Boerenkool |
---|
 |
Taxonomische indeling |
---|
|
Variëteit |
---|
Brassica oleracea var.laciniata
|
 |
Boerenkool begin bloei |
 |
Bloemen van Boerenkool |
 |
Koolwittevlieg (Aleyrodes proletella) op boerenkool Volwassen exemplaren, larven en poppen |
 |
rups van Groot Koolwitje |
 |
hauw |
|
---|
Boerenkool (Brassica oleracea convar.acephala var.laciniata,synoniemBrassica oleracea var.sabellica) is een makkelijkbladgewas dat op alle grondsoorten geteeld kan worden en in Nederland een typische wintergroente is. Er is een herfst- en een winterteelt.
In Vlaanderen noemt men dit soms ookkrulkool ofkrolkool.
Er zijn twee typen boerenkool:
- struikboerenkool; vormt een vrij lange stengel en wordt van begin september tot februari geoogst voor de verse consumptie. In maart gaan de planten doorschieten en ze komen daarna in bloei. Voor de herfstteelt wordt er begin mei tot begin juni gezaaid en van half juni tot half juli uitgeplant. Voor de winterteelt wordt er begin juni tot begin juli gezaaid en van half juli tot begin augustus uitgeplant op 65 x 50 cm.
- maai- of dwergboerenkool; wordt voor de industrie geteeld en geoogst van half september tot begin november, omdat deze boerenkool niet tegen vorst kan. Dwergboerenkool mag geen langestengel maken, omdat de boerenkoolafgemaaid wordt. Ook moeten de bladeren dunne stelen en een dunne middennerf hebben. Daarom worden hier rassen gebruikt die min of meer een rozet vormen. Bij dwergboerenkool is er alleen een herfstteelt. Er wordt ter plaatse van half juni tot eind juli gezaaid met een rijafstand van 25 cm.
Van oudsher zijn er de struikboerenkoolrassen: Westlandse herfst, Westlandse winter en Westlandse Halfhoge Fijngekrulde. Westlandse herfst heeft fijner gekruld blad dan Westlandse Winter, maar kan niet tegen vorst. Daarnaast zijn erhybriderassen. Er is ook een ras met roodpaars blad, deBrassica oleracea var. sabellica.
Evenals anderegewassen treedt bij boerenkool een proces op waarin het zoeter gaat smaken na blootstelling aan temperaturen onder hetvriespunt. Aardappels schijnen hetzelfde te doen, maar die kunnen gaan verkleuren bij de lage temperaturen, doordat ze gevoeliger worden voor stoten, het zogenaamdestootblauw. Boerenkool heeft dat probleem niet. Wanneer het gaat vriezen, wordtzetmeel in gewassen omgezet insuiker. Een plant doet dit om het vriespunt te verlagen. Hierdoor kunnen gewassen iets beter tegen vorst, maar hierdoor verandert ook de smaak. Het heeft geen zin boerenkool uit de supermarkt thuis in devriezer te stoppen om de smaak zoeter te maken. Het bevriezen gaat te snel en de temperatuur van twintig graden onder nul is veel te laag.
Boerenkool kan niet alleen aangetast worden doorrupsen van o.a. hetGroot koolwitje en hetKlein koolwitje, maar ook door demelige koolluis (Brevicoryne brassicae) en soms zelfs ook door witte vlieg. Verder kan bladvergeling optreden door aantasting van deschimmelvalse meeldauw (Peronospora parasitica). Ook kan boerenkool aangetast worden door de bacterievlekkenziekte (Pseudomonas tomato maculicola[1]).
Bij langdurige sneeuw kunnenhoutduiven veel schade veroorzaken, doordat ze de kop uit de plant vreten en de planten met uitwerpselen besmeuren.
KooluilMamestra brassicae op boerenkool
Rupsenvraat
Melige koolluis
Per 100 gram vers gewicht bevat boerenkool gemiddeld:
Boerenkool is eengroente die in Nederland voornamelijk instamppotten wordt gebruikt. Deze 'stamppot boerenkool' wordt dan metonymisch ook wel aangeduid met alleen het woord 'boerenkool'. Boerenkool wordt ook wel geserveerd als gestoofde groente (bijvoorbeeld met watgort er door), als salade of in soep.
In andere landen werd boerenkool veelal gebruikt alsdierenvoer.
Boerenkoolstamppot
Boerenkoolsla
Boerenkoolsoep
Boerenkoolchips
Bronnen, noten en/of referenties
- ↑Er bestaat nog geen officiële naam voor deze pseudomonas