Bulgarije heeft een bevolking van 6.966.899 (2020) en een oppervlakte van 110.900 km².Sofia is de hoofdstad en met ruim 1 miljoen inwoners de grootste stad van het land. Andere belangrijke steden zijnVarna enBoergas (de belangrijkste havens van Bulgarije aan deZwarte Zee),Plovdiv enRoese.
In de veertiende eeuw werd het land veroverd door hetOttomaanse Rijk. Tussen 1762 en totstandkoming van de onafhankelijkheid in 1878 was er sprake van deBulgaarse Renaissance. Op 3 maart 1878 herkreeg Bulgarije zijn zelfbestuur als zelfstandig vorstendom binnen het Ottomaanse Rijk, en op 22 september 1908 werd het een volledig onafhankelijk koninkrijk. Het won gebied in deBalkanoorlogen en verloor gebied als gevolg van deEerste Wereldoorlog.
In de Tweede Wereldoorlog koos Bulgarije de zijde van Duitsland onder Hitler. Na deTweede Wereldoorlog kwam Bulgarije in de invloedssfeer van deSovjet-Unie en werd het eencommunistische volksrepubliek. In 1989 vluchtten honderdduizenden etnische Turken enPomaken naar Turkije - dat de grenzen had geopend - vanwege de zware repressieve houding van de Bulgaarse regering tegenover de islamitische minderheden. Zo waren Turkse namen al sinds 1984 verboden en werden steeds meer moskeeën gesloten.[3]
Na eenpaleiscoup door de minister van Buitenlandse Zaken later in 1989 werd het land een democratischemeerpartijenstaat en kon het zich langzaam richting deEuropese Unie (EU) bewegen. Ook werden toen de repressieve maatregelen tegen islamitische minderheden opgeschort.
Bulgarije heeft in het oosten 378 km kustlijn aan deZwarte Zee. Verder wordt het land begrensd doorRoemenië in het noorden (608 km), doorServië (318 km) enNoord-Macedonië (148 km) in het westen, doorGriekenland (494 km) in het zuiden en door Europees-Turkije (240 km) in het zuidoosten.
Van west naar oost loopt hetBalkangebergte door het midden van Bulgarije. Tussen de Balkan en deDonau ligt een vruchtbaarplateau. Dit vlakke gebied in het noordoosten van het land heet deDobroedzja en loopt door in Roemenië. De Donau vormt het grootste deel van de noordelijke grens.
In het zuiden ligt hetRodopegebergte. Verder zijn er in het westen deRila met het hoogste punt van Bulgarije (en het Balkanschiereiland), de bergMoesala (2925 m), en in het zuidwesten dePirin met als hoogste berg deVichren (2914 m).
Tussen de Balkan en het Rodopegebergte is het Bulgaarse landschap vlak. Het zuidoosten van Bulgarije wordtThracië genoemd, naar deThraciërs die er in de oudheid woonden. De stadPlovdiv ligt in de Thracische vlakte. Deze streek zet zich ten zuiden van Bulgarije voort in Griekenland en Turkije.
DeDonau, deIskar, deMaritsa en deStrymon zijn de belangrijkste rivieren. Het noorden en oosten van het land wateren, al dan niet via de Donau, af op de Zwarte Zee. De Maritsa en de Struma en hun zijrivierenwateren af op deEgeïsche Zee.
Bulgarije heeft een Midden-Europeeslandklimaat met warme zomers en koude winters. Ten zuiden van het Balkangebergte heerst een zachter klimaat metmediterrane kenmerken.
De gemiddelde temperatuur op een zomerdag ligt in het binnenland rond de 24 °C. Juli en augustus zijn de warmste maanden van het jaar. Het is dan gemiddeld circa 27 °C warm; langs de Zwarte Zeekust lopen de temperaturen op tot 30 °C.
De neerslag bedraagt gemiddeld 600 mm per jaar, maar in de bergen valt vaak meer dan 1000 mm per jaar, vaak in de vorm van sneeuw. De meeste regen valt op veel plekken in de zomer, maar in het zuiden is dit in de herfst.
