Arabieren zijn oorspronkelijk denomadischeSemitische inwoners van hetArabisch Schiereiland (Arabië), die hetArabisch als taal hebben.[1] Door de verspreiding van deislam is de Arabisch-sprekende populatie en hun cultuur verspreid over 22 landen, waarvan 12 inZuidwest-Azië en 10 inNoord-Afrika, en bedraagt circa 450 miljoen mensen.[bron?] Deze 'Arabische Wereld' kent vele nationaliteiten, vormen en gezichten, en er zijn vele verschillende dialecten binnen de Arabische taal. Iemand kan zich als Arabier identificeren op grond van zijnetnische afkomst, zijnmoedertaal of het land waarin hij woont.
Arabisering is het culturele proces waarbij in de loop der tijden een oorspronkelijk niet-Arabisch volk de taal en cultuur van de Arabieren overneemt en personen uit beide volken met elkaar huwen. Sinds de uitbreiding naar Afrika is het grootste deel van Noord-Afrika gearabiseerd en beschouwen de meeste bewoners aldaar zich als Arabier.[bron?] Er wordt Arabisch gesproken naast de inheemse talen, zoals deKoesjitische talen.De huidige Noord-Afrikanen hebben meestal zowel etnischBerberse als Arabische voorouders. In mindere mate zijn daar nog oorspronkelijke Berbers. De verschillen tussen deze groepen zijn voornamelijk cultureel van aard (dialect, rituelen, geschiedenis). InSoedan gaat het om gearabiseerdeNubiërs nazaten van deKoesjieten.De bewoners ten noorden van het Arabisch schiereiland zijn gearabiseerde Semieten zoalsArameeërs (Syriërs) enAssyriërs of niet-Semieten zoalsArmeniërs enKoerden en nog andere kleinere volken.
De Arabieren wonen met name in deArabische wereld. Deze bestaat uit 19 landen die liggen inNoord-Afrika en hetMidden-Oosten en landen waar meer dan de helft van de bevolking het Arabisch als moedertaal heeft.De volgende landen en gebieden worden hiertoe gerekend:
Somalië,Djibouti en deComoren worden vaak ook tot de Arabische wereld gerekend. Hoewel in deze landen het volk niet etnisch Arabisch is, worden ze vaak toch tot de Arabische wereld gerekend wegens overeenkomsten in o.a. geschiedenis, cultuur, religie en taalgebruik.
Ruim 70% van de Arabische wereld heeft een woestijnklimaat. Bekende Sahara's zijn onder andere de groteSahara, deSyrische woestijn en deArabische woestijn. Hier wonen over het algemeen weinig mensen, meestal rondtrekkendenomaden enbedoeïenen. De meeste mensen wonen aan de oevers van rivieren en andere vruchtbare gebieden. Men moet hierbij denken aan deEufraat en deTigris in Irak en deNijl in Egypte en Soedan. In de Arabische landen liggen ook hoge bergketens, zoals hetAtlasgebergte in Marokko waar zich ook de hoogste berg van de Arabische wereld bevindt: de Toubkal die 4.165 m hoog is. Het laagste punt is deDode Zee op de grens van Jordanië,Israël en deWestelijke Jordaanoever; die ligt 423 m onder zeeniveau.
De oppervlakte van de Arabische wereld is zo'n 14 miljoen km², een gebied dat groter is dan Europa en de VS, maar kleiner dan Rusland. Het grootste Arabische land qua oppervlakte is Algerije, gevolgd door Saoedi-Arabië en Soedan. Het kleinste Arabische land vormen de Comoren.
De bevolking van de Arabische wereld groeit vrij snel. In sommige landen loopt het aantal inwoners dat jonger is dan 30 jaar op tot meer dan driekwart van de bevolking. Het Arabische land met de meeste inwoners is Egypte, met een bevolking van ruim 95 miljoen inwoners. Daarna komt Soedan, vervolgens Algerije. Het Arabische land met de minste inwoners is de Comoren eilanden. De meeste mensen wonen in grote steden die omringd zijn door vruchtbaar landschap, zoals Caïro en Bagdad.
De islam is veruit de grootste religie in de Arabische wereld: ruim 85 procent van de Arabieren hangt deze religie aan. Het merendeel van de Arabische moslims is soennitisch. Sjiitische Arabieren vindt men vooral inIrak,Syrië,Bahrain,Jemen,Oman enLibanon. Voorts treft men in deLevant en IrakAhl-e Haqq-volgelingen,Alevieten,Druzen,Yezidis enShabakken aan (grotendeels afsplitsingen van de sjiitische islam).Na de islam is de grootste religie het christendom. Er wonen zo'n 30 miljoen christenen. Deze zijn met name te vinden in Egypte en de Levant. In Egypte vormen deKoptische christenen ongeveer 10 procent van de bevolking. In Syrië is 10% van de bevolking christelijk (waaronder echter ook Assyrische,Aramese en Armeense christenen, geen etnische Arabieren) en in Libanon vormen de christenen, met name deMaronitische, ongeveer 40 procent van de bevolking. Verder zijn er nog kleine joodse gemeenschappen in verschillende Arabische landen. Het aantal christenen en joden in de Arabische wereld is sinds het begin van de 20e eeuw sterk afgenomen, zowel in percentage als in absolute aantallen.[bron?]
De verspreiding van Arabische variëteiten in de Arabische Wereld.
De belangrijkste en meest gesproken taal in de Arabische wereld is hetArabisch. Dit is de op vijf na meest gesproken taal ter wereld, en is ook een van de talen van de Verenigde Naties. Het Arabisch is eenSemitische taal en verwant aan hetAramees en hetHebreeuws. Het moderne Standaard Arabisch is de officiële taal in alle Arabische landen. Deze wordt gesproken bij officiële gelegenheden (bijvoorbeeld in de politiek of op het nieuws) en wordt gebruikt in de schrijftaal. In het dagelijks leven wordt er veel in dialecten gesproken, die in meer of mindere mate afwijken van het moderne Standaard Arabisch.Deze dialecten kunnen worden ingedeeld in zes categorieën:
Het Egyptisch-Arabisch. Dit is het meest gebezigde dialect in de Arabische wereld. Dat komt doordat overal in de Arabische wereld naar Egyptische series en films wordt gekeken en de grootste Arabische zangers Egyptenaren zijn. Met name het dialect van Caïro is zeer goed verstaanbaar. Daarnaast is er ook nog het Sa'idi Arabisch dat in Opper-Egypte wordt gesproken.
Het Syrisch-Libanees Arabisch. Dat wordt gesproken inBilad Al-Sham (Syrië, Libanon, Jordanië en de Palestijnse gebieden)
Iraaks-Arabisch.
Khaliji Arabisch wordt gesproken in de Golf-landen zoals Verenigde Arabische Emiraten, Koeweit, Qatar, Bahrein en kleine gedeeltes vanSaoedi-Arabië
Jemenitsch-Saoedisch en Omani Arabisch. Dat wordt gesproken in de "Zuidelijke Arabische Wereld", met nameJemen, Oman, Saoedi-Arabië,Somalië, Djibouti en een minderheidstaal inEritrea.
Maghrebijns-Arabisch, ook bekend als Darija dat wordt gesproken in de Arabische Maghreb. Dit is het meest afwijkende en doorBerbers beïnvloede dialect in de Arabische wereld.
Daarnaast spreken veel Arabieren Engels als tweede taal. In de Arabische landen die vroeger bezet waren door Frankrijk, spreekt men vaak ook goed Frans. Vooral in Marokko, Algerije en Tunesië wordt veel Frans gesproken en bevatten de dialecten veel Franse leenwoorden.
Buiten de Arabische wereld wonen 30 tot 50 miljoen Arabieren, vooral in Zuid-Amerika, Europa en Noord-Amerika. Het land met het grootste aantal Arabische migranten is Brazilië: hier wonen ruim 12 miljoen Arabieren, voornamelijk afkomstig uit Libanon en Syrië. In Argentinië, de VS en Europese landen als Italië, Duitsland, en Groot-Brittannië wonen ook aanzienlijke aantallen Arabische migranten.
