| Concepten |
| Geschiedenis |
| Stromingen |
| Geschriften |
| Tempels |
| Devotie |
| Per land |
| Termen |
| Van A tot Z |
Boeddhistische geschriften zijn de teksten uit de literaire traditie van deboeddhistische stromingen. De geschriften die nu nog bestaan, komen zowel uit levende tradities alstheravada,mahayana envajrayana, als dode tradities, voornamelijkvroege boeddhistische scholen die niet meer bestaan.
Sommige geschriften zijn volledig bewaard gebleven, andere slechts gedeeltelijk. Weer andere zijn volledig vergaan. De tradities hebben elk hun eigen geschriften. DeTripitaka neemt echter in alle tradities de voornaamste plaats in.
Een onderscheid dat wel gemaakt wordt is dat tussencanonieke geschriften en niet-canonieke geschriften.
Hettheravada is de enig overgeblevene van deachttien scholen van het oudsteIndiase boeddhisme. DeTipitaka (drie korven) van deze school is overgeleverd in dePali-canon die gevormd werd tussen 588 en 250 v.Chr. en bestaat uit:
De driepitaka's zijn onderverdeeld innikaya's, zoals bij deSutta deDigha,Majjhima,Samyutta,Anguttara en deKhuddaka. Deze zijn weer opgebouwd uit een aantal verhalen, zoals in deKhuddaka deJatakaverhalen over de vorige levens van de Boeddha.
De eerste tweepitaka's zouden al zijn gereciteerd tijdens deeerste boeddhistische concilie in 483 v.Chr., net na de dood van de Boeddha, maar in werkelijkheid zal de vorming eeuwen hebben geduurd, tot dederde boeddhistische concilie rond 250 v.Chr.
Een niet-canonieke geschrift dat wel tot de Pali-canon wordt gerekend is deMilindapanha, de filosofische vragen van Milinda ofMenander I aanNagasena. Ook deNettipakarana en dePetakopadesa worden gewoonlijk als niet-canoniek beschouwd.
Er werden tussen 250 v.Chr. en 500 n.Chr. de nodigecommentaren geschreven die bekend staan alsAtthakatha, waar onder meer deVisuddhimagga vanBuddhaghosa deel van uitmaakt.
DeDipavamsa en deMahavamsa zijn de oudste geschiedenissen vanSri Lanka en bestaan deels uit mythische overleveringen.
Hetmahayana ontstond inIndia, en verspreidde zich in onder andereChina,Tibet enJapan, waar een uitgebreide mahayana-literatuur ontstond.
Prajnaparamita betekenthoogste wijsheid, het inzicht in deleegte van alle verschijnselen:
Vaipulya is een verzamelterm voor geschriften met een transcendentale inslag: de hoogste werkelijkheid overstijgt de zichtbare werkelijkheid:
HetChinees boeddhisme ontwikkelde een aantal eigen scholen, aan de hand van verschillendemahayana-geschriften:
Chan is een Chinese school die de nadruk legt op intensieve meditatie. Volgens de legende is deze naar China gebracht doorBodhidharma. Uit deze school is onder meer dePodiumsoetra vanHuineng afkomstig.
Japan nam verschillende Chinese scholen over. De in het westen bekendste zijn hetZuiver Land-boeddhisme en hetZen-boeddhisme, de Japanse variant van Chan. Een bekend werk uit die laatste school isShobogenzo vanDogen.
HetTibetaans boeddhisme heeft een zeer uitgebreide literatuur, zowel van vertalingen als van originele teksten.
Tibet kent een eigen literatuur, waarvan een gedeelte populair is geworden in het westen:
Gedeeltes van de geschriften van de uitgestorvenvroege boeddhistische scholen bestaan nog steeds:
In de Chinesemahayana-traditie zijn er onder andere de volgende gebeden/mantra's: