Arras [uitspraak: aʁɑːs] (Nederlands, in historische context nog gebruikelijk:Atrecht[2]) is een stad in het noorden vanFrankrijk, de hoofdplaats van hetdepartementPas-de-Calais. Arras is ook de historische hoofdstad van de oude provincieArtesië.
Op 1 januari 2022 telde Arras 42.621[1] inwoners,Arrageois genoemd. Daarmee is Arras de op één na grootste gemeente van de Pas-de-Calais, naCalais. De stedelijke gemeenschap Arras, die 46 gemeenten groepeert, telt zo'n 104.000 inwoners.
De stad wordt al inCaesarsDe Bello Gallico vermeld als Nemetocenna, de hoofdplaats van de Gallische stam derAtrebaten, die hun naam aan Atrecht/Arras hebben gegeven; "Atrecht" is dus geen "voorde of overgang over deAa" — vgl. Maastricht =Maas-overgang e.d. — (want de rivieren die door Atrecht vloeien zijn niet de Aa maar deScarpe en haar zijrivier deCrinchon [fr]) maar wel de "stad van de Atrebaten". In de Romeinse tijd ontstond een welvarende stad,Nemetacum genoemd, of laterNemetacum Atrebatum,Atrebatae, enz. Ze lag aan deheerweg die Lugdunum (Lyon) verbond met Gesoriacum (Boulogne-sur-Mer). In de hoge middeleeuwen hoorde de stad enige tijd bij hetGraafschap Vlaanderen en tegen de 16e eeuw wasAtrecht haar gebruikelijke Nederlandstalige naam.Lodovico Guicciardini beweerde in 1566 zelfs dat Atrecht een periode de 'hoofdstad van het hele graafschap' was geweest: "...de oude palen van Vlaenderen aen de groote Zee / ende aen de watervloeden de Somme ende de Schelde gestrect / ende seven voornaemste steden begrepen hebben: te weten / Atrecht Hooftstadt des gantschen Graeffschaps / Ghent / Brugghe / Ipre / Sint Omer / Rijssel ende Doway. Maer namaels door houwelijck tusschen den Conincklijcken stam van Vrancrijck / ende de Graven van Vlaenderen / zijn veel steden tot instellinge des Graeffschaps van Artoys / gescheyden ende afghedeylt van Vlaenderen..."[3]
De onderaardse gangen van de stad geven een beeld van de ondergrondse geschiedenis van Arras. Vanaf de10e eeuw werden "les bôves", de zogenaamde krijtgroeven, uitgegraven. Door de eeuwen heen hadden ze verschillende functies: kelder, silo, enz. Dit ondergrondse gangenstelsel dat zich onder de hele stad en zelfs over de stadsgrenzen heen uitstrekte, diende eveneens als schuilplaats en verzamelpunt voor deGeallieerden, die hier in 1917 in afwachting van het beslissende offensief in deSlag bij Arras waren gelegerd.
Gebruikmakend van de dood vanKarel de Stoute in 1477, viel de Franse koning Lodewijk XI Vlaanderen binnen en veroverde hij Arras. Toen de inwoners tegen hem in opstand kwamen, liet hij hen collectief deporteren en vervangen.[4] Vanaf mei 1479 werden in drie maanden tijd twaalfduizend mensen gerekruteerd om de stad te herbevolken. De naam werd veranderd inFranchise en er kwam een nieuw wapenschild, een nieuw stadszegel en nieuwe privileges. De operatie werd een fiasco. In antwoord op de verplichte quota hadden steden vaak bedelaars en gevangenen gestuurd. De nieuwe bewoners, afkomstig uit heel Frankrijk, verstonden elkaar niet en liepen massaal weg. In 1484 mochten de vroegere inwoners terugkeren en werd de naam Arras hersteld. Door deVrede van Senlis keerde de stad in 1493 met de rest van Artesië terug naar deNederlanden.
Tussen 1668 en 1672 bouwdeVauban eencitadel in de stad. Omwille van haar slecht gekozen locatie werd zeLa Belle Inutile (de mooie nutteloze) genoemd. De citadel is onderdeel van deWerelderfgoedlijstVestingwerken van Vauban.
In de 19de eeuw werd Arras een belangrijk centrum voor het kweken en verwerken vansuikerbieten.
Tijdens deEerste Wereldoorlog was Arras niet ver gelegen van het front en werd daarom zwaar beschadigd tijdens de oorlog. Na de oorlog werd het stadje herbouwd. Tijdens deTweede Wereldoorlog werd het vanaf juni 1940 doornazi-Duitsland gedurende ruim vier jaar bezet.
De oppervlakte van Arras bedroeg op 1 januari 2022 11,63 vierkante kilometer; debevolkingsdichtheid was toen 3.664,7 inwoners per km². Door de stad stroomt deScarpe, niet de Aa, wat de naamAtrecht ook zou laten denken. Vanaf Arras tot aan haar monding in deSchelde is de Scarpe gekanaliseerd.
De onderstaande kaart toont de ligging van Arras met de belangrijkste infrastructuur en aangrenzende gemeenten.
De gemeente telt verschillende grote wijken:
Hyper Centre, met de oude historische stadskern
Préfecture, in het centrum, net ten noordwesten van de oude stadskern
Vauban, in het zuiden van het centrum
Méaulens Saint-Géry (bestaande uit de wijken Méaulens en Saint-Géry), in het noorden van het centrum
Faubourg d'Amiens, net ten zuidwesten van het stadscentrum
Les Hochettes, ten westen van het stadscentrum
Blancs Monts Baudimont (bestaande uit de wijken Blancs Monts en Baudimont), ten westen van het stadscentrum
Saint-Pol, in het uiterste noordwesten van de gemeente
Saint-Michel, net ten noordoosten van het stadscentrum
Saint-Sauveur, in het oosten van de gemeente
Ronville, net ten zuidoosten van het stadscentrum
Quartier Universitaire in het zuidoosten van de gemeente. Hier bevindt zich een campus van deUniversité d'Artois.
De gemeente telt meer dan 200 bouwwerken die werden ingeschreven of geklasseerd alsmonument historique, of zo'n derde van alle monumenten in het departement Pas-de-Calais.
DeGrand'Place (Grote Markt), meer dan 1 hectare groot, is al sinds de11e eeuw de marktplaats van de stad. Oorspronkelijk was de markt omzoomd met houten huizen die vanaf de17e eeuw door stenen gebouwen werden vervangen. Het oudste dateert van 1467 en heetLes Trois Luppards.
Hetbelfort van Arras staat op dePlace des Héros (Heldenplein). Die naam werd na de Tweede Wereldoorlog gegeven om de gefusilleerde inwoners te gedenken. In de volksmond heet het deKleine Markt. Hier staan vooralgildehuizen.
De stad ligt nabij het knooppunt van de snelwegenA1 enA26 (ofE15 enE17), die weliswaar niet over het grondgebied van de gemeente Arras zelf lopen, maar over de buurgemeenten.
Arras is vijf keer etappeplaats geweest in de wielerkoersRonde van Frankrijk. De enige keer dat Arras aankomstplaats van etappe was, was in 2004. Toen wonUS Postal Service er de ploegentijdrit.