De periode van voor deislam wordt door de Arabieren dedjahiliyah genoemd, wat letterlijk 'onwetendheid' betekent. Volgens zowel de Bijbel als de Koran had de profeetAbraham twee zonen:Isaak enIsmaël. Volgens de islamitische traditie zijn de Arabieren de nakomelingen van Ismaël en zijn ze daarmee, net als de Joden die van Isaak afstammen, eenSemitisch volk. De Arabieren komen oorspronkelijk uitJemen en bewoonden voor de christelijke jaartelling alleen het Arabisch schiereiland.De Arabische bevolking was ingedeeld in een aantal stammen. In de Koran worden hiervan enkele genoemd:'Ad,Thamud enMadyan. De stammen konden grofweg in twee categorieën worden ingedeeld: stammen die naar het noorden, oosten en westen van het Arabische schiereiland waren geëmigreerd (Adnan-Arabieren) en stammen die in het huidige Jemen woonden (Qahtan-Arabieren). De Arabieren hadden voor de islam een polytheïstische religie en aanbaden honderden goden in de vorm van afgodsbeeldjes.
In Jemen ontstond ruim duizend jaar voor de christelijke jaartelling een koninkrijk: het koninkrijk vanSeba, dat later door de RomeinenArabia Felix werd genoemd. Er zijn nog sporen van dit koninkrijk te vinden in de vorm van tempels en ruïnes bij het plaatsjeMa'rib. Later emigreerde een groep Arabieren naar het huidige Jordanië en stichtte hier het rijk van deNabateeërs. Ook hiervan zijn nog sporen te vinden in de vorm van enorme rotsgraven, waarvan de bekendste de rotsgraven bijPetra zijn. Later werd het rijk van de Nabateeërs veroverd door de Romeinen. Andere stammen, de Banu Ghassan en de Banu Lakhm, emigreerden naar respectievelijk Syrië en Irak. Deze stammen bekeerden zich tot het christendom.
Het Arabische schiereiland lag aan het begin van deMiddeleeuwen tussen twee wereldrijken: hetByzantijnse rijk en hetPerzische rijk.Mekka was een van de belangrijkste steden op het Arabische schiereiland: het was een belangrijke handelsstad en de heiligeKaäba stond er, die volgens de traditie door Abraham was gebouwd. In570 werd hier de profeetMohammed geboren; hij was van deBanu Hashim stam. Op zijn veertigste kreeg Mohammed van de aartsengelDjibriel (Gabriël) de boodschap dat hij de laatste profeet van Allah (Arabisch voor God) was en het monotheïstische geloof van Abraham, deislam, moest voltooien. Dit ging eerst moeilijk aangezien de Arabieren die in Mekka woonden geen afstand wilden doen van hun polytheïstische religie. Maar, nadat Mohammed met een aantal trouwe bondgenoten naarMedina was geëmigreerd, wist hij vandaaruit uiteindelijk Mekka te veroveren en de Arabieren te bekeren tot de islam.Na zijn dood in 632 werd Mohammed opgevolgd door de rechtgeleide kaliefen, ook wel deRashidun genoemd. (Eenkalief is een wereldlijk opvolger van de profeet Mohammed en staat aan het hoofd van hetkalifaat, het islamitische rijk). De eerste van de Rashidun,Aboe Bakr, was de beste vriend van deProfeet. Deze had het aanvankelijk moeilijk, omdat Arabieren na de dood van een leider, in dit geval de Profeet, gewoonlijk terugvielen op hun oude levensstijl. Aboe Bakr moest ervoor zorgen dat de Arabische stammen bleven vasthouden aan de islam. De hieruit ontstane conflicten staan bekend als deRidda-oorlogen.Aboe Bakr werd opgevolgd door de schoonvader van de Profeet,Omar ibn al-Chattab, die het kalifaat enorm wist uit te breiden. Hij veroverde grote gebieden op de Byzantijnen en veroorzaakte de val van het Perzische rijk. Egypte, Iran en het oosten van het huidige Turkije kwamen binnen het kalifaat te liggen. Na de moord op Omar kwamOthman ibn Affan, de schoonzoon van de Profeet, aan de macht. Hij breidde het kalifaat verder uit.OnderAli ibn Abu Talib, het neefje van de Profeet die Othman opvolgde, kwam de stabiliteit in het kalifaat onder druk te staan. Al gauw kwam een groep mensen onder leiding vanMuawiyah, de gouverneur van Damascus, in opstand tegen Ali's bewind. Uiteindelijk won Muawiyah en werd Ali afgezet. Dit leidde tot een splitsing onder de moslims: een deel erkende Muawiyah als nieuwe kalief, zij worden desoennieten genoemd. Een ander deel vond dat Ali's zoon, Hassan, het recht had de nieuwe kalief te worden: zij worden de groep van Ali (Arabisch:sji'at Ali), ofsjiieten, genoemd.
