Batoemi (ookBatoem,Batumi ofBatoum,Georgisch:ბათუმი) is met 179.185 inwoners (2023) detweede grootste stad van Georgië en is de hoofdstad van de autonome republiekAdzjarië. De stad ligt in het zuidwesten vanGeorgië aan deZwarte Zee, dicht bij deTurkse grens, op de plaats van een oude Griekse kolonie. Het is een belangrijkaardolieraffinage- en scheepvaartcentrum en het is een van de vijf zelfstandigestadsgemeenten. In de21e eeuw is de stad uitgegroeid tot een belangrijke toeristische trekpleister, dankzij een gerichte stadsrenovatie en -modernisering die na deRozenrevolutie van 2003 werd ingezet.
Parken in Batoemi met de Adzjaarse bergen op de achtergrond.
Batoemi staat sinds de 11e eeuw bekend om zijn vestingwerken. De stad maakt al sinds demiddeleeuwen deel uit van Georgië, maar kwam in de 16e eeuw onder Ottomaanse heerschappij. In de 18de eeuw werd de Georgische bevolking geïslamiseerd en sindsdien profileren de inwoners zich alsAdzjaren. De provincie Batoemi werd in1878 doorRusland geannexeerd op basis van het op 23 maart van dat jaar bekrachtigdeVerdrag van San Stefano tussenRusland en hetOttomaanse Rijk. Het gebied viel vervolgens onder hetGouvernement Koetais. In deze periode kwam de grootschalige aanleg van spoorlijnen in hetRussische Rijk op gang, ook inTranskaukasië.
In 1883 werd de aanleg van despoorlijn tussenBakoe en Batoemi afgerond met financiële hulp van defamilie Rothschild[3], die deze verbinding wenste met het oog op de oliehandel. Hiermee werd voor de havenstad Batoemi een nieuwe fase ingeluid. DeBatum Oil Refining and Trading Company (Bnito), die was overgenomen doorBaron Alphonse Rothschild, bouwde in Batoemi olieopslagtanks enraffinaderijen, waardoor de stad kon uitgroeien tot een van de grootste oliehavens van die tijd. In 1907 volgde na tien jaar bouw de opening van de Bakoe-Batoemi oliepijpleiding, destijds met 885 kilometer de langste ter wereld.[4]Jozef Stalin arriveerde eind1901 in de stad om revolutionaire stakingen te organiseren bij de Bnito-olieraffinaderijen van Rothschild, die in 1902 uitliepen op bloedige confrontaties tussen demonstranten en de politie.[lit 1][lit 2]
Roestavelilaan in het centrum met zicht op het theater.
HetVerdrag van Brest-Litovsk, wat het einde betekende in maart 1918 van de deelname van de bolsjewistischeRSFSR aan deEerste Wereldoorlog, resulteerde erin dat Batoemi opnieuw in Turkse handen kwam,[lit 3] wat enkele maanden later bekrachtigd werd in hetVerdrag van Batoemi tussen hetOttomaanse Rijk en de inmiddels gevormdeDemocratische Republiek Georgië. Als gevolg van het einde van de Eerste Wereldoorlog viel het gebied van december 1918 tot juli 1920 tijdelijk onder Brits gezag, waarna Adzjarië met Batoemi werd overgedragen aan de Democratische Republiek Georgië, die het gebied autonomie verleende.[5] Gedurende de Sovjet invasie van Georgië in februari 1921 heroverden de Turken het gebied weer, waarna het noordelijke deel van het oorspronkelijke Adzjarië, inclusief Batoemi, alsnog afgestaan werd aan de inmiddels opgerichteGeorgische Socialistische Sovjetrepubliek in ruil voor de provincieKars, die aan de Turken viel. Dit werd geformaliseerd in artikel VI van hetVerdrag van Kars op voorwaarde dat de moslimbevolking autonomie zou krijgen. In juli 1921 werd de Autonome Socialistische Sovjetrepubliek Adzjaristan binnen de Georgische SSR opgericht. Het was daarmee de enige autonomie in deSovjet-Unie die gebaseerd was op religie in plaats van etniciteit.[lit 4]
Gedurende de Sovjetoverheersing had Batoemi een over het algemeen weinig opvallend bestaan. Het was de meest zuidelijke havenstad van deSovjet-Unie en de bestaande olie-infrastructuur werd uitgebreid. DeAdzjaren hadden weliswaar een unieke religieuze autonomie binnen deGeorgische SSR, maar dat betekende geenszins dat dit zich vertaalde in vrijheden. Ook Adzjarië ontkwam niet aan religieuze onderdrukking. De jaren 1920 waren rumoerig in Adzjarië met verschillende opstanden tegen de onderdrukking en verplichte collectivisatie.