Bij de eerste volkstelling van hetVorstendom Bulgarije in1880 werden ruim 2 miljoen inwoners geteld. In 1887, kort nadatOost-Roemelië, onder controle van het Vorstendom Bulgarije kwam, werden ongeveer 3,15 miljoen inwoners geregistreerd.[4] In 1910, twee jaar nadat hetKoninkrijk Bulgarije werd uitgeroepen, telde Bulgarije 4,33 miljoen inwoners. In 1946 werd de monarchie afgeschaft en werd devolksrepubliek Bulgarije gevormd met ruim 7 miljoen inwoners. Nadien groeide de bevolking langzaam maar geleidelijk verder doornatuurlijke aanwas. Bulgarije registreerde in 1950 ongeveer 180.000 geboortes en 75.000 sterftes, waarmee de natuurlijke aanwas uitkwam op 105.000 personen. Het geboorte- en sterftecijfer schommelde in dejaren '50 respectievelijk rond de 25‰ en 10‰. In 1985 bereikte de Bulgaarse bevolking een piek met 8.948.649 mensen.[5] De bevolking van het land neemt al vanaf het midden van de jaren 80 af, wat na deval van het communisme versnelde en op den duur leidde tot een zogenaamde ’demografische crisis’. Hetgeboortecijfer is al jarenlang laag, terwijl hetsterftecijfer voor Europese begrippen relatief hoog is. In devolkstelling van 2021 telde Bulgarije 6,52 miljoen inwoners, een daling van 844.000 personen (-11,5%) ten opzichte van 7,36 miljoen in 2011.[6] In 2021 werden ongeveer 58.500 geboortes en 150.000 sterftes geregistreerd, wat resulteerde in een natuurlijke bevolkingsafname van ruim 90.000 personen.[7] Bulgarije enLetland zijn de enige twee landen ter wereld die in het begin van de21e eeuw minder inwoners tellen dan in 1950.
De bevolkingsontwikkeling van Bulgarije sinds de onafhankelijkheid in 1878
Jaar
1887
1900
1920
1934
1946
1956
1965
1975
1985
1992
2001
2011
2021
Urbaan
593.547
742.435
966.375
1.302.551
1.735.188
2.556.071
3.822.824
5.061.087
5.799.939
5.704.552
5.474.534
5.339.001
4.843.175
Ruraal
2.560.828
3.001.848
3.880.596
4.775.388
5.294.161
5.057.638
4.405.042
3.666.684
3.148.710
2.782.765
2.454.367
2.025.569
1.677.139
Bulgarije (totaal)
3.154.375
3.744.283
4.846.971
6.077.939
7.029.349
7.629.254
8.227.966
8.727.771
8.948.649
8.487.317
7.932.984
7.364.570
6.520.314
Het gemiddeld aantal kinderen per vrouw is de afgelopen eeuw sterk afgenomen. Hetvruchtbaarheidscijfer daalde van 5,83 kinderen per vrouw in 1905 naar 1,58 kinderen per vrouw in 2021.[8] Deze daling vindt vooral plaats onder de etnischeBulgaren en Turken, aangezien deRoma nog relatief hoge geboorte- en vruchtbaarheidscijfers hebben. VolgensEurostat is de gemiddelde leeftijd waarop Bulgaarse vrouwen in 2019 hun eerste kind krijgen 26,3 jaar, wat ongeveer 3 jaar jonger is dan het gemiddelde voor de rest van deEuropese Unie.[9] De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen stijgt net als in de rest van de wereld ook in Bulgarije - in 2001 was dit nog 23,7 jaar. Desalniettemin heeft Bulgarije het hoogste aandeel tienermoeders in deEuropese Unie.[10]
De meeste inwoners van Bulgarije zijn etnischeBulgaren. In de volkstelling van 2011 identificeerden 5,7 miljoen personen zichzelf als etnische Bulgaren, oftewel 84,8 procent van de ondervraagde personen. Er is een aanzienlijke minderheid van ongeveer 600.000Bulgaarse Turken (8,8 procent), voornamelijk in deoblastenKardzjali enRazgrad, maar ook in overige oblasten in de regioDeliorman. De derde bevolkingsgroep vormen deRoma met ruim 325.000 personen, oftewel 4,9 procent van de bevolking. Het aantal Roma is hoogstwaarschijnlijk onderschat omdat de volkstellingen van hetNationaal Statistisch Instituut op zelfidentificatie van de respondenten is gebaseerd en veel Roma uit angst voor antiziganisme een andere afkomst opgeven.
Naast de bovengenoemde drie belangrijkste etnische bevolkingsgroepen wonen er tevens kleinere groepenRussen (0,2 procent),Armeniërs (0,1 procent),Krim-Tataren,Sarakatsani,Joden enMacedoniërs. Bulgarije, met zijn historische claims in Macedonië, beschouwt de Macedoniërs niet als een aparte bevolkingsgroep en ziet hun sterk aan hetBulgaars verwante taal als een Bulgaars dialect. De laatste groep woont hoofdzakelijk in oblastBlagoëvgrad.
Bulgarije is traditioneel gezien een christelijk land. Onder leiding vanBoris I van Bulgarije werd Bulgarije in de negende eeuw gekerstend. Volgens de volkstelling van 2011 verklaarde zo'n 77,9% van de bevolkingchristelijk te zijn, een daling ten opzichte van 83,9% in 2001. De grootstedenominatie is deorthodoxe kerk en met name deBulgaars-Orthodoxe Kerk. In 2011 gaf 76% van de bevolking aan lid van deze kerk te zijn. Zo'n 0,8% van de bevolking isrooms-katholiek, oftewel 50.000 personen. De meeste katholieken wonen in oblastPlovdiv en met name in de gemeenteRakovski.
