Bioscoopjournaal uit 1973 over de bakkerijbranche.Bakkerij op een schip
Het woordbakkerij heeft twee betekenissen:
een werkplaats waar debakker brood, koek, banket en dergelijke bakt in eenoven, met vaak een aparte ruimte ernaast waar men deze waren verkoopt.
een winkel waar men brood, koek, banket verkoopt zonder deze goederen zelf te produceren.
Veel bakkerijen bakken hun eigen brood; dit soort winkels wordt een warme bakker genoemd. Eenbanketbakker is een speciaalzaak voorgebak entaart.
Andere broodwinkels verkopen brood dat 's nachts in eenbroodfabriek is gebakken. Een relatief nieuwe ontwikkeling is deprepain. Dit brood is bijna gaar gebakken en wordt in een broodjeszaak afgebakken, waarbij de geur en de geproduceerde warmte suggereren dat het om ter plaatse geproduceerd brood gaat. Vroeger ging debakker langs de deur metpaard en wagen en later met eenbakfiets ofauto, geladen met wit en bruintarwebrood,roggebrood enbeschuit. Anno 2022 zijn er veel soorten brood en (belegde) broodjes verkrijgbaar, met veel varianten en eigen benamingen. Ook perstreek ofprovincie zijn er variaties. Sommige broodwinkels serveren luxe belegde broodjes in een eigenlunchroom.
Vooral de zaterdag is inNederland een drukke dag in veel bakkerijen, omdat op zon- en feestdagen de winkels in Nederland alsregel gesloten zijn. InBelgië zijn de meeste bakkers open op zondagochtend. Daar staan dan vaak rijen klanten voor hun wekelijkse versekoffiekoek.[bron?]
In vroeger dagen brachten de mensen zelf het meel dat was gemalen door eenmolenaar naar een centrale bakkerij.