Batoemi bleef in eerste instantie nog rustig tijdens deAugustusopstand in deGeorgische sovjetrepubliek, maar ontsnapte uiteindelijk niet aan de Sovjet-terreur die er uit voortvloeide. Op 31 augustus 1924 werden lokale deelnemers aan anti-Sovjet-demonstraties doodgeschoten, waaronder generaal-majoor Giorgi Poertseladze, die eerder streed om Batoemi vrij te krijgen van de Ottomanen.[6]
In april 1929 kwamen islamitische dorpsbewoners in de bergen van Adzjarië in opstand tegen de verplichte collectivisatie en religieuze vervolging. De Sovjettroepen werden ingeroepen en de opstand werd snel neergeslagen. DuizendenAdzjaren werden uit de republiek gedeporteerd.[7] DeGrote Zuivering van de jaren 1937-38 ging ook in Batoemi niet ongemerkt voorbij.
PresidentMicheil Saakasjvili, die dat jaar na deRozenrevolutie van 2003 was gekozen, zette in op het aanjagen van de lokale economie en ontwikkeling van Batoemi als badplaats aan deZwarte Zee. Hetvliegveld werd vernieuwd en uitgebreid, in de stad werd het oude centrum gerestaureerd, er kwam een nieuwe boulevard en er werden grote moderne hotels gebouwd. Als een van de weinige steden in Georgië groeit de bevolking sindsdien en is het een populaire toeristenbestemming geworden.[8]
Batoemi had per 1 januari 2024 183.181 inwoners,[2] een groei van meer dan 30.000 inwoners, oftewel bijna twintig procent, ten opzichte van de volkstelling van 2014.[1] Deze groei is constant sinds 2014, maar heeft zich sinds 2022 versneld. Als gevolg van deRussische invasie van Oekraïne in 2022 emigreerden veelRussen naar Georgië. Na Tbilisi is Batoemi de belangrijkste plaats van vestiging.[9]
In het verleden fluctueerde de bevolkingsomvang van Batoemi, wat samenviel met grote historische gebeurtenissen. Sinds Batoemi eind 19e eeuw onder Russische overheersing een belangrijke oliehaven werd met de aansluiting op spoorwegen en de aanleg van een oliepijpleiding uitBakoe is het aantal inwoners van de stad snel gegroeid tot deSovjetperiode begon. In de jaren 1920 zakte het aantal inwoners flink. Later nam het aantal inwoners weer snel toe tot de chaotische jaren 1990 in het onafhankelijke Georgië.
Sinds 2010 is er weer sprake van groei. In 2012 vond er een gemeentelijke herindeling plaats, waardoor een tiental plaatsen ten noorden van Batoemi werden ingelijfd,[15] maar daarna volgde sterke autonome groei. In 2014 was Batoemi de stadKoetaisi voorbij gegroeid en werd het detweede grote stad van Georgië.
In Batoemi komen alle belangrijke godsdiensten van de Kaukasus voor. Het grootste deel van de bevolking isoosters-orthodox (68,7%) ofmoslim (25,3%). Verder is 0,6%Armeens-Apostolisch en zijn er kleine gemeenschappen (tot 100 mensen)katholieken,jehova's,protestanten,joden enjezidi's. Een kleine 4.000 personen (2,6%, de derde grote groep) is niet gelovig.[16]
In 1885 verkreeg deRothschild familie deBatum Oil Refining and Trading Company[23] nadat de familie de aanleg van despoorlijn naarBakoe had gefinancierd.[3] Het oliebedrijf kreeg met de kapitaalkrachtige familie veel geld om de activiteiten sterk uit te breiden en bouwden olieopslagtanks enraffinaderijen en maakte van de stad een van de grootste oliehavens van die tijd. Batoemi is nog steeds het eindpunt van de (oost-west) spoorweg door deKaukasus en het eindpunt van een belangrijke oliepijpleiding. De industrieën zijn onder andere olieraffinaderijen,scheepsbouw, voedselverwerking en lichte productie.
Over dekustweg en door Batoemi loopt de belangrijkste transportroute naarTurkije, waar ook verkeer van en naarArmenië enAzerbeidzjan veel gebruik van maakt. Door de slechte verstandhouding met buurland Rusland en de beperkte overland verbindingen ermee, is Georgië voor een groot deel aangewezen op import uit Turkije enOekraïne via de haven en kustsnelweg van Batoemi.
De stad ligt in een subtropische streek, rijk aancitrusvruchten enthee en toerisme is een belangrijke factor geworden in de lokale economie. Batoemi is na hoofdstad Tbilisi de meest bezochte stad door (internationale) toeristen.[24]
De belangrijkste bezienswaardigheden in Batoemi zijn het opgeknapte oude centrum en de boulevard, een kilometerslange baan langs hetkiezelstrand met restaurants en bars. Er zijn oude kerken en moskeeën, zoals de Armeense en Griekse kerken of deBatoemi-moskee. Andere bezienswaardigheden zijn onder andere het Adzjaars museum, de grotebotanische tuinen zeven kilometer ten noorden van de stad en een aquarium, het enige in de toenmalige Sovjet-Unie.
Zicht op Batoemi vanaf botanische tuin
Batoemi en het strand golden als de zuidelijkste (en warmste) van de Sovjet-Unie. In de laatste decennia van de Sovjet-Unie groeide Batoemi, naastSoechoemi, dan ook uit tot de belangrijkste zon-zee-strandbestemming voor de communistische jeugd. De stad geniet populariteit onder vooral Georgiërs, Turken en Russen.
De stad maakte sinds het vertrek van voormalig regioleiderAslan Abasjidze in 2004 een metamorfose door: de oude buurten in het centrum werden gerenoveerd en deels gesaneerd. Hierbij verdwenen ook monumentale panden,[25] maar er zijn goed bewaarde historische panden in sfeerrijke straatjes te bezichtigen.
De Georgische internationale hoofdwegS2 /E70 (Senaki -Poti -Koboeleti -Sarpi) loopt door de stad en is de belangrijkste weg naar deTurkse grens alsmede de hoofdroute naarTbilisi. Een nieuwe bypass rond Batoemi moet medio 2024 klaar zijn. De belangrijkste interregionale route vanaf de stad is denationale route Sh1 die via de binnenlanden vanAdzjarië over de 2027 meter hoge Goderdzi-pas naar de stadAchaltsiche gaat. Deze weg volgt de kloof van deAdjaristskali en was in de late Sovjet periode onderdeel van de Sovjet hoofdrouteA306.
Sinds1883 is Batoemi per spoor verbonden metTbilisi viaSamtredia,Chasjoeri enGori. Het nieuwe centraal station van Batoemi is gelegen aan de noordkant van de stad, voorbij de haven, en werd in2015 geopend.[26] Voorheen was het station in de binnenstad gelegen, in de Tsjavtsjavadzestraat. Er rijden per dag meerdere rechtstreekse treinen tussen Batoemi en Tbilisi, sommigen non-stop. Tevens is er een dagelijkse trein naarOzoergeti.
Batoemi heeft een eigeninternationale luchthaven dat in reizigersaantallen de derde luchthaven van het land is. De luchthaven ligt aan de zuidzijde van de stad, naast en parallel aan de Tsjorochi rivier.
↑Simon Sebag Montefiore (2007). Young Stalin, 1e druk. Knopf, hoofdstuk 10 "'I'm working for the Rothschilds!' : fire, massacre and arrest in Batumi". ISBN 978-1400044658. Geraadpleegd op30 december 2021.
↑Jones, Stephen F. (2005). Socialism in Georgian Colors: The European Road to Social Democracy, 1883-1917, 1e druk. Harvard University Press, pp. 102. ISBN 0-674-01902-4. Geraadpleegd op30 december 2021.
↑Coene, Frederik (2010). The Caucasus, an introduction, 1e druk. Routledge,Londen, pp. 162. ISBN 0–415–48660–2. Geraadpleegd op4 december 2021.
Bronnen en voetnoten
↑ab(ka)Main Results of the 2014 Census (Publication) (pdf). Census.ge, National Statistics Office of Georgia (Geostat) p.40-45 (28 april 2016). Gearchiveerd op13 februari 2020. Geraadpleegd op2 januari 2022.
↑ab(ru)[Каспийско-Черноморское_нефтепромышленное_и_торговое_общество_(Баку)_-_Ротшильды_и_Баку Caspian-Black Sea Oil Industry and Trade Society (Baku) - Rothschilds and Baku]. Our Baku. Geraadpleegd op28 april 2023.
↑abBij de volkstelling van 2014 werd een onverklaarbaar gat ten opzichte van de data van het Nationaal Statistisch Bureau Geostat gevonden. Uit VN begeleid onderzoek bleek dat de volkstelling van 2002 ongeveer 8-9 procent te hoog was. Zie[14], "1. Introduction", Pagina 1.
↑De verhoudingen zijn door de tijd aangepast. In 2021 was de verhouding 28-7 voor partijlijst en kiesdistricten. In 2017 telde de raad 25 leden en was de verhouding 15-10.
↑(en)Georgian Tourism in Figures 2018 (pdf). Georgian National Tourism Administration p.11 (1 januari 2019). Gearchiveerd op22 maart 2022. Geraadpleegd op30 december 2021.