De term wordt wereldwijd gebruikt sinds deKoude Oorlog, waarin de kapitalistische en enkele overgeblevenfascistische landen zich vijandig opstelden tegen wat zij noemden 'de expansionistische buitenlandse politiek' van deSovjet-Unie. In de massale vervolgingen, de deportatie van hele volken en de door de politieke leiders veroorzaakte hongersnoden in met name de Sovjet-Unie en China zagen ze het bewijs dat het communisme in strijd was met de mensenrechten. In deze landen kwamen zo immers miljoenen mensen om - volgens nu algemeen aanvaarde wetenschappelijke cijfers ongeveer 50 miljoen. Ook deMoedjahedien die zich verzetten tegen debezetting van Afghanistan waren anticommunistisch.
Tijdens het grootste deel van de periode tussen1950 en1991 was anticommunisme een van de belangrijkste elementen van deKoude Oorlog en van het beleid van de leiders van deVerenigde Staten met betrekking tot de Sovjet-Unie.
Een belangrijk punt van kritiek van anticommunisten is het gebrek aan individuele vrijheid en de vaak gewelddadige repressie van andersdenkenden in landen met eencommunistische regering. Ze bekritiseren de interpretatie van het conceptdemocratie door communisten (deVolksdemocratie), en protesteren tegen de sociaal-economische programma's van de communisten. Veel communisten spreken deze kritiek tegen door te zeggen dat democratie niet essentieel is voor een geplande economie en omstaatskapitalisme te voorkomen, waarin het net zo slecht voor de arbeiders zou zijn als voor de bedrijven.
Na deOktoberrevolutie in1917 werden de critici geïnspireerd om de communistische ideologie vanuit eenconservatief oogpunt te bevechten. Zo ging hetstalinisme in de jaren 1924-1953 gepaard met grove schendingen van demensenrechten, leidend tot naar schatting 15 miljoen doden door executies en ten gevolge van gevangenschap in kampen[1]; miljoenen doden door hongersnoden zoals deHolodomor; en miljoenen gevangenen in deGoelag, hetgeen de Sovjet-Unie kritiek opleverde van vele liberale communisten,trotskisten ensociaaldemocraten. Tijdens deSpaanse Burgeroorlog stonden in het republikeinse kampanarchisten en communisten tegenover elkaar, wat onder andere leidde tot gevechten zoals deMeidagen van 1937. Het anticommunisme werd in de jaren twintig en dertig gebruikelijk bij zowellinks alsrechts.
Verschillende mensen hebben het communisme bekritiseerd om verschillende redenen. Conservatieve en liberale critici richten zich vaak op hetmarxisme of zelfssocialisme als geheel. Ze zien communisme als eendoctrine gebaseerd op radicale en onjuiste argumenten. Ze geloven dat hetkapitalisme economische vrijheid schenkt aan iedereen (in plaats van enkel deburgerij versus deproletariërs volgens communisten). Ze zien het gebrek aan eigendomsrechten en het ontbreken vanvrijheid van meningsuiting als een schending van wat zij verstaan ondermensenrechten.
Anderen fixeren zich op tegenstellingen of fouten in de communistische theorie en gebrekkige koppeling aan de praktijk. Veel anticommunisten vinden dat de theorie minder bekritiseerbaar is dan de daden van communisten zelf. Sociaaldemocraten alsBertrand Russell en anarchistische theoretici alsNoam Chomsky beschouwen het communisme als een doctrine met nobele doelen in theorie maar die erin faalt deze theoretische principes in de praktijk om te zetten (hoewel Chomsky opmerkt dat de term anticommunisme vaak bestrijding van links in het algemeen inhoudt).
Hetatheïstische karakter van het communisme en de vaak antireligieuze opstelling van communistische landen leidde er ook toe dat veel godsdiensten afwijzend tegenover het communisme kwamen te staan.
Fascisme en Sovjet-communisme zijn politieke systemen die tot ontplooiing kwamen na deEerste Wereldoorlog. Geschiedkundigen van de periode tussen de Eerste enTweede Wereldoorlog zoalsEric Hobsbawm wezen erop dat deliberale democratie onder zware druk stond in deze periode, het scheen een gedoemde filosofie te zijn. Het succes van de Russische Revolutie van1917 resulteerde in een korte revolutiegolf in Europa, met name in Duitsland en Hongarije. De socialistische beweging splitste wereldwijd in verscheidene sociaaldemocratische en Leninistische vleugels met de vorming van deComintern of 'Derde Internationale', wat ernstige debatten binnen sociaaldemocratische partijen veroorzaakte, met als resultaat dat verdedigers van de Russische Revolutie zich afscheurden om in de meeste geïndustrialiseerde en veel niet geïndustrialiseerde landen Communistische Partijen op te richten. Toen deze partijen de acceptatie van de oorlog door de sociaaldemocraten labelden alsimperialisme, kregen ze voor veel mensen meer geloofwaardigheid.
Karel van het Reve - Nederlands essayist, hoogleraar Russische literatuur, actief supporter van dissidenten in de Sovjet-Unie en auteur vanHet geloof der kameraden
Ronald Reagan - president van de Verenigde Staten tussen 1981 en 1989
Luis Posada Carriles - zou in 1976 een Cubaans passagiersvliegtuig opgeblazen hebben, waarbij alle 73 passagiers omkwamen, en bekende ook aanvallen gepland te hebben op toeristische plekken
Orlando Bosch - een van de Cubaanse terroristen die het bewind van Castro wilden breken
Stefano Delle Chiaie - een Italiaanse terrorist die verscheidene aanslagen pleegde om daarmee een landelijke verstokte sfeer van anticommunisme inItalië te creëren
Kenkokukai - Japanse nationalisten die in 1928 de Sovjet-ambassade opbliezen
Torben Gülstorff:Warming Up a Cooling War. An Introductory Guide on the CIAS and Other Globally Operating Anti-communist Networks at the Beginning of the Cold War Decade of Détente (Cold War International History Project Working Paper Series #75), Washington 2015.
Vincent Bevins:The Jakarta Method. Washington's Anticommunist Crusade and the Mass Murder Program That Shaped Our World, 2020.ISBN 1549132687
↑Robert Conquest:The Great Terror: A Reassessment, 40th Anniversary Edition, Oxford University Press; 2007; inleiding blz. xvi. Bij het getal 15 miljoen zijn de slachtoffers van hongersnoden niet meegerekend.