| Cimetidine | ||||
|---|---|---|---|---|
| Chemische structuur | ||||
 | ||||
| Farmaceutische gegevens | ||||
| Beschikbaarheid (F) | 60-70% | |||
| Metabolisatie | Hepatisch - minder dan 30% | |||
| Halveringstijd (t1/2) | 2 uur | |||
| Uitscheiding | Renaal | |||
| Gebruik | ||||
| Geneesmiddelengroep | Maagzuursecretie-inhibitoren | |||
| Subklasse | H2-antihistaminica | |||
| Merknamen | Cimetidine (EG, Sandoz, Teva), Doccimeti (Docpharma), Nuardin (Tramedico), Tagamet (GSK) | |||
| Indicaties | Brandendmaagzuur | |||
| Voorschrift/recept | Nederland UR | |||
| Toediening | Oraal,IV | |||
| Risico met betrekking tot | ||||
| Zwangerschapscat. | B1(Au), B(U.S.) | |||
| Lactatie (borstvoeding) | Komt in grote hoeveelheden in de moedermelk | |||
| Rijvaardigheid | Mogelijk enkele dagen duizelig | |||
| Alcohol | Te vermijden (irriteert de maag) | |||
| Voeding | Geen contraindicaties | |||
| Databanken | ||||
| CAS-nummer | 51481-61-9 | |||
| ATC-code | A02BA01 | |||
| PubChem | 2756 | |||
| DrugBank | APRD00568 | |||
| Chemische gegevens | ||||
| Molecuulformule | C10H16N6S | |||
| IUPAC-naam | 1-cyano-2-methyl-3-[2-[(5-methyl-1H-imidazol-4-yl) methylsulfanyl]ethyl]guanidine | |||
| Molmassa | 252,34g/mol | |||
| ||||
Cimetidine is eengeneesmiddel uit de groepH2-receptorantagonisten dat de aanmaak vermindert vanzuur enpepsine in demaag.[1]
Cimetidine remt de productie van maagzuur. Ook de nachtelijke maagzuurproductie wordt geremd. Het geneesmiddel remt ookcytochroom P450 in de lever waardoor het interacties kan hebben met een aantal andere geneesmiddelen maar dat heeft in de praktijk bij gangbare doseringen meestal geen gevolgen. Cimetidine moet bij voorkeur niet samen met eenantacidum worden ingenomen maar enkele uren eerder of later.
Het wordt gebruikt bij
H2-antagonisten zoals cimetidine zijn in principe niet bedoeld als behandeling voor maagzweren veroorzaakt door debacterie H. pylori. In die gevallen moet er naar worden gestreefd om H. pylori te bestrijden waardoor de oorzaak van de maagzweer wel wordt weggenomen.
Bij minder dan 5% treden nevenwerkingen op. De meest voorkomende zijn:
