vissen. De bouw van de vinnen is anders. Bij de meeste straalvinnigen bestaan de vinnen uit stevige maar flexibele stralen, die aan de huid verbonden zijn. Bij kwastvinnigen zoals de coelacant is dit alleen bij de eerste rugvin het geval. De andere vinnen bestaan uit een gespierde, rond botten opgebouwde stam, die slechts aan het uiteinde een kwast van vinstralen heeft. Typisch voor de coelacanthini is een vergelijkbare, zelfstandig beweegbare vin in het midden van de staartvin. Het dier heeft geen echte ruggengraat maar eenchorda dorsalis.

Coelacant opsterk water in het Visserijmuseum teConcarneau,Bretagne
Exemplaar in hetKMMA (zijkant)

Vergeleken met de meeste fossiele coelacanten isLatimeria een grote vis, die tot circa 180 centimeter lang wordt.Op de bovenkant van de kop bevindt zich een uniek, onbekend zintuig. Wat hierdoor wordt waargenomen is onbekend; een mogelijkheid is dat het een elektrisch orgaan betreft waarmee prooien worden opgespoord in het duister.

Leefgebied

[bewerken |brontekst bewerken]

Behalve het eerste exemplaar, werden tot de jaren negentig alle latimeria's gevangen bij de Comoren, meer specifiek bij twee van de vier eilanden, Anjouan en Grande Comore. Veel wetenschappers vermoedden dat dit het enige hoofdvoorkomensgebied was, maar er werd ook gespeculeerd dat het verspreidingsgebied groter zou zijn, en dit slechts het enige deel van het gebied is waar op grotere diepte naar grotere vissen gevist wordt. In 1991 werd dit bevestigd door een vangst bijMozambique en vanaf 1995 werden er latimeria's gevangen bijMadagaskar. In 2000 werden coelacanten gevonden bij de kust van Zuid-Afrika. Daarna zijn er ook populaties aangetroffen bij de kust vanTanzania enKenia, zodat het erop lijkt dat langs de hele westelijke kust van deIndische Oceaan kleine groepjes leven.

Een tweede soort,Latimeria menadoensis werd in 1997 door Mark Erdmann en zijn vrouw Arnaz Mehta gefotografeerd op een vismarkt inManado opSulawesi. Toen het doordrong wat voor een ontdekking hij had gedaan, was de vis reeds opgegeten en restte alleen nog de foto. Met een foto van de vis benaderde Erdmann lokale vissers die hemraja laut ('koning der zee') noemen. In 1998 werd een nieuw exemplaar gevangen. Deze Aziatische soort is ongeveer vijf miljoen jaar geleden afgesplitst van de soort die rond Afrika wordt aangetroffen. De verbreiding ervan is nog onduidelijk.

Leefwijze

[bewerken |brontekst bewerken]

De meeste vangsten zijn gedaan op een diepte van circa 200 meter, maar ook hier is onbekend hoe representatief die zijn. Mogelijk leven de coelacanten net als sommige van hun mogelijke prooidieren overdag in dieper water, en komen ze alleen 's nachts omhoog naar deze diepten. Met de duikbootGeo is bij de Comoren waargenomen dat de dieren daar zich overdag meestal in grotten schuilhouden.Latimeria heeft een zeer lage stofwisseling, neemt maar langzaam zuurstof op uit het water en sterft bij hogere temperaturen.

De jachtmethode vanLatimeria is onbekend, maar men vermoedt dat ze rustig rondzwemmen tot een prooi voldoende dichtbij komt, en dan met een korte spurt toeslaan. Een typisch gedrag betreft het op de kop gaan zwemmen, wellicht om het elektrisch orgaan de prooi beter te doen waarnemen.

Er wordt vermoed dat coelacanten tot honderd jaar oud kunnen worden.[6][7]

Zeldzaamheid

[bewerken |brontekst bewerken]
Exemplaar in het KMMA (voorkant)

Het is onbekend hoeveel coelacanten voorkomen. Vangsten zijn zeldzaam, wereldwijd werden minstens 318 gevangen exemplaren geregistreerd (2011).[8] Of dit op werkelijke zeldzaamheid duidt, of dat ze slechts gevangen worden in een klein deel van het leefgebied (bijvoorbeeld doordat ze normaal in dieper water leven), is onbekend. Ondanks deze onduidelijkheid zijn er al beschermingsmaatregelen genomen: de particuliere handel in gevangen dieren is verboden. De hele populatie is weleens zo laag geschat als zeshonderd maar dat was voordat het veel grotere verbreidingsgebied bekend raakte.

