Carlos Alomar | ||||
---|---|---|---|---|
![]() | ||||
Algemene informatie | ||||
Geboren | 7 mei1951 | |||
Geboorteplaats | Ponce,Puerto Rico | |||
Land | ![]() | |||
Werk | ||||
Jaren actief | 1967-heden | |||
Genre(s) | rock,new wave,ambient,elektronische muziek,neo-soul | |||
Beroep | gitaar | |||
Label(s) | RCA,EMI,Columbia,Polydor | |||
Officiële website (en)AllMusic-profiel (en)Discogs-profiel (en)IMDb-profiel (en)MusicBrainz-profiel | ||||
|
Carlos Alomar (Ponce,7 mei1951) is eenPuerto Ricaansgitarist. Hij is voornamelijk bekend van zijn werk met de Britse zangerDavid Bowie, voor wie hij tussen de jaren '70 en de jaren '00 op vele albums voor muzikale begeleiding zorgde. Hiernaast trad hij bij vele andere artiesten op als gastmuzikant.
Alomar is geboren op Puerto Rico, maar opgegroeid inNew York. Op tienjarige leeftijd begon hij gitaar te spelen, en op zijn zestiende werd hij professioneel muzikant. In de jaren '60 trad hij op tijdens "Amateur Hour" in hetApollo Theater en werd vervolgens lid van de huisband. In deze hoedanigheid speelde hij samen metChuck Berry en een groot aantal soulartiesten. In 1968 en 1969 zat hij acht maanden in de liveband vanJames Brown, maar nadat hij salaris ingehouden kreeg na een fout tijdens een optreden, verliet hij de band. In 1969 begon Alomar zijn eigen band, genaamd Listen My Brother, waar ookLuther Vandross,Fonzi Thornton enRobin Clark lid van waren. Alomar trouwde in 1970 met Clark en heeft met haar een dochter. Aan het begin van de jaren '70 was hij sessiemuzikant bijRCA Records en is te horen op albums vanBen E. King enJoe Simon.
Alomar ontmoetteDavid Bowie aan het begin van 1974 tijdens een sessie waarbijLulu haar versie van het door Bowie geschreven nummer "Can You Hear Me?" opnam. Bowie wilde al dat Alomar zijn livegitarist werd tijdens deDiamond Dogs Tour, maar dit ging niet door vanwege contractuele problemen. Later dat jaar nam Bowie een aantal nieuwe nummers op voor zijn albumYoung Americans, waarop Alomar wel mee kon doen. Hij werd tevens Bowie's livegitarist tijdens het tweede deel van de Diamond Dogs Tour. In januari 1975 maakte hij deel uit van een opnamesessie met Bowie enJohn Lennon, die hetBeatles-nummer "Across the Universe" opnamen. Tijdens deze sessie ontstond uit een gitaarriff van Alomar het nummer "Fame". Dit werd Bowie's eerste Amerikaanse nummer 1-hit en wordt toegeschreven aan Bowie, Lennon en Alomar.
VanafYoung Americans was Alomar ruim twee decennia af en aan betrokken bij de carrière van Bowie. Samen met drummerDennis Davis en basgitaristGeorge Murray vormde hij de achtergrondband van Bowie. Er was wel steeds een wisselende leadgitarist; hieronder vielen onder meerEarl Slick,Stacey Heydon,Ricky Gardiner,Robert Fripp enAdrian Belew. Vanaf 1976 was Alomar ook de muziekregisseur van Bowie's tournees. In 1976 schreef hij samen met Bowie enIggy Pop het nummer "Sister Midnight", dat op Pops albumThe Idiot (1977) verscheen en in 1979 door Bowie opLodger werd herschreven onder de titel "Red Money". Alomar was daarnaast co-auteur van de nummers "The Secret Life of Arabia", "DJ" en "Dancing with the Big Boys". Hij speelde mee op de albumsThe Idiot enLust for Life van Iggy Pop.
In 1980 speelde Alomar voor het laatst met Murray en Davis op een Bowie-album,Scary Monsters (and Super Creeps). Bowie had ter promotie van dit album geen optredens gepland, en Alomar ging in plaats hiervan met Iggy Pop op tournee. Alomar speelde niet mee opLet's Dance, waarop hij vervangen werd door producentNile Rodgers, maar was tijdens de bijbehorendeSerious Moonlight Tour en het daaropvolgende albumTonight weer aanwezig. In 1987 schreef Alomar het nummer "I'm Tired", dat door Bowie werd herschreven tot detiteltrack vanNever Let Me Down. Na afloop van de bijbehorendeGlass Spider Tour besloot Bowie zijn samenwerking met Alomar te beëindigen en zijn eigen bandTin Machine op te richten. In 1988 bracht Alomar zijn eerste solo-albumDream Generator uit. In 1995 vroeg Bowie hem terug voor zijn album1. Outside. Alomar speelde mee tijdens het eerste deel van deOutside Tour, maar hij stapte hierna uit de band omdat hij vond dat er moeilijk contact met Bowie kon worden gemaakt en omdat hij niet op kon schieten met muziekregisseur Peter Schwartz. Later speelde hij nog wel gitaar op Bowie's nummers "Everyone Says 'Hi'" (Heaten, 2002) en "Fly" (Reality, 2003).
Naast Bowie en Iggy Pop heeft Alomar ook gewerkt met onder meerPaul McCartney,Simple Minds,Graham Parker,Mick Jagger,The Pretenders,Soda Stereo,Scissor Sisters enAlicia Keys. In totaal speelde hij mee op 32 albums die de gouden en platina status kregen. Hij was de bandleider bij de talkshowThe Caroline Rhea Show, dat in 2002 en 2003 werd uitgezonden. Ook is hij in New York president van de lokale afdeling van The Recording Academy, dat verantwoordelijk is voor de organisatie van deGrammy Awards.