Deasdruk is dat deel van hetgewicht van eenvoertuig dat via de wielen van één as op de ondergrond wordt overgebracht. Als een as gelden alle wielen die naast elkaar zijn gemonteerd. Dit laatste staat los van de vraag of de as van de linker wielen fysiek dezelfde is als die van de rechter. De voorwielen van een auto hebben namelijk ieder hun eigen as, maar voor de asdruk tellen ze als een.
Asdruk is geen statisch gegeven van een voertuig. Ze hangt ook af van de belading en de verandering in beweging: ziedynamische aslastverplaatsing.
Bij voertuigen is de asdruk belangrijk omdat deze druk (mede)bepalend is voor de kracht die door wielen aan de as op de weg uitgeoefend kan worden. Is de asdruk van de aangedreven wielen te laag dan zullen deze wielen kunnen gaan slippen, en het voertuig dus niet van zijn plek komen. Is de asdruk van de sturende (voor)wielen te laag dan wordt het voertuig onbestuurbaar. De vergelijking voor de wrijvingskracht is hier van toepassing:
Dit wil zeggen: dewrijvingskracht is gelijk aan een constante maal denormaalkracht. De normaalkracht is gelijk aan de wieldruk, voor de meeste voertuigen dus de halve asdruk. Het gewicht van locomotieven voor goederentreinen is een praktisch uitvloeisel van deze relatie.
Voor de constructie van eenweg is dewieldruk belangrijk. Het oppervlak van de weg moet in staat zijn de belasting te dragen die door een wiel wordt uitgeoefend. Om die reden wordtbestrating toegepast: de stenen verdelen de wieldruk over een groter oppervlak zodat de ondergrond de krachten beter kan opvangen.
Voorbruggen geldt een andere benadering. De constructie hiervan bestaat meestal uit in de lengte van de brug verlopende draagsteunen, waaroverheen een relatief lichte laag het brugdek vormt. Het brugdek wordt in de breedte van de brug ondersteund. Het dek moet het gewicht van de voertuigen naar de draagsteunen leiden. Hierbij is niet de kracht per wiel belangrijk, maar het totale gewicht dat door de brugdekondersteuning moet worden overgedragen aan de draagsteunen.
Bij spoorwegen vormt de aslast en hettonmetergewicht tezamen debeladingsklasse. Deze bepaalt of een wagen toegelaten is op eenbaanvak en met welke snelheid. Bij hogere aslasten gelden extra snelheidsbeperkingen als gevolg van beperkingen door kunstwerken of debovenbouw (meestal bogen)[1].