Veelvoud | Naam | Symbool |
---|
100 | calorie | cal |
103 | kilocalorie | kcal / Cal |
Decalorie (van Lat.calor, warmte), symbool cal, is een verouderdeeenheid voorenergie ofwarmte. Op 1 januari 1978 werd in deEuropese Economische Gemeenschap het gebruik van een aantal oude en vertrouwde eenheden, zoals calorie wettelijk verboden. Voortaan moest hetSI-stelsel worden gebruikt. In het Internationale Stelsel van Eenheden is de calorie officieel vervangen door dejoule, maar vooral in devoedingsindustrie is de calorie een nog veelgebruikte maat voor een hoeveelheid energie.
Eén calorie is de hoeveelheid energie die nodig is om één gram zuiverwater éénkelvin (of 1 graadCelsius) te verwarmen (zie beneden bij "Definities van calorie"). Dit is erg weinig; daarom wordt vaak dekilocalorie gebruikt. Dit is de hoeveelheid energie die nodig is om één kilogram water één graad Celsius te verwarmen.
Duizend calorieën zijn gelijk aan een kilocalorie (kcal). Dit wordt bij voeding soms geschreven als Calorie, met een hoofdletter, maar ook wel zonder hoofdletter. Men redeneert dat de nadelen van deze slordigheid beperkt zullen zijn, omdat de factor duizend zo groot is dat meestal direct te zien is wat bedoeld was. Het gaat bijvoorbeeld om hoeveelheden per dag, per 100 gram of per portie, waarbij hoeveelheden van minder dan 1 kcal verwaarloosbaar zijn.[1]
In hetSI-stelsel wordt energie injoule uitgedrukt. 1 calorie = 4,1868 joule = 1,163 mWh.
In devoedingswaardeberekening en bij diëten wordt de kilocalorie nog veel gebruikt, hoewel hij langzaam maar zeker door dekJ wordt verdrongen. Overigens wordt in dieetprogramma's en calorieëntabellen soms de waarde van 1 kcal = 4,184 kJ = 1,163 Wh aangehouden. Dit is echter de waarde van dethermochemische calorie (zie beneden bij "Definities van calorie"). Praktisch merkbare gevolgen heeft deze onnauwkeurigheid van minder dan een promille echter niet.
Terwijl voor de SI-eenheidjoule (kg·m²/s²) een eenduidige definitie bestaat, werden er voor de calorie verschillende waarden gehanteerd. Deze waarden zijn deels bepaald door de manier van meten, zoals:
- de hoeveelheid warmte die nodig is om bij een normaleatmosferische druk van 1013,25 hPa de temperatuur van 1 gram water te verwarmen van 14,5 °C naar 15,5 °C (aangegeven met het symbool cal15), 1 cal15 = 4,1858 J;
- 1/100e van de warmte nodig is om 1 gram water van 0 tot 100 °C te verwarmen (calmean = 4,19002 J).
Andere definities geven de getalwaarde in verhouding tot een andere maateenheid aan, of stellen gewoon een getal vast:
- In 1929 werd op deInternational Steam Table Conference inLonden eeninternationale calorie (calIT) als 1/860 deel van een internationalewattuur gedefinieerd. Met de invoering van het absoluteeenhedensysteem voor elektrische eenheden (cgs-esu) veranderde deze waarde naar 1/859,858 wattuur (ongeveer 4,18674 J)
- de thermochemische calorie (calth) werd in 1953 door hetAmerikaanseNational Bureau of Standards (hernoemd in 1988 totNational Institute of Standards and Technology, NIST) vastgelegd als 4,184 J.
- Op deFifth International Conference on the Properties of Steam in 1956 in Londen werd opnieuw eeninternationale calorie vastgesteld, ditmaal op exact 4,1868 J. Dit getal werd gekozen omdat het makkelijk door 9 te delen is, waarmee omrekeningen tussen kg-°C- enBtu/Pound-°F-systemen vergemakkelijkt werden.
Bronnen, noten en/of referenties