Hetprotestantisme is de snelstgroeiende religie in Bulgarije. In minder dan twintig jaar tijd, tussen 1992 en 2011, is het aantal protestanten bijna verdrievoudigd. De volkstelling van 1992 telde 21.878 protestanten. Dat aantal verdubbelde naar 42.308 volgens de volkstelling van 2001 en vervolgens groeide dat aantal verder naar 64.476 in de volkstelling van 2011. De groei van het protestantisme is vooral te danken aan de massale bekering van de etnischeRoma tot hetpentecostalisme, in volksmond ook wel de zogenaamde 'zigeunerkerken' genoemd. Er is zo'n 1,1% van de bevolking lid van een van de verschillende protestantse denominaties. De protestanten wonen verspreid over het hele land.
Deislam arriveerde in de veertiende eeuw ten gevolge van deOttomaanse overheersing. Bulgarije heeft een van de grootste moslimpopulaties van Europa en de grootstemoslimminderheid in de Europese Unie. In de volkstelling van 2011 verklaarde 10,1% van de bevolking moslim te zijn. De meeste moslims behoren tot de Turkse minderheid, maar er bestaat ook een grote gemeenschap van geïslamiseerde Bulgaren (de zogenaamde 'Pomaken') en Roma. In twee oblasten vormen moslims zelfs een meerderheid:Kardzjali (70%) enRazgrad (51%). Er woont tevens ook een grote islamitische minderheid in de oblastenSmoljan (40%),Targovisjte (38%),Silistra (38%) enSjoemen (34%).
Er woont een kleinejoodse gemeenschap van 706 mensen in 2011, nagenoeg allemaal woonachtig in de stad Sofia. Voor de Tweede Wereldoorlog leefden er bijna 50.000 joden in Bulgarije.
Slechts een klein deel van de bevolking praktiseert zijn religie. Onder het communistisch regime is de invloed van religie enorm gedaald. Het zondagse kerkbezoek onder christenen schommelt rond de 5% tot 10%. In de volkstelling van 2011 gaf zo'n 22% geen antwoord op de vraag welk geloof ze aanhangen, terwijl ruim 9% aangafatheïstisch ofagnostisch te zijn.
Bulgarije was traditioneel gezien een landbouwstaat met een lage urbanisatiegraad van 20% tot 25% in de eerste helft van detwintigste eeuw. Tijdens de communistische periode begon de bevolking in een snel tempo te verstedelijken. In 2021 telde het land 5.257 onafhankelijke nederzettingen, waarvan 257 steden en 5.000 dorpen, met respectievelijk 4,843 miljoen en 1,677 miljoen inwoners. De grootste stad isSofia met circa 1,2 miljoen inwoners, gevolgd doorPlovdiv,Boergas enVarna. De kleinste stad isMelnik met slechts 161 inwoners. Het grootste dorp in Bulgarije isLozen met ruim 6.000 inwoners, waarmee het groter is dan 145 steden in het land. Andere grote dorpen in Bulgarije zijnAjdemir,Bistritsa,Draginovo,Kazitsjene,Rozino enGradets met elk afzonderlijk tussen de 4.000 en 5.500 inwoners.
Traditioneel is Bulgarije een landbouwland. Na deTweede Wereldoorlog is het land door de communisten aanzienlijk geïndustrialiseerd. De belangrijke industrieën zijn de machinebouw, metaalbewerking, voedselverwerking, techniek en de productie van chemische producten, textiel en elektronica. De belangrijkste mineralen van Bulgarije zijnbauxiet,koper,lood,zink,steenkool,bruinkool,ijzererts,olie enaardgas.
De landbouw vertegenwoordigt meer dan 20 procent van hetbruto nationaal product en stelt hetzelfde percentage van het aantal arbeidskrachten te werk. De belangrijkste gewassen zijntarwe,koolzaad,graan,gerst,groenten entabak. Druiven en ander fruit, evenals rozen, worden ook gekweekt, en de productie vanwijn enbrandewijn is belangrijk voor de economie.
Tot 1989 had het land een economie in de Sovjetstijl, waarin bijna alle landbouw en industriële ondernemingen door de staat beheerd werden. Een stagnerende economie, tekort aan voedsel, energie, en consumptiegoederen, een enorme buitenlandse schuld en verouderde en inefficiënte industriële complexen spoorden pogingen aan tot marktgerichte hervorming in dejaren negentig. De economie van Bulgarije zakte na 1989 door hetuiteenvallen van de Sovjet-Unie aanvankelijk sterk in, waarbij delevensstandaard daalde met 40 procent.
