Naamvallen | ||
---|---|---|
|
De termcausatief kan verschillende betekenissen hebben.
Eenovergankelijk werkwoord heet hetcausatief (van het Latijnsecausa = oorzaak) van een onovergankelijk werkwoord als het het laten geschieden van de handeling van dat werkwoord door hetlijdend voorwerp uitdrukt. In het Nederlands wordt de functie van het causatief meestal vervuld door een constructie waarin het werkwoordlaten als hulpwerkwoord in combinatie met eenonbepaalde wijs voorkomt, waarbijlaten dan moet worden opgevat in de actieve betekenis vanervoor zorgen dat het object de handeling verricht die door de onbepaalde wijs wordt uitgedrukt.
Voor de bovenstaande betekenis wordt in hetHongaars defactitief gebruikt met de suffix-at/-et,-tat/-tet achter de stam van hetwerkwoord. Dit kan bij vrijwel alle werkwoorden worden toegepast. Hier wordt niet de term causatief gebruikt.
Decausalis-finalis (ook wel:causatief offinalis) is eennaamval die een reden, oorzaak of doel voor iets beschrijft. In het Hongaars wordt daartoe desuffix-ért gebruikt. De uitgang kan zelfstandig gebruikt worden in combinatie metbezitsuitgangen.
Het Nederlands kent slechts een beperkt aantal causatieven. De duidelijkste voorbeelden zijn:
Een causatief is dus door middel van eenablaut (=klinkerwisseling) afgeleid van een onovergankelijk grondwoord. Merk op dat er in gevallen zoals het woordenpaartemmen, tam weliswaar sprake is van een klinkerwisseling, maar niet van een causatief, wanttemmen drukt niet het laten plaatsvinden van een handeling uit (bovendien istam geen werkwoord).
Er is nog een aantal paren werkwoorden waarbij het ene het causatief is van het andere, maar die minder makkelijk te herkennen zijn; ofwel doordat de betekenis van een van de werkwoorden is veranderd, ofwel doordat een van de werkwoorden in onbruik is geraakt. We geven hier vijf voorbeelden.