Braziliaanse sierschildpad IUCN-status:Niet geëvalueerd | |||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||
| |||||||||||||
Soort | |||||||||||||
Trachemys dorbigni Duméril &Bibron, 1835 | |||||||||||||
Afbeeldingen op![]() | |||||||||||||
Braziliaanse sierschildpad op![]() | |||||||||||||
|
DeBraziliaanse sierschildpad[1] (Trachemys dorbigni, soms gespeld alsTrachemys dorbignyi) is eenschildpad uit de familiemoerasschildpadden (Emydidae). De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven doorAndré Marie Constant Duméril &Gabriel Bibron in 1835. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naamEmys dorbigni gebruikt. De schildpad wordt ook wel als ondersoort van delettersierschildpad (Trachemys scripta) gezien.[2]
Hetrugschild is ovaal en langwerpig en wordt maximaal ongeveer 27 centimeter lang, mannetjes blijven kleiner dan de vrouwtjes.[3] Op het midden van het schild is een kiel aanwezig die bij de juvenielen duidelijk te zien is en bij oudere dieren vervaagt. Het rugschild is bruin tot groen met op iedere hoornplaat onregelmatige gele, groene of rode vlekjes. De marginaalplaten (de platen aan de rand van het schild) hebben elk een gele, naar buiten wijzende streep. Hetbuikschild is geel tot oranje, de randen van de buikplaten zijn donker gekleurd. Mannetjes zijnmelanisch en krijgen uiteindelijk een geheel zwart buik- en rugschild. De kop is groen en heeft vele gele tot oranje, donker omzoomde strepen en vlekken. Ook op de keel, nek en poten zijn gele strepen aanwezig.
De Braziliaanse sierschildpad komt voor inZuid-Amerika, inArgentinië,Brazilië enUruguay. De habitat bestaat uit vijvers, meren, moerassen, rivieren en andere wateren, een zachte bodem, veel onderwatervegetatie, een zwakke waterstroom en voldoendezonplaatsen hebben de voorkeur. De schildpad is voornamelijkcarnivoor, het voedsel bestaat uitweekdieren,vissen,amfibieën enongewervelden, waarschijnlijk wordt ook plantaardig materiaal gegeten. Over de voortplanting is niet veel bekend.
Er worden twee ondersoorten erkend, die verschillen in het uiterlijk en het verspreidingsgebied.