De plaats was in het verleden bekend om zijnmijnbouw; er werd vooraltinerts gedolven.
Het hoogste punt van de gemeente is deKahleberg (905 m hoog), twee km ten zuidwesten van het stadje Altenberg. Door de gemeente stromen enkele beken en riviertjes, die in het voorjaar, als de sneeuw in de bergen gesmolten is, en gedurende het gehele jaar, na zware regenval, woest kolkende stromen kunnen worden. Dan is er gevaar vooroverstromingen. De belangrijkste beken en riviertjes zijn:
deRote Weißeritz die, buiten de gemeente met deWilde Weißeritz verenigd alsWeißeritz, bijDresden uitmondt in deElbe;
deMüglitz, een 49 km lange linker zijrivier van de Elbe, die daar bijHeidenau in uitmondt. Door het dal van dit riviertje loopt de enige "normale" spoorlijn van de gemeente.
De stad Altenberg bestaat, volgens artikel 18 van de hoofdgemeenteverordening d.d. 25 april 2022, uit de volgende 22 gemeentedelen (samengebracht in 14Ortschaften). Tussen haakjes het aantal inwoners, exclusief tweede-woningbezitters.3 km W betekent: gelegen 3 kilometer ten westen van het centrum van het stadje Altendorf.
Ortschaft Altenberg, bestaande uit:
De stad Altenberg zelf (ST), waar ook het gemeentehuis staat (1.844)
Hirschsprung (107), 3 km N, 2 km ten O van de bekende bobsleebaan
Peildatum: 31-12-2021. Gemeentetotaal: 7.785 personen. Van de christenen in de gemeente was circa 91% evangelisch-luthers en 9% rooms-katholiek.
Altenberg, Bärenstein, Geising en Lauenstein zijnStadtteile (ST), de overige plaatsen zijnOrtsteile.Tot 1 januari 2011 was Geising een aparte gemeente, die toen echter vanwege financiële problemen ervoor koos, in de gemeente Altenberg op te gaan.Voor een korte beschrijving van de plaatsen in de oostelijke helft van de huidige gemeente Altenberg, die tot en met 2010 bij de gemeente Geising hoorden, zieGeising.
KaartMüglitztalbahn (1902; sedertdien nagenoeg niet gewijzigd)
Station Altenberg
Het station van Geising
Huis naast het station van Bärenstein
Stoomtrein in Station Kipsdorf (2017)
Altenberg, Geising, Lauenstein en Bärenstein hebben alle vier een klein spoorwegstation aan deMüglitztalbahn (Altenberg-Heidenau). Het station van Altenberg heet officieel:Bahnhof Kurort Altenberg (Erzgebirge). Van Kipsdorf loopt een 27 km langesmalspoorlijn, deWeißeritztalbahn, naarHainsberg, gemeenteFreital. Over deze lijn, die tussen1885 en1982 diverse malen voor belangrijke experimenten met spoorwegmaterieel is gebruikt, rijdt 2 × per dag in beide richtingen een stoomtrein, die als regulier openbaar vervoer wordt beschouwd. Voor het overige is de openbaar vervoergebruiker op streekbussen aangewezen, waarvan de meeste alleen op werkdagen in de spitsuren rijden.
De belangrijkste verkeersader in de gemeente is deB170 vanDresden, dat bijna 45 km ten noorden van Altenberg ligt, naarTeplice inTsjechië. Het weggedeelte bij Zinnwald en de grensovergang met Tsjechië is in de jaren 2010 geheel gemoderniseerd. De dichtstbijzijnde aansluiting op hetAutobahnennet isAutobahn A 17, afrit 8 Bad Gottleuba, te bereiken via kronkelige bergwegen, op meer dan 20 km ten noordoosten van Altenberg.
Bärenstein,[2] is een 6 km ten NNO van Altenberg-stad gelegen stadje. Het ligt niet ver[3] van het stadjeGlashütte (Saksen). Het beschikt over een historisch kasteel, dat privé bewoond wordt en dus niet te bezichtigen is. Op het marktplein staat een zuil uit 1734 met afstandsaanduidingen ten opzichte van andere steden in Saksen. Rondom dit kasteel, dat vanaf1348 door een adellijk geslachtVon Bernstein werd bewoond, ontstond het plaatsje. In1501 stichtte heerHans von Bernstein zonder toestemming van zijn leenheer, hertogJoris met de Baard vanSaksen, een (zeer klein) stadje Bärenstein; destadsrechten werden aanvankelijk door de hertog niet erkend, maar traden in de loop van de16e eeuw toch, stap voor stap, in werking. Het marktstadje Bärenstein werd in 1622, 1630, 1640 en 1738 door grote stadsbranden geteisterd. Sinds begin2004 behoort Bärenstein tot Altenberg.