Na de dood van Ali werd Muawiyah door de meeste moslims erkend als kalief van het kalifaat. Hij was de eerste van de Omajjaden, vernoemd naar de grootvader van Muawiyah, Oemayya. Muawiyah was oorspronkelijk de gouverneur van Damascus en de opeenvolgende Omajjaden bleven deze stad, die centraler lag in het Arabische rijk dan het afgelegen Mekka en Medina en bij belangrijke handelsroutes, als hoofdresidentie gebruiken en breidden het kalifaat enorm uit. Grote delen van West-Azië werden veroverd en ook bereikte het rijk van de Omajjaden de Atlantische kust. In 711 stak deMoorse legerleiderTariq ibn Ziyad de Middellandse zee over en veroverde hij het Iberische schiereiland, dat onder de Moren bekend zou komen te staan alsAl-Andalus. Maar intern was het Omajjadische kalifaat niet echt stabiel: al in 680 brak er een opstand uit onder leiding van Ali's zoonHoessein maar die kon nog neergeslagen worden. In 750 werden de Omajjaden definitief verslagen en vluchtten ze naar het huidige Spanje.
Na de val van de Omajjaden kwamen in 750 deAbbasiden aan de macht. Zij regeerden vanuit Bagdad. Onder de Abbasiden vond er een enorme bloei van cultuur en wetenschap plaats. Waar in Europa een sluimertijd van de wetenschap heerste, werd in het Midden-Oosten de kennis over met name astronomie en wiskunde enorm uitgebreid. Ook de filosofie kreeg de wind mee. Veel wetenschap werd bedreven in hetHuis der Wijsheid, een academisch centrum in Bagdad. Bekende wetenschappers uit deze tijd zijnIbn Rushd,Ibn Sina - die beroemd werd om zijn Canon van de Geneeskunde -,Ibn Khaldun,Al-Farabi,Al-Ghazali enAl-Chwarizmi, die wordt gezien als de grondlegger van de algebra. Ook de literatuur ontwikkelde zich onder de Abbasiden: zo werden veel verhalen verzameld in de verhalenbundel vanDuizend-en-één-nacht en maakteIbn Battuta zijn reisverslagen. In de Arabische wereld ontstonden de eerste universiteiten: in Fez de universiteit van Karaouine en in Caïro de Al-Azhar universiteit, die nog steeds geldt als een van de belangrijkste universiteiten in de Arabische wereld.Ondanks de grootse ontwikkelingen op het gebied van wetenschap brokkelde het rijk der Abbasiden in de loop der tijd af en ontstonden er meerdere islamitische staatjes naast elkaar die elkaar bestreden. Vooral in de Maghreb ontstonden al snel staten die onafhankelijk waren van de kalief in Bagdad. In 909 werd er zelfs een nieuw kalifaat uitgeroepen: het sjiitische kalifaat van deFatimiden. Het rijk van de Abbasiden en van de Fatimiden bestonden naast elkaar maar erkenden elkaars autoriteit niet.
