Eenbalkengat (in Noord-Nederland:balkgat) is een ondiepewatergang, waarin de voorraad boomstammen van eenhoutzaagmolen ofhoutzagerij wordt bewaard totdat deze verder kunnen worden verwerkt.
Vroeger werdhout langdurig in een balkengat gewaterd en daarna gedroogd. Dankzij dit proces was het uitgewerkt, waardoor de balken en planken die ervan werden gezaagd recht bleven. Dit proces van wateren kon meerdere jaren duren. Boomstammen van de lichtere houtsoorten bleven drijven, maar zwaardere houtsoorten zoalseiken zonken naar de bodem. Het was dus wel zaak het balkengat niet te diep te maken, of deze boomstammen met een touw of ketting vast te leggen.
Jong hout heeft nog jaren nodig om te drogen en kan daarom gemakkelijker krom trekken of scheuren.
Tegenover deRotterdamseFokhaven bevond zich zo'n balkengat en inGroningen is een straat vernoemd naar zo'n water, zij het alsBalkgat. Ook was er rond 1965 nog een balkengat aan het begin van de Helperzoom in Groningen, in de eerste vijver vanaf de stad gezien.
InBedum is ook een watertje met de naamBalkgat. InAppingedam eveneens, zij het dat dit water wel zo heet, maar dat er nooit boomstammen in hebben gelegen. Ook de naamPlankensloot (bij hetZuidlaardermeer) verwijst naar het wateren van hout.
InLeerdam bevinden zich twee balkengaten. DeLinge was hier het transportmiddel voor de balken ten behoeve van houthandel Varsseveld. Ze zijn nog altijd goed vanuit de lucht te zien en liggen nu in het natuurpark Varsseveld, in Leerdam zuidoost. Ze vormen een mooie visvijver en in strenge winters eenijsbaan.
Ook in droogmakerij deSchermer nabijWest-Graftdijk is nog een balkengat waarneembaar, als een ondiep zij-armpje van de Vuyle Graft. De watergang behoorde toe aan hout-zaagmolen “De Drie Gebroeders” van de familie Graftdijk. In ieder geval in 1730 stond het molencomplex daar, tot het in 1890 in vlammen opging. Nu is het balkgat nog de enige tastbare herinnering aan dit verleden.
Net buiten de nieuwbouwwijk inWijk bij Duurstede aan de Prins Hendrikweg ligt een kleine waterplas. Dit is het balkengat van de voormalige houtzaagmolen De Zonnewijzer. De molen is al lang verdwenen na een brand in 1912. Hierna heeft men er nog tot 1989 elektrisch hout gezaagd totdat ook deze zagerij plaats maakte voor nieuwbouw. Wat resteert is het balkengat, een kleine plas in verbinding met deKromme Rijn.
Elders in Nederland hebben ze het over een ‘balkengat’, maar in Vorden heet het de ‘zaagkoele’. Het is een bijna rechthoekig waterbassin aan de rand van het dorp[1], door een dijkje gescheiden van de Baakse Beek. In het water liggen zo’n vijftien boomstammen.