Rehefeld-Zaunhaus bezit een in1873 voltooid jachtslot. Het was een geschenk voorAlbert van Saksen van zijn gemalinCarola van Wasa, omdat hij in1871 deFrans-Duitse oorlog succesvol had doorstaan. Een achterneef van deze koning,Frederik Christiaan, exploiteerde het jachtslot in 1936-1937 als luxe hotel voorjachtpartijen en bezoekers van wintersportevenementen. In de jaren 1942-1945 was het eenlazaret van de Wehrmacht, en van 1945-2003 een politieschool. Sedert 2011 is het pand particulier eigendom, staat leeg en verkeert in enigszins vervallen toestand.
Kipsdorf ontstond alsKyppsdorf (Koperdorp) in de16e eeuw nabij eenkopermijn. In1883 kreeg het dorp aansluiting aan het spoorwegnet, in de vorm van eensmalspoorlijntje naarSchmiedeberg (Dippoldiswalde). Dit leidde in de decennia daarna tot veeltoerisme. Het spoorlijntje was vanaf hethoogwater in2002 tot2017 buiten bedrijf, wat tot een daling van het aantal bezoekende toeristen leidde. Kipsdorf is officieel eenkuuroord. Men gaat er vooral naartoe, om er te langlaufen of in de zomer fraaie wandelingen te maken.
In het dorpjeBärenfels koestert men de herinnering aanPaul Hölzig, een beroemdehandpoppenspeler uit de voormalige DDR, die na zijn verhuizing naar West-Duitsland in1956 in vergetelheid raakte. Zo mogelijk jaarlijks vindt er in een zaaltje in het dorp een bescheidenpoppentheaterfestival plaats. Aan de korte periode, dat Bärenfels een kuuroord was, herinnert nog een klein, maar fraai kuurpark.
OverSchellerhau wordt (in een krantenartikel d.d. 1 november 2018 over eenArcheo Montan genaamd archeologisch onderzoeksproject bij het dorp) gemeld, dat in deJonge Steentijd, rond 2020 v.Chr., door mensen in het zomerseizoen reeds geëxperimenteerd werd met het uitgraven van tinhoudende aardlagen. De gewonnen korrels tinerts werden door ruilhandel verkocht aan naburige, langs deElbe wonende stammen, die reeds met de toepassing vanbrons bekend waren. Het dorp ontwikkelde zich als een langgerekt boerendorp, waar ook mijnwerkers, die niet genoeg verdienden, een klein boerderijtje aan de bosrand bedreven.
Waldidylle is een in de19e eeuw gesticht villa- en vakantiedorp. Rijke Dresdenaren bouwden hier een tweede woning. Voor de wat minder goed bij kas zittende bezoekers waren er goedkope hotels, jeugdherbergen en pensions, van waaruit wandeltochten e.d. werden georganiseerd. In 1945-1950 was het dorp in gebruik als noodopvang voor vluchtelingen en door het geweld van deTweede Wereldoorlog dakloos geworden mensen. Daarna, in de DDR-periode, werd Waldidylle weer ten dele een villadorp, ten dele een socialistisch vakantieoord. Na deWende van 1990 zijn de meeste vakantie-accommodaties gesloten. Enkele werden ingrijpend veranderd om aan de West-Europese eisen van vakantiecomfort te kunnen voldoen.
De hoofdpijler van de economie in deze gemeente is het, vooral op dewintersport gerichte,toerisme. Enkele plaatsen beschikken over bedrijventerreinen voor, overwegend lokaal en regionaal, midden- en kleinbedrijf. Het grootste van deze bedrijventerreinen heetEuropark en ligt aan de zuidoostrand van Altenberg en aan de B 170. Direct ten oosten van dit terrein is een groot veld alszonnepanelenpark ingericht. De land- en bosbouw en de industrie zijn verder van ondergeschikt belang. Te Bärenstein worden onderdelen voor de beroemde kwaliteitshorloges uit het naburigeGlashütte gemaakt.
Het gat dePinge[4] met op de achtergrond de resten van deArno-Lippmann-Schacht
Prent van Altenberg, plm. 1839
De tinmijnen van Altenberg ten tijde van de DDR (1982)
Het gebied van de gehele gemeente is vanaf de middeleeuwen (Altenberg: 1440; Zinnwald: 1378; Bärenstein: 1400) in gebruik geweest voor demijnbouw, met name voor het delven vantin-,ijzer- enzilverertsen. Het metaal zat in aardlagen, die zich meestal dicht onder het aardoppervlak bevonden, in het DuitsSeifen genaamd; zoweldagbouw als mijnbouw inschachten en door het dicht onder de grond in brand steken en zo splijten van ertshoudend gesteente (Brandsetzung) kwam voor, hetgeen slecht was voor de stabiliteit van het terrein erboven. De AltenbergerPinge is een trechter in de grond, ontstaan door instortingen van mijnen in1578,1620 en de 19e eeuw, en opzettelijke uitgraving tussen 1976 en 1991. Tussen1620, in deDertigjarige Oorlog, en1663 lag de mijnbouw te Altenberg bijna geheel stil. Nadien werd de mijnbouw door de zgn.Gewerkschaft des Zwitterstocks zu Altenberg, een verenigd mijnbouwbedrijf, hervat, nu meestal door middel van schachtmijnbouw. De bloeiperiode eindigde rond1850, door een combinatie van prijsdalingen op de wereldtinmarkt en diverse andere factoren. Een tijdelijk herstel volgde, mede uit politieke motieven (de leiders wensten import van grondstoffen uit het buitenland zoveel mogelijk te vermijden) in de periode van hetDerde Rijk en daarna deDDR, maar vanwege onvoldoende rentabiliteit eindigde het tijdperk van de grootschalige tinwinning te Altenberg en omgeving definitief in1991.