Tegen de helft van de Middeleeuwen begonnen de Arabieren hun macht kwijt te raken. Dit was in verschillende gebieden in de Arabische wereld merkbaar. Het waren vaak niet meer de Arabieren die de macht hadden in de Arabische wereld maar andere volkeren: in de Maghreb waren machtige Berberdynastieën ontstaan zoals deAlmohaden in Marokko en deHafsiden in Tunesië, en de Levant werd veroverd door de TurkseSeltsjoeken. Desondanks bleven respectievelijk in zowel Bagdad als in Caïro de sjiitische Fatimiden en de soennitische Abbasiden aan de macht. Rond de 11e eeuw trokken veel Arabische stammen in de richting van deMaghreb, waarvan de bekendsteBanu Hilal is. Ze onderwierpen de oorspronkelijke bevolking en verwoestten veel inheemse steden en dorpen en daarmee deels ook deBerberse cultuur. De Arabieren vervingen in de meeste gebieden de heersende Berberdynastie door een Arabisch heersershuis. Zo werd de Maghreb deels gearabiseerd. Tot op heden is er echter nog een sterke Berbercultuur die zich met wisselend succes verzet tegen de arabisering.In 1099 veroverden Europese kruisvaardersJeruzalem. DeKoerdische leiderSaladin, die de macht in Caïro had overgenomen van de Fatimiden, wist de kruisvaarders te verslaan.
In 1258 kwam de genadeklap: de Mongolen veroverden Bagdad en maakten daarmee een einde aan het kalifaat van de Abbasiden. Grote delen vanBagdad werden verwoest. In 1492 werd ook aan de islamitische macht inSpanje een einde gemaakt met deReconquista.In 1299 kwam het TurkseOttomaanse rijk op. De Ottomaanse sultan riep zich uit tot de nieuwe kalief en veroverde grote delen van Oost-Europa, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. Zo kwamen de Arabieren opnieuw terecht in een kalifaat, ditmaal geen Arabisch maar een Turks. Alleen Marokko, Soedan,Somalië, en een deel van het Arabische schiereiland werden niet door het Ottomaanse rijk veroverd.
Rond de 16e en 17e eeuw was hetOttomaanse rijk enorm uitgebreid, maar na een periode van groei en stagnatie brak een periode van verval aan. In de 19e eeuw werd in Noord-Afrika steeds meer Ottomaans gebied veroverd door Europese koloniale mogendheden:Italië namLibië in,Frankrijk namAlgerije,Tunesië,Mauritanië en een deel vanMarokko in bezit, en Spanje het noorden van Marokko en deWestelijke Sahara. Zo werd de Maghreb opgedeeld in verschillende staten. Egypte enSoedan kwamen aan het einde van de 19e eeuw onder Brits protectoraat. Toch zou het Ottomaanse rijk pas echt definitief vallen na de Eerste Wereldoorlog in het begin van de 20e eeuw.
In de Levant en op het Arabische schiereiland kwam een vurig nationalisme op gang. De Arabieren wilden zich ontdoen van de Ottomaanse overheersing. De Britten steunden eenArabische opstand tegen de Turken in ruil voor de onafhankelijkheid van de Arabieren. Nadat de Arabieren echter waren ontdaan van de Turkse overheersing, kwamen de Europeanen en verdeelden de Levant in vijf nieuwe staten: Syrië en Libanon onder Frans mandaat; Irak, Jordanië en Palestina onder Brits mandaat. OokZuid-Jemen,Oman en deGolfstaten kwamen onder Brits bewind. De Arabische landen waren om twee redenen belangrijk voor de Europeanen, namelijk vanwege de aanwezigheid van olie en de uiterst strategische ligging vanwege het Suezkanaal en de straat van Gibraltar.
Aan het begin van de jaren 20 van de twintigste eeuw was de hele Arabische wereld, op een deel van het Arabische schiereiland na, gekoloniseerd. DeSomalischeDerwisjstaat wist onafhankelijk te blijven gedurende deWedloop om Afrika en deEerste Wereldoorlog. Gedurende die periode bleef het de enige islamitische macht inAfrika. Na de Eerste Wereldoorlog werden de hoofdstad en talloze andere steden door de Britten gebombardeerd, wat de val van de Derwisjstaat veroorzaakte. Het Britse protectoraatBrits-Somaliland werd gecreëerd.