In deBenelux bezit hetKoninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren een exemplaar. In het Natuurhistorisch Museum vanDoornik en in hetMuseum voor Dierkunde Auguste Lameere inElsene staat een coelacant tentoongesteld. Ook het museumNaturalis in Leiden beschikt over een exemplaar op sterk water, maar stelt dat niet tentoon. Het Museum voor Dierkunde Auguste Lameere bezit een exemplaar dat in 1981 werd gevangen. HetTeylers Museum inHaarlem ten slotte heeft enkele fossielen in de collectie, evenals het zoölogisch instituut inLeuven.

Voortplanting

[bewerken |brontekst bewerken]

Coelacanten zijnovovivipaar, dat wil zeggen dat de, in dit geval zeer grote, eieren in het lichaam van het vrouwtje bevrucht en uitgebroed worden. Hoe de paring plaatsvindt, is onduidelijk.[9] De voortplantingssnelheid is door de levendbarende methode erg langzaam wat een hoofdreden was de soort als bedreigd te beschouwen. Vrouwelijke dieren zouden pas op hun 50e vruchtbaar zijn en de dracht van de eieren zou zo'n vijf jaar duren. Mannelijke dieren zijn vruchtbaar tussen hun 40e en zestigste levensjaar.[6][7]

Geslachten

[bewerken |brontekst bewerken]

De coelacant in de poëzie

[bewerken |brontekst bewerken]

Na de ontdekking van de tweede coelacant in 1952 verklaarde ichtyoloog J.L.B. Smith: "ik geneer me er niet voor dat ik, na alle moeite en spanning, weende". De Nederlandse dichterGerrit Achterberg vond hierin aanleiding dit gegeven te gebruiken in hetsonnetIchthyologie met als openingsregels:

Er is in zee een coelacant gevonden,
de missing link tussen twee vissen in.
De vinder weende van verwondering.[10]

Bronnen

  1. ab(en)Johanson, Z., Long, J. A, Talent, J. A, Janvier, P., Warren, J. W (2006). Oldest coelacanth, from the Early Devonian of Australia.Biology Letters 2 (3): 443–6.ISSN:1744-9561.PMID17148426.DOI:10.1098/rsbl.2006.0470.
  2. (en) (2007). First discovery of a primitive coelacanth fin fills a major gap in the evolution of lobed fins and limbs.Evolution & Development 9 (4): 329–37.PMID17651357.DOI:10.1111/j.1525-142X.2007.00169.x.
  3. (en)Friedman M, Coates M. (2006). A newly recognized fossil coelacanth highlights the early morphological diversification of the clade.Proceedings of the Royal Society B: Biological Sciences 273 (1583): 245–50.PMID16555794.DOI:10.1098/rspb.2005.3316.
  4. (en)Bruton, M. (2017). The annotated Old Fourlegs: The updated story of the coelacanth. Struik Nature. ISBN 978-1-77584-499-0.
  5. Vol 173. No 6.;National Geographic Magazine; June, 1988; National Geographic Society
  6. abVis die al sinds prehistorie bestaat, kan 100 jaar worden en is 5 jaar zwanger. Het Laatste Nieuws (18 juni 2021). Gearchiveerd op24 juni 2021. Geraadpleegd op22 juni 2021.
  7. ab"Levend fossiel" coelacant verrast opnieuw: reuzenvis wordt 100 jaar oud en zwangerschap duurt 5 jaar. VRT NWS (22 juni 2021). Geraadpleegd op22 juni 2021.
  8. Herbin, M., Nulens, R., & Scott, L. (2011). An updated inventory of all known specimens of the coelacanth, Latimeria spp.
  9. Keith Stewart Thomson:Living Fossil - The Story of the Coelacanth
  10. Ichthyologie in: Gerrit Achterberg,Cenotaaf,Querido, Amsterdam, 1953.Gearchiveerd op 3 oktober 2022.
Gesproken Wikipedia
Door op de afspeelknop te klikken kunt u dit artikel beluisteren. Na het opnemen kan het artikel gewijzigd zijn, waardoor de tekst van de opname wellicht verouderd is. Zie verderinfo over deze opname ofdownload de opname direct. (Meer info)
Overgenomen van "https://nl.wikipedia.org/w/index.php?title=Coelacanten&oldid=68666557"
Categorieën:
Verborgen categorie:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp