Asielrecht is hetrecht van bescherming in een ander land dan dat waarvervolging plaatsvindt.
De term asiel komt van hetGriekse woord σῦλος,sylos (beroofde) met als voorvoegsel eenα privativum, dat wil zeggen onberoofd → in veiligheid. Hieronder wordt verstaan een toevluchtsoord, onderkomen of vrijplaats, maar ook bescherming tegen gevaren en vervolging.
In deklassieke oudheid bestond er her en der een recht op toevlucht voor ontsnapteslaven. In de Europese geschiedenis ontstond gedurende demiddeleeuwen ook een soort asiel voor verbannen of voortvluchtige misdadigers en na dereformatie ook voorgeloofsvervolgden.
Pas in de 19e eeuw ontstond het begrip van het asielrecht met de betekenis zoals die tegenwoordig bekend is en in de 20e eeuw meer gestalte kreeg, onder meer door de regelingen ten behoeve van vluchtelingen onder deVolkenbond en deVerenigde Naties: de toevlucht voorpolitiek vervolgden en de slachtoffers vanmensenrechtenschendingen.
Verschillende beroemde persoonlijkheden hebben om uiteenlopende redenen hun land van herkomst moeten verlaten en hebben in het buitenland asiel genoten. In de 19e eeuw waren dat bijvoorbeeldRichard Wagner enKarl Marx, en in de 20e eeuw defilosofeHannah Arendt. Een bekend symbool voor het vluchtelingschap, en voor de tragiek vanracistische vervolging, werdAnne Frank.
In Nederland is de asielprocedure geregeld in deVreemdelingenwet 2000, die van kracht is sinds april 2001 en in de plaats kwam van deoude Vreemdelingenwet, die oorspronkelijk uit 1965 was en herhaaldelijk was gewijzigd. Nadere uitwerkingen zijn gegeven in hetVreemdelingenbesluit en in deVreemdelingencirculaire.
In april 2008 werd door hetCentraal Bureau voor de Statistiek (CBS) bekendgemaakt dat het aantal asielzoekers in Nederland in 2008 gestegen was.
Het betrof in dat jaar bijna een verdubbeling ten opzichte van 2007. In 2008 waren er ruim 13.400 asielverzoeken, in 2007 waren dat er nog 7.400. De toename in Nederland zou groter zijn dan die in de heleEuropese Unie, waar het aantal asielverzoeken met 6 procent was gestegen.
Wanneer een asielzoeker in Nederland eenverblijfsvergunning wil verkrijgen, moet deze zich melden in een aanmeldcentrum (AC). Namens deMinister beslist deImmigratie- en Naturalisatiedienst (IND) of een tijdelijke verblijfsvergunning wordt toegewezen. De IND kan besluiten de aanvraag in het AC te behandelen (deasielprocedure neemt dan acht dagen in beslag), of om meer tijd te nemen voor de beslissing op de aanvraag, waarna een positief of negatief oordeel wordt geveld. De IND dient in principe binnen een termijn van 6 maanden een beslissing te nemen.
Nederland heeft deOvereenkomst van Dublin ondertekend, waarin bepaald is dat een asielzoeker slechts in één land asiel aan mag vragen. Als een asielzoeker bijvoorbeeld, voordat hij of zij naar Nederland reisde, ook al in Duitsland asiel heeft aangevraagd, mag Nederland het andere land (in dit voorbeeld Duitsland) verantwoordelijk stellen voor de behandeling van de aanvraag van de asielzoeker. Als een asielzoeker door een ander land (dat het Verdrag van Dublin heeft ondertekend) heeft gereisd, maar daar geen asiel heeft aangevraagd, gaan dezelfde regels op: hij of zij had dat in dat land moeten doen.
Als de asielaanvraag wordt ingewilligd, of als iemand vanuit het AC wordt doorgestuurd in afwachting van een beslissing, dient de Nederlandse overheid zorg te dragen voor goede opvang, met inbegrip van huisvesting, voeding en geld voor kleding. Het orgaan dat uitvoering geeft aan deze verantwoordelijkheid is het COA (Centraal Orgaan opvang Asielzoekers).
Als de IND van plan is de asielaanvraag af te wijzen, stelt hij de asielzoeker daarvan op de hoogte. De asielzoeker kan daarop reageren en duidelijk maken waarom hij het daar niet mee eens is. Deze procedure zorgt ervoor dat het standpunt en de argumenten van de asielzoeker voldoende naar voren komen. Bij het nemen van de uiteindelijke beslissing moet de IND ook ingaan op de reactie van de asielzoeker.
Als een asielaanvraag wordt afgewezen, kan de asielzoeker daartegen beroep aantekenen bij de rechtbank. Ook tijdens die procedure heeft de asielzoeker meestal nog recht op opvang.
Een asielzoeker wiens aanvraag wordt ingewilligd krijgt een verblijfsvergunning. Sinds de invoering van de nieuwe Vreemdelingenwet op 1 april 2001 bestaat er geen verschil meer in de A-, B- of C-status. Officieel is alleen een asielzoeker die een verblijfsvergunning op grond van artikel 29 onder a heeft gekregen een vluchteling in de zin van het Vluchtelingenverdrag.
Ook België heeft het vluchtelingenverdrag en de overeenkomst van Dublin onderschreven. De asielprocedure is er geregeld in de Vreemdelingenwet van 15 december 1980, voluit deWet betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Personen die in België politiek asiel aanvragen worden eerst gehoord door deDienst Vreemdelingenzaken (DVZ), een dienst van deFOD Binnenlandse Zaken. Die registreert de aanvraag en gaat na of België bevoegd is. Indien België bevoegd is wordt de aanvraag doorgestuurd naar hetCommissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen. Sinds de hervorming van de procedure op 1juni 2007 doet de Dienst Vreemdelingenzaken geen uitspraak meer over de ontvankelijkheid van de aanvraag.
Het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen zal de asielaanvraag beoordelen. Verklaart deze instantie de aanvraag gegrond, dan bekomt de aanvrager het statuut van erkend politiekvluchteling. Een negatieve beslissing kan in beroep aangevochten worden bij deRaad voor Vreemdelingenbetwistingen (de vroegereVaste Beroepscommissie voor Vluchtelingen). Een negatieve beslissing van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen kan nog aangevochten worden bij deRaad van State.
Onder meer door het bestaan van de vele beroepsmogelijkheden - die meestal ook uitgeput worden - kan het lang (tot meerdere jaren) duren vooraleer er een "definitieve" beslissing is. In 2007 werd een hervorming doorgevoerd die er voor zou moeten zorgen dat de procedure sneller en performanter wordt.
De meeste aanvragers zijn minvermogend en kunnen meestal niet zelf in hun levensonderhoud voorzien. Ze hebben gedurende heel de procedure recht op "materiële hulp", dat wil zeggen voedsel en onderdak. Deze neemt meestal de vorm aan van opvang in een opvangcentrum beheerd door of voor rekening van deFederale Overheid.
Een erkend politiek vluchteling ten slotte kan aanspraak maken op hetleefloon. Deze minimumuitkering wordt uitgekeerd door hetOCMW.
In de 27 landen van de EU kwam het aantal asielverzoeken uit op 238.000. NaIrak (27.700 asielzoekers) warenRusland (18.200) enSomalië (17.100) de belangrijkste herkomstlanden.
Ook inItalië is het aantal asielverzoeken sterk toegenomen, van 14.100 in 2007 naar 31.200 in 2008. InZweden, dat in 2007 de meeste asielverzoeken kreeg, was het aantal asielzoekers juist sterk gedaald, van 36.400 naar 24.400.
Gerelateerd aan de eigen bevolkingsomvang hadden de kleine landenMalta enCyprus het grootste aantal asielzoekers in 2008: respectievelijk 6,4 en 4,6 per 1000 inwoners. In Nederland was het aantal in 2008 0,8 per 1000 inwoners.
InFrankrijk werd in dat jaar het grootste aantal asielverzoeken ingediend: dat steeg van 29.400 in 2007 tot 35.200 in 2008.