In de loop van de jaren 30 en 40 werden de landen in de Levant onafhankelijk, op Palestina na (zie hieronder bijOorlogen met Israël). De Egyptenaren kwamen aan het begin van de jaren 20 in opstand en wisten zo onafhankelijkheid te verkrijgen. Soedan bleef een Brits protectoraat en werd in 1956 onafhankelijk. De Britse protectoraten in de Golfstaten werden in het begin van de jaren 70 onafhankelijk.
Niet overal verliep de onafhankelijkheid gemakkelijk. In Marokko, Tunesië en Zuid-Jemen werden bloedige onafhankelijkheidsoorlogen uitgevochten, het ergst in Algerije en Libië. In Algerije werd in de jaren 50 acht jaar lang een heftige dekolonisatieoorlog gevoerd met ruim een miljoen Algerijnse doden tot gevolg. DezeAlgerijnse Oorlog betekende een keerpunt in het dekolonisatieproces wereldwijd. In 1962 kreeg Algerije zijn onafhankelijkheid. De Libiërs kregen het zwaar te verduren onder de Italiaanse fascisten. De opstandleiderOmar Mokthar werd in 1936 opgehangen door de Italianen. Nadat Italië de Tweede Wereldoorlog had verloren, werd Libië in 1951 onafhankelijk.
Een van de grootste conflicten in de Arabische wereld, in het Midden-Oosten, is hetArabisch-Israëlisch conflict. Na de val van het Ottomaanse rijk wasPalestina eenBrits mandaat geworden. De joden voelden zich na deHolocaust in Europa niet meer veilig en wilden een thuisland voor het Joodse volk in Palestina. Dit idee werd gesteund door de Britten. Toen in 1948 de Britten zich uit Palestina terugtrokken, riepen de joden de staatIsraël uit, wat een oorlog ontketende met de Arabische buurlanden. Israël won de oorlog, wat tot gevolg had dat (volgens de officiële schatting van de VN) ruim 700.000Palestijnen hun oorspronkelijke woongebieden moesten verlaten.[3] De Arabieren zwoeren dat ze de nederlaag van 1948, die deNakba (Arabisch voor 'ramp') werd genoemd, zouden wreken. Als gevolg ontstonden pogroms, die mede als gevolg hadden dat ruim 700.000 joden hun oorspronkelijke woongebieden in de Arabische wereld verlieten. Er ontstond een Arabisch nationalisme, met als gevolg dat in Syrië en Irak deBa'ath-partij aan de macht kwam, en in Egypte presidentNasser nadat hij in 1952 een staatsgreep had gepleegd en de pro-Britsekoning Faroek had verdreven. Zowel Nasser als de Ba'ath-partij waren het erover eens dat de Arabieren één staat moesten vormen vanaf deAtlantische Oceaan tot dePerzische Golf. Na deSuezcrisis in 1956 nam overal in de Arabische wereld de steun hiervoor toe, met als gevolg dat in Irak, Noord-Jemen en Libië staatsgrepen werden gepleegd en Egypte en Syrië in 1958 samengingen alsVerenigde Arabische Republiek.In 1967 kwam er een einde aan het nationalisme van Nasser, toen Israël de omringende Arabische landen na een verrassingsaanval versloeg in deZesdaagse Oorlog en veel gebieden van de Arabische landen bezette, waaronder de stad Jeruzalem. Na zijn dood in 1970 werd Nasser opgevolgd doorAnwar Sadat. In 1973 deden de Arabieren een poging om de bezette gebieden te bevrijden door een aanval op Israël, hetgeen deOktoberoorlog ontketende. In 1979 sloot Egypte als eerste Arabische land vrede met Israël, tot grote woede van de Arabieren.De Palestijnen, die uiteindelijk het kind van de rekening werden, probeerden hun door Israël bezette land in Palestina te bevrijden en richtten daartoe verschillende verzetsgroeperingen op, zoalsFatah en dePLO. De Arabische landen steunden deze organisaties wel, maar daden bleven veelal uit.
