Chios (Grieks: Χίος) is eenGrieks eiland en periferie-district(perifereiaki enotita) in de oostelijke Egeïsche Zee en onderdeel van de regioNoord-Egeïsche Eilanden. De hoofdstad is de stadChios met 53.408 inwoners (2001).
Het eiland ligt acht kilometer van de Turkse kust en zo'n vijf kilometer van de tot Turkije behorendePaspargos-eilanden. Het eiland zelf heeft een omtrek van 213 km en werd door Homerus "klippenrijk" genoemd.
Chios beroemt zich erop (overigens zonder dat daar enig bewijs voor bestaat) de geboorteplaats van de dichterHomerus te zijn. Sinds de Oudheid heeft het de reputatie welvarend te zijn. Het samenhorigheidsgevoel van de Chioten is in Griekenland spreekwoordelijk:"Οι Χιώτες πάνε δυο-δυο" (="De Chioten komen altijd met z'n tweeën").
Archeologische sporen wijzen erop dat Chios reeds in hetneolithicum (4e millennium v.Chr.) bewoond was. Ook jongere dorpen uit het 3e en 2e millennium werden gevonden, en bewijzen dat Chios tot dezelfde cultuurkring behoorde als de naburige eilandenLesbos enLemnos, en de streek rondomTroje. In de 9e eeuw v.Chr. kwamen Ionische Grieken van het Griekse vasteland zich hier en aan de kusten van Klein-Azië vestigen. Rond 800 v.Chr. zou Homerus hier geboren zijn.
In de 7e en de 6e v. Chr. eeuw beleefde Chios een grote bloeitijd: politieke stabiliteit ging gepaard met een grote economische bloei en een vrolijk, welvarend leven. Het eiland was lid van deIonische Twaalfstedenbond. De levensvreugde van de Chioten was spreekwoordelijk.
Na 546 v.Chr. werd Chios door Perzië ingepalmd. De Perzen bezetten het eiland in494 v.Chr. bij het begin van dePerzische Oorlogen. Na de zeeslag bij Mycale in479 v.Chr. werd het door de Atheense vloot bevrijd en sindsdien bleef Chios het trouwste lid van deDelisch-Attische Zeebond. Slechts tijdens de kortstondige Spartaanse bezetting van412 v.Chr. in dePeloponnesische Oorlog was het afvallig en viel ten prooi aan innerlijke partijtwisten. In dehellenistische tijd speelde Chios geen rol. In 201 v. C. leedPhilippos V van Macedonië hier nog een nederlaag tegen Rhodos en Pergamom in deSlag bij Chios. Chios bleef een min of meer onafhankelijke staat tot de Romeinen zich er in190 v.Chr. meester van maakten.
In deByzantijnse Periode, meer bepaald in de 11e en 12e eeuw, beleefde Chios een nieuwe bloeiperiode. In de 13e eeuw waren deVenetianen er meester, maar het was onder deGenuezen, die een winstgevende handel inmastiek opzetten (van 1346 tot 1566), dat Chios een van de rijkste eilanden van het Middellandse Zeegebied werd. De Genuezen stimuleerden ook de landbouw en de zijdehandel, en versterkten de dorpen tegen overvallen van zeerovers.
In1566 werd het eiland door deTurken veroverd, maar Chios genoot een aantal privileges, waardoor het bleef floreren, door de handel in zijde en andere kostbare stoffen, naast de belangrijkste exportproducten: citrusvruchten,mastiek en wijn. De rijke handelaren, die geleidelijk een gegoede burgerij vormden, richtten op Chios eenMegáli Scholí (Grote School) op, bouwden er herenhuizen en kerken en stuurden hun zonen naar de Europese universiteiten.
In1822 vielen de inwoners ten prooi aan een van de bloedigste slachtingen uit deGriekse Onafhankelijkheidsoorlog, die het jaar daarvóór uitgebroken was. De Chioten hadden het Turkse garnizoen op hun eiland omsingeld en meenden de overwinning reeds behaald te hebben toen de Sultan op bijzonder gewelddadige wijze het eiland met zijn vloot belegerde en heroverde op de opstandelingen. De hoofdstad en 40 dorpen werden geplunderd, 30.000 inwoners afgeslacht en bijna het dubbele aantal gevangengenomen en tot slaaf gemaakt. Deze tragedie opende de ogen van Europa voor de wreedheden van hetOttomaanse Rijk:Victor Hugo's elegieL'Enfant de Chios enEugène Delacroix' schilderijHet bloedbad van Chios gaven deFilhellenen weer moed. De overgebleven inwoners mochten hun gewone activiteiten weer oppakken. Chios had zich nog maar deels hersteld van zijn wonden, toen een aardbeving in1881 enorme schade aanrichtte. Het eiland bleef onder Ottomaans bewind tot1912, toen het zich definitief aansloot bij het Griekse Koninkrijk.
Dit vermaardeNieuwe Klooster werd gesticht in1042 door deByzantijnse keizerConstantijn IX Monómachos, op de plaats waar drie kluizenaars eenicoon van Maria hadden gevonden. De architectuur en de aangewende mozaïek- en schildertechnieken zijn typisch voor de zogenaamde "Renaissance" van de 11e eeuw, de officiële keizerlijke hofkunst onder de Macedonische dynastie. Voor meer informatie: zieNea Moni.
De twintigmastichochória (mastiekdorpen), in het zuiden van Chios, danken hun naam aan de winstgevendeharswinning die hier sinds deMiddeleeuwen wordt beoefend. In de 14e en 15e eeuw stichtten de Genuezen deze dorpen ver landinwaarts om ze enigszins tegen invallende piraten te beschermen. Ze zijn alle op identieke wijze versterkt, onder meer met hoektorens.
De altijdgroene, 1 tot 3 m hogemastiekstruiken (Pistaccia lentiscus) op Chios scheiden een aromatische hars af die vóór de komst van de producten op basis vanaardolie, de grondstof vormde vanverf,cosmetica enmedicijnen (tegen chronischehoest en maagpijn). Nu wordt mastiekhars gebruikt voor de productie vankauwgom,likeur entandpasta. Iedere zomer wordt er zo'n 300 ton hars gewonnen uit inkepingen in de bast, waar de hars doorheen sijpelt. Als de hars daarna in de buitenlucht stolt, wordt hij van de bast gestroopt en verder gedroogd.
De dorpen zijn als enige gespaard gebleven voor het bloedbad van 1822. Dit bevestigt het vermoeden dat het bloedbad van Chios mogelijk plaatsvond op aandringen van de haremdames van de Sultan, die zodanig verslaafd waren aan het kauwen van mastiekhars, dat de opstand van Chios inConstantinopel in het verkeerde keelgat schoot: de harsproductie moest koste wat het kost gevrijwaard blijven.
Pyrgí is beroemd om zijn felgekleurde huizen, waarvan een groot deel is versierd met geometrische motieven (xystrá), enig in Griekenland.
Mestá is een van de best bewaard gebleven mastiekdorpen. Het heeft nog zijn originele hoektorens. De indrukwekkendeTaxiárchis-kerk uit de 19e eeuw is de grootse kerk van het eiland Chios.
Het periferie-district Chios bestaat vrijwel alleen uit het gelijknamige eiland. Er zijn echter toch nog enkele kleine naburige eilanden die bestuurlijk ook onder het periferiedistrict vallen: