HetArabische alfabet (Arabisch:الأبجدية العربية, al-abdjadiyya al-ʿarabiyya) is eenArabisch schrift dat bestaat uit 28 letters. Het Arabisch wordt geschreven van rechts naar links. Voor Arabische letters is dit de natuurlijke schrijfrichting. Het is een abjad schrift, de klinkers worden in principe niet geschreven. De naam komt van de conventionele lettervolgorde a, b, j, d.
Het schrift wordt aan elkaar geschreven. Een vorm met uitsluitend kapitalen (drukletters) en geïsoleerde letters, zoals in op het latijns alfabet gebaseerde schriften, kent het Arabisch niet. Er zijn diverse schriftstijlen, zoals Naskh, Ruqʿa enKoefisch.Kalligrafie is zeer belangrijk binnen deislam; velen kennen op religieuze gronden beperkingen ten aanzien van afbeeldingen, en kalligrafie is hierdoor een alternatief voor versieringen.
De verbinding van islam en Arabisch schrift is niet algemeen. Het Turks bijvoorbeeld werd eerst in een Perzische versie van het Arabisch genoteerd maar vervangen door een latijns alfabet toen de laïcisering van Turkije in het begin van de twintigste eeuw werd doorgevoerd.
In tegenstelling tot hetLatijnse schrift zijn delettervormen in het Arabische schrift afhankelijk van de plek waar ze zich in een geschreven woord bevinden; een letter heeft een verschillende vorm als deze verbonden is met een voorafgaande of volgende letter. Dit leidt ertoe dat alle primaire karakters in het Arabisch schrift verschillende vormen kennen.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de verschillende schrijfwijzen. Let op dat niet alle tekens in alle vier vormen voorkomen
beginvorm: eerste teken van een aan elkaar geschreven gliefgroep;
middenvorm: tussen twee andere karakters;
eindvorm: aan het einde van een gliefgroep;
geïsoleerd.
Er zijn zes karakters (و ز ر ذ د ا) die alleen de geïsoleerde of eindvorm kennen; als deze gebruikt worden zal de daaropvolgende letter dus de initiële vorm aannemen. De Arabische spelling vanArarat,أرارات, is dus een verzameling losse letters, omdat geen van de vormende gliefen aangesloten aan de daaropvolgende geschreven kan worden.
Sommige letters zien er in alle vier de schrijfvormen er nagenoeg hetzelfde uit, terwijl andere een soms radicaal andere vorm aannemen. In het algemeen kan gesteld worden dat de begin- en middenvormen op elkaar lijken met dien verstande dat bij sommige letters de middenvorm met een kort horizontaal lijntje aan de rechterkant begint zodat aansluiting gevonden kan worden met het daarvoorafgaande karakter (vergeet niet dat het schrift van rechts naar links geschreven wordt!) De eind- en geïsoleerde vormen hebben ook een grote gelijkenis, maar de eindvorm zal vaak een horizontale lijn rechts kennen, en eindigen in een boogje ter linkerzijde, watcalligrafen de mogelijkheid geeft een woord een subtielornament te geven. Daarnaast bestaan er enkeleligaturen, een bekende is de lam-alif-combinatie.
Voor Arabische woorden bestaan verschillende transliteratiewijzen. Iedere methode is discutabel. In Nederlandse publicaties wordt vaak een vereenvoudigde Engelse transliteratiemethode gehanteerd, waarbiju alsoe (abu) moet worden uitgesproken,j alsdj (jihad) ensh alssj (sharia) (zie de tabellen hierboven). Hieronder staat een lijstje met Arabische letters die geen eenduidig equivalent in het Nederlands kennen, met daarbij de meest gebruikte schrijfwijze in het Nederlands en regels voor de uitspraak.
ث – th (als th in het Engelse three - ook uitgesproken als s)
ج – dj (als dj in jeans – in Egypte wordt dit als g in het Engelse good uitgesproken)
ه – h (zoals de Nederlandse h in handdoek)
ح – ḥ (een zachtere h dan ه, deze klank wordt automatisch geproduceerd als men probeert 'hans heeft een huis' te fluisteren naar iemand die verder weg staat, komt vanuit de keel een soort hijg)
خ – ch of g, soms kh (als g van goed)
د en ض – d (wetenschappelijk: d (dal) en ḍ (ḍad))
ذ – dh, soms dz (als th in het Engels father - ook uitgesproken als z)
س en ص – s (wetenschappelijk: s (sien) en ṣ (ṣad))
ش – sj (als sj in sjaal)
ظ – ẓ of dz
ع – ʿ of 3 (dit teken maakt de letter waar het voor staat zwaarder van klank - indien het woord hiermee eindigt geldt dit voor de laatste letter van het woord)
غ – gh (ongeveer als de Franse gebrouwde r zoals in Paris)
Voorbeeldtekst met de diakritische tekensKasra,Hamza,Fatḥa,Shadda,Sukūn enDammatān.
Het Arabischealfabet is net zoals dat van sommige andereSemitische talen eenconsonantenalfabet: het bestaat uit medeklinkers. In woordenboeken en bepaalde andere boeken staan welklinkers aangegeven met tekens boven en onder de medeklinkers. Teksten voor beginnende lezers zoals schoolboeken en handleidingen gebruiken veelal wel klinkers.
Strikt gezien zijn er drie klinkers, /a/, /i/ en /u/, maar in de praktijk worden die tekens gebruikt voor andere klanken. Zo schrijft men de klank /E/ met het letterteken /a/. Dit varieert zeer sterk tussen de vele regionale vormen van het Arabisch. De lange klinkers hebben wel een letter in het alfabet. Dit zijn de lange a (alif), de lange i (ya) en lange oe (waw).
Om toch alle klinkers te kunnen schrijven, worden speciale tekens gebruikt die boven of onder de voorgaande letter geschreven worden: ḥarakāt (حَرَكَات). Dit heetvocalisatie. Voor de /a/ wordt defatḥa ⟨فَتْحَة⟩ gebruikt, voor de /i/ dekasra ⟨كَسْرَة⟩ en voor de /u/ deḍamma ⟨ضَمَّة⟩. Indien na een letter geen klinker volgt, wordt dat aangegeven met desukūn ⟨سُكُونْ⟩.
Door de opkomst van moderne communicatiemiddelen zoals een smartphone moet het Arabischgetranscribeerd worden naar eenfonetische weergave als alleen een Latijns toetsenbord beschikbaar is, zoals bij Westerse jongeren met Arabisch als tweede taal. Onder jongeren dieDarija spreken is het gebruik ontstaan om letters die het Latijnse alfabet niet bevat, te vervangen door er op lijkende cijfers. Voor de letter ع (ain) wordt bijvoorbeeld een 3 gebruikt, voor ح (ḥa) een 7 en voor ق (qaf) een 9. Een zin als كيف حالك (kayf ḥalukum, hoe gaat het met je) wordt dan insms-taalkif 7alek.[1]
Bij het begin van het eerste millennium v.Chr waren in het gebied van Syrië en Palestina 3 alfabetten in omloop die thans bekend staan als de West-Semitische alfabetten:Fenicisch,Hebreeuws enAramees. Daar waar het Fenicische alfabet een nationaal alfabet bleef, en het Hebreeuws sterk beperkt bleef, groeide het Aramese alfabet mee met de ontwikkeling van deAramese taal als internationaal communicatiemiddel.[2]
DeNabateeërs waren een Arabisch volk dat zich tussen de vierde en de tweede eeuw v.Chr. vestigde in het bijbelseEdom met als hoofdstadPetra. Zij gaven vanaf ongeveer 100 v.Chr. hunThamoedisch schrift op ten voordele van een variant van het Aramees, die thans bekend staat als hetNabatese alfabet. Vanaf de 6de eeuw n.Chr. ontwikkelde zich hieruit het pre-Islamitische Arabische schrift.[3]
Aanvankelijk diende het Arabische alfabet vooral voor het verspreiden van deKoran. Er bestonden twee stijlen: deKoefische stijl was hoekig en vooral geschikt voor gebeitelde inscripties; deNaskhi-stijl leek meer op het hedendaagse schrift. In het Perzisch ontstond deNastaliq-stijl.[3]
↑Forum. www.maroc.nl. Gearchiveerd op26 januari 2022. Geraadpleegd op26 januari 2022.
↑Hoofdstuk 4The West Semitic Scripts inNaveh, Joseph, "Early History of the Alphabet: An Introduction to West Semitic Epigraphy and Palaeography," The Magnes Press 1997.
↑abParagraaf 5.3The Nabataean Script and the Rise of the Arabic Script, inNaveh, Joseph, "Early History of the Alphabet: An Introduction to West Semitic Epigraphy and Palaeography," The Magnes Press 1997.