Vanaf 1975 wordt de Arabische wereld geteisterd door interne conflicten. Nadat Spanje vertrok uit deWestelijke Sahara ontstond er een oorlog tussen Marokko, die meent het recht te hebben de Sahara in te lijven, en deSaharaanse onafhankelijkheidsbewegingPolisario. Algerije steunt de Polisario waardoor Marokko en Algerije aartsrivalen zijn geworden. In Libanon brak in 1975 een bloedigeburgeroorlog uit tussen moslims die grondwetswijzigingen wilden en christenen. De PLO, Syrië en Israël raakten allemaal betrokken bij deze oorlog. In 1977 viel Somalië Ethiopië binnen; dit werd bekend als deOgaden-oorlog. In 1990 kwam er met hetVredesakkoord van Taif een einde aan de burgeroorlog. In 1991 viel Irak Koeweit binnen, wat deGolfoorlog ontketende. In 1994 brak er in het pas verenigde Jemen een burgeroorlog uit.
Bovendien neemt de spanning tussen de min of meer seculiere regeringen in de Arabische landen en islamistische partijen toe. Denk hierbij aan deMoslimbroeders in met name Egypte,Hamas in de Palestijnse gebieden,Hezbollah in Libanon, deNahda in Tunesië enzovoorts. Met name deIraanse Revolutie heeft de denkwijze in veel Arabische landen veranderd.Na deterroristische aanslagen op 11 september 2001 is de VS een oorlog tegen hetterrorisme begonnen. Een onderdeel van deze oorlog was deinval van Irak in 2003. Dit leidde tot de val van dictatorSaddam Hoessein, maar ook tot een enorm instabiele situatie in Irak. Ook is de situatie in Israël en de Palestijnse gebieden nog steeds gespannen, omdat de vredesbesprekingen zijn vastgelopen. In 1993 was er een begin gemaakt met de vredesbesprekingen met deOslo-akkoorden.
In begin 2011 brak er een golf van volksopstanden uit tegen de dictatoriale regimes in de Arabische wereld: de zogenaamdeArabische Lente. Als gevolg daarvan vielen de dictators van Tunesië, Egypte, Libië en Jemen en werden ze vervangen door nieuwe regeringen met een meer democratisch karakter.
Sinds 2011 woedt in Syrië eenburgeroorlog die sektarische tendensen heeft.
De belangrijkste twee exportproducten van de Arabische Wereld zijn:
Olie. Met name op het Arabische schiereiland zijn enorme olievelden aanwezig die voor veel rijkdom hebben gezorgd in de regio. Saoedi-Arabië is het grootste olieproducerende land ter wereld. Daarnaast zijn ook de andere Golfstaten, Irak, Algerije en Libië belangrijke olieproducerende landen. Veel Arabische landen zijn lid van deOPEC. De Arabische olie speelt een belangrijke rol in de politiek van het Westen tegenover de Arabische landen. Zo zorgde een olieboycot van de Arabische landen tijdens de Oktoberoorlog van 1973 voor een enormeoliecrisis in de westerse landen die Israël steunen, met name de VS en Nederland. Hierdoor realiseerden de westerse landen zich hoe afhankelijk ze zijn van Arabische olie. In 2009 kreegGroot-Brittannië veel kritiek vanwege de vrijlating vanAbdel-Basset al-Megrahi, die verantwoordelijk wordt gehouden voor deLockerbie-aanslag in 1988. Volgens critici speelde de olie die Libië levert aan de Britten een belangrijk motief voor de vrijlating.
Toerisme. Voor veel Arabische landen is het toerisme een belangrijke inkomstenbron. Met name Marokko, Tunesië, Egypte met zijnpiramides en Jordanië met de stadPetra zijn grote toeristische trekpleisters. Ook de Golfstaten, waar de olie langzaam maar zeker begint op te raken, proberen van toerisme een steeds belangrijkere inkomstenbron te maken.
In de Arabische wereld zijn zowel monarchieën als republieken aanwezig. De meeste Arabische landen zijn officieel republieken hoewel in de praktijk meestal een autoritair regime de lakens uitdeelt. Op een rij:
Monarchieën: Marokko, Jordanië, Saoedi-Arabië en Bahrein (koninkrijken), Koeweit, Qatar, VAE (emiraten) en Oman (sultanaat).
