Aumühle ligt ongeveer twintig kilometer ten oosten vanHamburg in het dal van deBille aan de rand van hetSachsenwald, het grootste bosgebied van Sleeswijk-Holstein. Tot de gemeente behoren ook de plaatsen Billenkamp enFriedrichsruh.
Ook elders in Duitsland liggen in totaal ongeveer 40 dorpjes of gehuchten met deze veel voorkomende naam, die(water-)molen in een rivieroevergebied betekent. De meeste liggen inBeieren.
Het dorp dankt zijn naam aan eenwatermolen op het punt waar de Schwarze Au in de Bille uitmondt. Deze werd voor het eerst vermeld in 1350. In de 16e eeuw was in het dorp een tolstation op de grens van het Hertogdom Lauenburg en hetHertogdom Holstein. Vanaf 1600 was er een papiermolen bij de monding van de Ochsenbek in de Au. Deze werd in 1758 gesloten, waarna op het terrein een ijzerfabriek werd gevestigd. In 1850 werd aan de spoorlijnHamburg-Berlijn in het Sachsenwald het station Friedrichsruh geopend.
In 1871 kreeg de rijkskanselierOtto von Bismarck het Sachsenwald in eigendom. Hij liet een herberg bij het station verbouwen tot jachtslot. Na zijn dood verrees hier zijn mausoleum en werd Friedrichsruh een geliefde bestemming voor zijn vereerders. In 1884 kreeg ook Aumühle een eigen station, wat het dorp met zijn bosrijke omgeving een aantrekkelijke vestigingsplaats maakte voor de Hamburger burgerij. Er ontstond een villapark en de bewoners ervan financierden een uitzichttoren, de Bismarckturm, een van de vele met die naam in Duitsland. In 1930 werd opnieuw een gebouw voltooid dat naar deReichsgründer is vernoemd, delutherse Bismarck-Gedächtnis-Kirche.