Na de dood van zijn vader in 511 werd het rijk opgesplitst tussen Chlotarius I (toen 14 jaar oud) en zijn drie oudere broers, die elk een koningstitel kregen. Chlotarius I kreeg het oorspronkelijke kerngebied van deSalische Franken en het zuidelijk deel vanAquitanië, metSoissons als hoofdstad. Zijn erfdeel is met oranje in de kaart weergegeven.
In523/524 viel hij met zijn broersChlodomer enChildebert IBourgondië binnen, hiertoe aangezet door hun moeder die nog een persoonlijke rekening met het Bourgondische koningshuis had te vereffenen. De Bourgondische koning werd gedood, maar zijn broerGundomar II nam de leiding van het verzet op zich en wist Chlodomer te doden. De Bourgondische koningin-weduweGuntheuca huwde (gedwongen) met Chlotarius I.[1]
Childebert I en Chlotarius I wilden Chlodomers koninkrijk in 524 verdelen maar vreesden dat zijn zonen hun erfdeel zouden opeisen. Daarom lokten zij hun neven weg van Guntheuca die hen in bescherming had genomen. Ze twijfelden of ze hen zouden doden of scheren "zoals het overige volk" (los, lang haar was een teken van het koningschap) en in een klooster zouden wegsluiten, maar ze lieten de keuze uiteindelijk over aan Guntheuca. Ze zonden haar een bode, voorzien vanschaar enzwaard, met de volgende vraag: "... of zij wenste dat haar kinderen met geschoren haar het leven behouden bleef, of dat zij zouden worden gedood."[2] In haar verslagenheid antwoordde ze, dat - als ze dan toch de troon niet zouden bestijgen - zij hen liever dood zag dan geschoren. Twee van de zonen werden omgebracht. Een derde wist te ontkomen, maar werd geestelijke om aan zijn ooms te ontkomen.[3] Chlotarius en Childebert verdeelden nu het bezit van Chlodomer; Chlotarius kreeg de streken rondTours enPoitiers.
In534 vielen Chlotarius I en Childebert I opnieuw Bourgondië aan. Ze belegerden en veroverdenAutun, wisten het hele koninkrijk te bezetten en zetten koning Godomar af. Chlotarius verwierf de gebieden rondGrenoble,Die,Valence enEmbrun. DeBourgondiërs behielden wel hun eigen wetten.
In531 veroverde Chlotarius I samen met zijn halfbroerTheuderik I hetkoninkrijk Thüringen. Chlotarius I nam als deel van de buit zijn tweede vrouw mee naar huis, maar het lukte hem niet ook een deel van het koninkrijk te verwerven. De onenigheid liep zo hoog op dat Theuderik een moordaanslag op Chlotarius liet uitvoeren, maar die mislukte.
Rond535 werd Chlotarius I aangevallen door Theuderik I en Childebert I. Hij werd ernstig in het nauw gebracht, maar zijn broers zetten uiteindelijk niet door.
Na een aantal jaren van betrekkelijke rust erft Chlotarius I alle Frankische koninkrijken als hun koningen kinderloos overlijden:
In555 overlijdtTheudowald, koning vanAustrasië. Chlotarius gaat snel een verbintenis aan met zijn weduweWaldrada en verkrijgt zo het koninkrijk.
In556 onderdrukt hij een opstand van deSaksen en deThüringers en legt ze een schatting van 500 runderen per jaar op.
In558 erft Chlotarius I het koninkrijk vanChildebert.
Chlotarius I kan niet verhinderen dat de Italiaanse gebieden die Theudowald en Childebert I hadden veroverd toen het rijk van deOstrogoten instortte, verloren gaan. Hij sluit een bondgenootschap met deLongobarden.
Chlotarius I laat in560 zijn opstandige zoonChramnus en zijn gezin opsluiten in een boerderij inBretagne (waarheen hij was gevlucht), die vervolgens wordt afgebrand. Chlotarius doet daarna boete inTours.
In 561 overleed hij, nadat hij tijdens een jachtpartij koorts had gekregen, en werd het rijk verdeeld tussen zijn vier zoons,Charibert I,Gontram,Chilperik I enSigebert I.
Ingonda (-499). Vanaf517 was ze al de minnares van Chlotarius I. Als zij Chlotarius I vraagt om een goede echtgenoot voor haar jongere zuster te vinden, besluit die dat er geen betere kan zijn dan hijzelf. Hij sluit een polygaam huwelijk en laat de zusters ook tezamen leven.[5] Moeder van:
Waldrada (530-), een Langobardische prinses, weduwe van zijn achterneefTheudowald (533-555). Toen de bisschoppen bezwaar maakten wegens verwantschap, heeft hij haar verstoten en met hertogGaribald I van Beieren (530-593) laten trouwen. Overigens is het onduidelijk of ze echt getrouwd zijn,Gregorius van Tours vermeldt alleen dat ze gemeenschap hadden.[6]
Er zijn nog enkele minnaressen geweest die niet met naam bekend zijn.
Voor de revisie van het artikel in juni 2009 is gebruikgemaakt van de Engelstalige, Franstalige en Duitstalige versies van dit artikel in Wikipedia. Tevens is gebruikgemaakt van:
↑Gregorius van Tours,Historia Francorum III 6 (=B. Krusch - W. Levison (edd.),Monumenta Germaniae Historica, Scriptores rerum Merovingicarum, I.1, Hannover, 19512, p.103). Vgl.Liber Historiae Francorum 21 (=B. Krusch (ed.),Monumenta Germaniae Historica, Scriptores rerum Merovingicarum, II, Hannover, 1888, p.277).
↑Gregorius van Tours,Historia Francorum III 18 (=B. Krusch - W. Levison (edd.),Monumenta Germaniae Historica, Scriptores rerum Merovingicarum, I.1, Hannover, 19512, p.118).
↑Gregorius van Tours,Historia Francorum III 18 (=B. Krusch - W. Levison (edd.),Monumenta Germaniae Historica, Scriptores rerum Merovingicarum, I.1, Hannover, 19512, p.119).
↑Gregorius van Tours,Historia Francorum III 7 (=B. Krusch - W. Levison (edd.),Monumenta Germaniae Historica, Scriptores rerum Merovingicarum, I.1, Hannover, 19512, p.105).
↑abGregorius van Tours,Historia Francorum IV 3 (=B. Krusch - W. Levison (edd.),Monumenta Germaniae Historica, Scriptores rerum Merovingicarum, I.1, Hannover, 19512, pp.136-137),Liber Historiae Francorum 27 (=B. Krusch (ed.),Monumenta Germaniae Historica, Scriptores rerum Merovingicarum, II, Hannover, 1888, pp.285-286).
↑Gregorius van Tours,Historia Francorum IV 9 (=B. Krusch - W. Levison (edd.),Monumenta Germaniae Historica, Scriptores rerum Merovingicarum, I.1, Hannover, 19512, p.141).