Daarnaast had Libië, tot de val van dictatorMuammar Ghadaffi, als officiële staatsvorm een "Jamahiria" (regering door de massa's') hoewel de praktijk een dictatuur was. De Palestijnen hebben een autonome regering in de Gazastrook en op de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever.Volgens deDemocratie Index van de Economist Intelligence Unit staan de meeste Arabische landen onder een dictatoriaal/autoritair regime en scoren alle Arabische landen slecht op het vlak van democratie. Het meest democratische land in de Arabische wereld is Libanon, gevolgd door de Palestijnse Autoriteit en Irak. Verder kennen alle Arabische landen autoritaire regimes, met als minst democratische landen Syrië, Libië en Saoedi-Arabië. De zogenaamde 'Arabische Lente' heeft verschillende dictaturen beëindigd maar de nieuwe, veelalislamistische, regimes zijn vaak intolerant tegenover niet-islamitische minderheden. Tot nu toe worden interne politieke conflicten in de Arabische landen meestal niet met onderling overleg van de diverse partijen, maar met geweld beslecht.De mate vansecularisme verschilt per Arabisch land: zo mocht tot voor kort in Tunesië geen hoofddoek worden gedragen in openbare gebouwen en zijn in Syrië en Libanon seculiere regeringen aan de macht. In de meeste Arabische landen zijn zaken zoals erfrecht in overeenstemming met de islamitische wetgeving, desharia. In veel Arabische landen bestaan islamistische organisaties die het secularisme afkeuren en ernaar streven met depolitieke islam te regeren. De bekendste hiervan zijn deMoslimbroeders (die een korte tijd in Egypte de macht hadden),FIS,PJD,Hamas,Hezbollah en deUnie van Islamitische Rechtbanken.
De mate van ontwikkeling verschilt sterk in de Arabische wereld. Volgens de Verenigde Naties, die elk jaar een Human Development Index publiceert, hebben de VAE, Katar en Bahrein een zeer hoog ontwikkelingsniveau; Marokko, Syrië en Egypte een gemiddeld ontwikkelingsniveau; en is de ontwikkeling in Jemen en Soedan het laagst. De overige Arabische landen hebben een hoog ontwikkelingsniveau. Een aantal grote ontwikkelingsproblemen in de Arabische wereld:
corruptie, het belangrijkste probleem wat betreft ontwikkeling in de Arabische wereld. Ruim een derde van het totale Arabische inkomen gaat naar corruptie. Vooral in Jemen, Soedan en Irak is de corruptie erg hoog en krijgt men zonder het betalen van steekpenningen vrijwel niets gedaan.
inkomensongelijkheid, in veel Arabische landen is er een kleine bovenlaag met erg hoge inkomens, een relatief kleine middenlaag van kleine handelaren en middenstanders, onderwijzers, technici en bureaucraten en daaronder een grote onderlaag die op of onder de armoedegrens leeft.
onderwijs, in Marokko en Jemen is het aantal analfabeten erg hoog (ruim de helft).
↑Bernard Ellis Lewis; Buntzie Ellis Churchill (2008). Islam: The Religion and the People. Pearson Prentice Hall. p. 137.At the time of the Prophet's birth and mission, the Arabic language was more or less confined to Arabia, a land of deserts, sprinkled with oases. Surrounding it on land on every side were the two rival empires of Persia and Byzantium. The countries of what now make up the Arab world were divided between the two of them—Iraq under Persian rule, Syria, Palestine, and North Africa part of the Byzantine Empire. They spoke a variety of different languages and were for the most part Christians, with some Jewish minorities. Their Arabization and Islamization took place with the vast expansion of Islam in the decades and centuries following the death of the Prophet in 632 CE. The Aramaic language, once dominant in the Fertile Crescent, survives in only a few remote villages and in the rituals of the Eastern churches. Coptic, the language of Christian Egypt before the Arab conquest, has been entirely replaced by Arabic except in the church liturgy. Some earlier languages have survived, notably Kurdish in Southwest Asia and Berber in North Africa, but Arabic, in one form or another, has in effect become the language of everyday speech as well as of government, commerce, and culture in what has come to be known as "the Arab world.
↑The Palestinian and Israeli People - NGO Committee on Disarmament, Peace and Security