Caerorhachis Status:Uitgestorven Fossiel voorkomen: Vroeg-Carboon | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||
| |||||||||||
Geslacht | |||||||||||
Caerorhachis Holmes & Carroll, 1977 | |||||||||||
Typesoort | |||||||||||
Caerorhachis bairdi | |||||||||||
Afbeeldingen op![]() | |||||||||||
Caerorhachis op![]() | |||||||||||
|
Caerorhachis (betekent 'geschiktewervelkolom' in hetGrieks) is eengeslacht vanuitgestorven vroegetetrapoden uit het Vroeg-Carboon vanSchotland, waarschijnlijk uit hetSerpukhovien. De plaatsing binnen Tetrapoda is onzeker, maar het wordt algemeen beschouwd als een basaal lid van de groep.
DetypesoortCaerorhachis bairdi werd in 1977 benoemd door Robert Holmes en Robert Caroll. Desoortaanduiding eert Donald Baird.
HetholotypeMCZ 2271 werd vermoedelijk in de negentiende eeuw gevonden in een puinhoop bij de kolenmijn van Ramsay. Het bestaat uit een skelet met schedel, voornamelijk bewaard als een natuurlijk afgietsel op meerdere blokken. Het werd verworven door de verzamelaar Thomas Stock en in 1883 met diens hele collectie verkocht aanHarvard University.
Caerorhachis werd ruim twintig centimeter lang.
Een herbeschrijving uit 2007 door Marcello Ruta stelde vijfautapomorfieën vast, unieke afgeleide eigenschappen. De tabularia zijn min of meer trapeziumvormig waarbij de lengteas een hoek van 45° met de middenlijn van de schedel. Op het niveau van de vangtanden van de verhemeltebeenderen zijn de bovenkaaksbeenderen tandeloos. De choana, het interne neusgat, is min of meer vijfhoekig. Het coronoïde van de onderkaak heeft een langwerpige voorste bovenste tak. De voorste onderkaak is bezet met talrijke kleine tandjes.
Caerorhachis is meestal geplaatst als een basaleanthracosauriër of een naaste verwant van anthracosauriërs. In dezeclassificatie isCaerorhachis een naastevoorouder van deAmniota of tetrapoden die eieren op het land leggen.Caerorhachis is ook geclassificeerd als hetzustertaxon vantemnospondylen, een grote groep uitgestorvenamfibieën, op basis van de aanwezigheid van verschillende basale eigenschappen. Toen het in 1977 werd benoemd, werd zelfs gedacht datCaerorhachis eendendrerpetontide temnospondyl was. De meeste overeenkomsten met de temnospondylen bestaan uitsymplesiomorfieën welke algemeen zijn voor vroege tetrapoden en die dus niet wijzen op een speciale verwantschap.
Dewervels vanCaerorhachis lijken echter meer op anthracosauriërs. Zoals bij alle vroege tetrapoden, bestaat het centrum, of het centrale deel van de wervel, uit twee delen: het intercentrum en het pleurocentrum. Terwijl temnospondylen grote intercenta en kleine pleurocentra hebben, hebbenCaerorhachis en anthracosauriërs grotere pleurocentra dan intercentra. Eenfylogenetische analyse uit 2003 van vroege tetrapoden plaatsteCaerorhachis buiten declade die temnospondylen en anthracosauriërs omvat in een voorouderlijke positie voor beide groepen.
Caerorhachis wordt verondersteld een voornamelijk landbewonende levensstijl te hebben gehad. Het mist de zijlijnen over deschedel die dienden als een aanpassing voor eerdere aquatische tetrapoden en hun voorouders. De grote, goed ontwikkeldeledematen suggereren dat hij zich beter op het land kon voortbewegen dan andere vroege tetrapoden zoalscolosteïden enbaphetiden. Dat wordt bevestigd door een hoge borstkas en een L-vormig intermedium in de enkel. Robert Holmes enRobert L. Carroll, de eersten dieCaerorhachis beschreven, interpreteerden het als een dier dat een groot deel van zijn leven doorbracht in de vochtige modder aan de rand van plassen of beekjes, zich voedde met gestrandevissen of zich af en toe in het water waagde om waterlarven van andereamfibieën te vangen.
Literatuur
Noten