De Bulgaarse munteenheid is delev, die een vaste koers heeft ten opzichte van de euro: 1 euro = 1,95583 lev.
Sinds Bulgarije per 1 januari 2007 officieel lid is van de EU, mag het land beginnen met de voorbereiding voor toetreding van deeuro als nationale munt.[11] Vóór het zover is moet Bulgarije aan een groot aantal economische voorwaarden voldoen, de bankensector versterken en bovendien corruptie en de georganiseerde misdaad aanpakken. Sinds 2020, is de lev opgenomen in hetEuropees Wisselkoersmechanisme, een voorwaarde om de euro in te voeren.
Bulgarije is een parlementaire democratie met als staatshoofd eenpresident die elke vijf jaar rechtstreeks wordt gekozen. Sinds januari 2017 wordt deze functie bekleed doorRumen Radev die op 13 november 2016 is gekozen als opvolger vanRosen Plevneliev.[12] De volksvertegenwoordiging bestaat uitéén kamer, deNationale Vergadering (Narodno Sobranie). Deze telt 240 leden die gekozen worden via algemeen en enkelvoudig kiesrecht voor een periode van vier jaar. De verkiezing van de Nationale Vergadering verloopt via het stelsel van evenredige vertegenwoordiging. De regering van Bulgarije wordt geleid door depremier; sinds 2025 is ditRosen Zhelyazkov.
Sinds 1999 bestaat Bulgarije uit 28oblasten, die alle zijn genoemd naar de regionale hoofdstad. De nationale hoofdstad, Sofia, vormt een eigen district. Tussen 1987 en 1999 was het land onderverdeeld in negen grotere oblasten.
De oblasten zijn onderverdeeld in gemeenten (obsjtina, meervoud:obsjtini).
Het percentage inwoners met een tertiaire opleiding bedraagt 19,6% in 2011. Onder vrouwen (22,3%) is dit percentage hoger dan onder mannen (16,7%). De stadSofia heeft het hoogste percentage inwoners met een tertiaire opleiding, gevolgd door de oblastenVarna enPlovdiv. InKardzjali,Targovisjte enRazgrad hebben inwoners het minst vaak een tertiaire opleiding gevolgd.
Volgens de nationale volkstelling van 2011 zijn ongeveer 112.800 inwoners, ofwel 1,7% van de bevolking,analfabeet. Dit percentage varieert enorm per etnische groep: onderBulgaren is dit percentage 0,5%, onderTurken 5,2% en onderRoma is dit percentage 14,5%. Het percentage analfabeten verschilt ook per oblast: van 0,4% in de stadSofia en in oblastPernik tot 5,2% in oblastKardzjali en 5,7% in oblastSliven.
Bulgarije beschikt over 4224 km spoorwegen: de eerste spoorlijn werd in 1866 aangelegd. De frequentie van de treinen is laag en voor het interlokale verkeer is de bus doorgaans sneller. Het plaatselijkebusvervoer is in onafhankelijke stadsmaatschappijen ingedeeld; een kaartje van de ene stad is in de andere niet geldig.
Er zijn vier internationale luchthavens: in Sofia, Varna, Boergas en Plovdiv.
Bulgarije beschikt met Varna en Boergas over twee zeehavens aan de Zwarte Zee. De grootste binnenhaven bevindt zich bij Roese aan de Donau.
Bulgarije is bezig met het uitbreiden van eenautosnelwegennetwerk, dat alle grote steden met elkaar zal verbinden.
Bulgarijes voornaamste (klassieke) componist wasPancho Vladigerov, wiens werk in het land grote populariteit geniet. Het Conservatorium in Sofia is naar hem genoemd, alsmede een tweejaarlijks terugkerend muziekconcours inSjoemen.
De Bulgaren gebruiken hetcyrillisch alfabet.Methodius enCyrillus van Saloniki die het alfabet ontwikkelden zijn bekende personen in de geschiedenis van Bulgarije. Ze kwamen uit Thessaloniki, dat destijds tot het Bulgaarse rijk behoorde.
In Bulgarije is volkspop, ook wel 'chalga' genoemd (uitgesproken als 'tsjalka'), populair. Chalga staat volledig los van traditionele muziek en bevat zowel Arabische, Turkse, Romani en Griekse invloeden. Volkspop is vergelijkbaar met 'manele' uitRoemenië,arabeskpop uitTurkije en 'turbofolk' inServië. Het dansritme wordt 'kuchek' genoemd en bestaat ook in de andere delen van deBalkan. De meeste chalga-muzikanten zijn etnischeRoma ofTurken. De populairste chalgazangers zijn:Azis,Toni Storaro en zijn zoon,Andrea,Anelia,Galin,Preslava,Sofi Marinova enGergana.