In vier delen van de Andes bevinden zich actievevulkanen
DeAndes (voluit: La Cordillera de los Andes) zijn een grote, langgerektebergketen langs de westkust vanZuid-Amerika. Het berggebied is ongeveer 7000 km lang, op sommige plaatsen 160 km breed en heeft een gemiddelde hoogte van circa 4000 m. De bergketen loopt voor het grootste gedeelte parallel aan de kust van deGrote Oceaan.
De Andes zijn geologisch gezien een jong systeem. Het gebergte ontstond tijdens hetKrijt en deTertiaire periode. Het ontstaan van de bergketen in Zuid-Amerika is het gevolg van de platentektoniek. De oceanischeNazcaplaat duikt weg onder de continentaleZuid-Amerikaanse plaat (subductie), met een snelheid van ongeveer 8 cm per jaar. Hierdoor nemen de bergen steeds meer in hoogte toe.Vulkanen enaardbevingen komen er dikwijls voor. Als geheel vormen de Andes een van de belangrijkste bergmassa's van de wereld. Het bergsysteem is hoger dan elk ander gebied, op deHimalaya na. Er zijn veel besneeuwde pieken met hoogtes boven de 6700 m.
In het verre zuiden lopen de bergen van oost naar west. De richting wordt anders in Argentinië en Chili. Ten westen van de bergen ligt de zee. Er zijn doorgletsjers gevoede meren in zowel Argentinië als Chili.
De hoogste bergen van de Andes liggen op de centrale en noordelijke Argentijns-Chileense grens:Aconcagua (6960 m), de hoogste berg van het westelijkhalfrond, en deTupungato (6570 meter). Andere belangrijke pieken zoalsLlullaillaco flankeren de belangrijkste bergwaaier.
De centrale Andes breidt zich inBolivia enPeru uit in veelvoudige waaiers (circa 640 km breed) met hoogplateauland (hetHoogland van Bolivia) en vele hoge intermontane valleien. Hier bloeide vroeger deIncabeschaving. Op de grens van Peru en Bolivia ligt hetTiticacameer. In Bolivia zijn er opmerkelijke vulkanen, zoalsNevado Sajama. De hoogste spoorweg van de Andes loopt vanLa Oroya naarLima.
De complexe structuur van de keten kan ruwweg worden onderverdeeld in 5 gebieden van noord naar zuid, gescheiden door 3 bergknopen en een tectonische plaatgrens:[1]
de noordelijke centrale Andes bestaat uit twee ketens en eindigt in het zuiden bij de knoop van hetVilcanotamassief;
de middelste centrale Andes bestaat in het noorden uit 2, zuidelijker uit 3 ketens en loopt tot de knoop van deLlullaillaco;
de zuidelijke centrale Andes heeft 2 ketens en een kustgebergte en loopt tot de grens tussen de Nazcaplaat en deAntarctische Plaat; de "centrale vallei" van Chili is geologisch geen riviervallei maar een tectonische depressie;
de zuidelijke Andes bevat een keten en een "kustgebergte" dat vooral uit eilanden bestaat.
Peru, Ecuador en Colombia zijn bevolkt sinds oude tijden. Vroeger waren er rijke beschavingen gevestigd, zoals de Inca's enChibcha's. De Peruviaanse geschiedkundige Pablo Macera dateert het begin van de menselijke aanwezigheid in de midden-Andes rond 20.000 v.Chr. op basis van opgravingen op de Pikimachay-site nabijAyacucho door MacNeish, maar die datering is moeilijk te verzoenen met de algemene prehistorie van deNieuwe Wereld en wordt als controversieel beschouwd.[2] Zekerder is de aanwezigheid van een goed ontwikkelde dorpscultuur rond 11.500 v.Chr. inMonte Verde nabij Puerto Montt in Zuid-Chili.[3]
DeQuichua en deAymarastammen vormen de belangrijkste inheemse inwoners van de Andes. Wegens een schaarste aan water is landbouw moeilijk.Tabak,katoen enkoffie worden gekweekt en uitgevoerd.Koper,zilver,tin,ijzer engoud worden ontgonnen en er wordtaardolie gevonden. Hoewel er een spoorpassage door de bergen is, zijn de inwoners van de Andes niet van treinen afhankelijk voor het behoud van hun economie. In bepaalde Andesgebieden is het toerisme sterk in ontwikkeling.
De grote verscheidenheid aan inheemse culturen en talen van Zuid-Amerika, en in het bijzonder in de Andes en op de oostelijke hellingen, is opmerkelijk zelfs binnen de context van de Nieuwe Wereld. Kaufman (1990)[4] schatte het aantal taalfamilies en genetisch geïsoleerde talen van het subcontinent op 118. Recentere studies inhistorisch-comparatieve taalkunde hebben dit aantal vooral in het oostelijk deel van het Zuid-Amerika verkleind, maar het aantal talen zonder aantoonbare onderlinge verwantschap, en zelfs met groot onderling typologisch onderscheid, blijft indrukwekkend.[5]
Het historische beeld wordt verder verduisterd door de radicale veranderingen sinds deSpaanse kolonisatie. Tientallen inheemse talen, soms hele taalfamilies, zijn uitgestorven zonder een spoor na te laten; andere zijn afgenomen tot onbeduidende aantallen sprekers. Enkele, zoalsAymara,Mapuche enQuechua hebben een prominente positie behouden onder het koloniale bewind, gedeeltelijk ten koste van andere talen, en staan nu in de postkoloniale periode zelf onder druk. De meeste talen zijn echter vervangen door het Spaans.[5]
De prekoloniale volken benoemden de bergen in hun eigen streek met plaatselijke benamingen en hadden geen algemene naam voor de hele keten. In 1572 gebruikte de Spaanse kroniekschrijver Pedro Sarmiento de Gamboa de termcordillera de los andenes, verwijzend naar de typische terraslandbouw. Het Spaanse woordandén betekent spoorperron, kade of (in hedendaags Zuid-Amerikaans Spaans) stoep.[6]
Volgens Fausto O. Sarmiento (2012) ligt het woordanti (oost) uit een Quechuataal aan de oorsprong. De Incakeizers noemden het oostelijk deel van hun rijkAntisuyu. De Inca Garcilazo de las Vegas (1609) noemde de mensen uit de oostelijke ketenAntis.[7]
↑Borsdorf (2015), paragraaf 1.1 "The Geographical Identity of the Andes as a High Mountain Area" verwijst voor deze indeling naar(de)Tanner, Hans (1978). Südamerika, Band I: Andenstaaten. Westermann Schulbuch, Braunschweig. ISBN 3-921991-00-5.
↑Adelaar (2004) verwijst naar(es)Macera, Pablo (1978). Visión histórica del Perú (del Paleolítico al Proceso de 1968). Milla Batres, Lima. en naar(en)MacNeish, Richard Scott (1979). "The early man remains from Pikimachay cave, Ayacucho basin, highland Peru". Pre-Llano Cultures of the Americas: Paradoxes and Possibilities. Red. Humphrey, R.L. en Stanford, D.. Anthropological Society of Washington.
↑(en)Kaufman, Terrence S. (1990). "Language history in South America: what we know and how to know more". Amazonian Linguistics: Studies in Lowland South American Languages. Red. Payne, Doris L.. Austin: University of Texas Press. pp. 13-73.