Leenmannen van hetHertogdom Saksen, onder wie de heren van Bärenstein en Lauenstein[5], bestuurden het gebied tot in de17e eeuw. De grens tussen Bärenstein en Lauenstein liep in het verleden dwars door Geising, dat lange tijd eendubbelstadje was.Altenberg zelf verkreeg hetstadsrecht in1451, en werd ook eenbergstad, met speciale bepalingen inzake demijnbouw.
Rond1540 werd het gebied door deReformatie evangelisch-luthers. De meerderheid van de christenen in de gemeente is tot op de huidige dag deze gezindte toegedaan.
In1857 begon economische modernisering door de aanleg van een straatweg langs o.a. Altenberg, Geising, Lauenstein en Bärenstein, door het dal van het riviertje deMüglitz. In1890 -1923[6] werd vrijwel parallel hieraan de spoorlijnMüglitztalbahn aangelegd.
In denazi-tijd is het voorgekomen, dat, met name begin1945, leden van deSS gevangenen uit ontruimdeconcentratiekampen eendodenmars naar een andere locatie lieten maken. Sommige gevangenen overleefden dit niet, o.a. omdat ze door SS'ers werden vermoord. Ook in de streek rond Altenberg is dit diverse malen gebeurd. Op enkele plaatsen in de gemeente Altenberg staan gedenktekens voor de slachtoffers van deze oorlogsmisdaden.
Aan het eind van deTweede Wereldoorlog, begin mei1945, kwam het nog tot zware gevechten tussen, richtingPraag oprukkende, Russische en Duitse troepen. Ook eenWerwolf- eenheid mengde zich nog in de strijd. De Russen bombardeerden daarbij met name het station van Altenberg. Bij de chaotische gevechten en de daaropvolgende grote stadsbrand ging het grootste deel van het historische centrum van Altenberg verloren. De verwoeste stadskerk werd pas in1991 door nieuwbouw vervangen.
Grote overstromingen van de snel stromende, en soms veel smelt- en regenwater tegelijk[7] uit het gebergte afvoerende Müglitz veroorzaakten vaak problemen, o.a. in de nacht van 30 op 31 juli1897, in de nacht van 8 op 9 juli1927, en bij hethoogwater in 2002. Deontbossing t.g.v. de mijnbouw vanaf de15e eeuw, en het in het Ertsgebergte ontbreken van grote meren en hoogveengebieden, die veel water kunnen vasthouden, spelen hierbij ook een rol.
In deDDR-periode, na1950, kwam de reeds ten tijde vanAdolf HitlersDerde Rijk begonnen ontwikkeling van de wintersport op topniveau, en een aan het beleid van de Oost-Duitse regering aangepast toerisme, met inbegrip van de ontwikkeling totkuuroord, van de grond. Diverse gebouwen, waaronder Kasteel Bärenstein, werden genationaliseerd en tot vakantievoorzieningen voor werknemers van staatsbedrijven of voor regeringsfunctionarissen of militairen verbouwd. Te Altenberg en Zinnwald (biatlon) ontstonden topsportinternaten voor talentvolle jongeren, die topsporters in o.a. de disciplinesrodelen enbiatlon werden. In1923 werd bij Hirschsprung een grote schans voor deskispringsport gebouwd, deRiesengrundschanze. Deze werd in 1988 buiten gebruik gesteld en in 2006 gesloopt. De in deTweede Wereldoorlog verwoeste infrastructuur werd hersteld, en ook enige mijnen werden heropend. Zo werd de laatste tinmijn, deArno-Lippmann-Schacht, schacht voor schacht geopend tussen 1952 en 1963, en nade Wende in 1991 gesloten, omdat de mijn niet meer rendabel was.
Nade Wende, de hereniging van Oost- en West-Duitsland, moest decommunistischeplaneconomie tot een Westersemarkteconomie worden omgevormd. Vooral veel horecabedrijven moesten om uiteenlopende redenen de deuren sluiten. Sommige andere zijn na1991 tot moderne toeristische faciliteiten omgevormd. Begin2011 werd de financieel noodlijdende gemeenteGeising bij Altenberg gevoegd.
Bij het station vanBärenstein is een bescheiden spoorwegmuseum in ontwikkeling.
Een apart gebruik in de streek rondkerstmis is het vertonen van zogenaamde, vaak door lokale kunstenaars gemaakte,kerstpiramides, een variant op dekerststal.
Hetkasteel Lauenstein, gebouwd in de 13e eeuw, uitgebouwd in renaissancestijl in de 16e-17e eeuw, dat tot de 19e eeuw deels tot ruïne was vervallen, maar daarna grotendeels is gerestaureerd, kan bezichtigd worden, want er is sinds1980 een belangrijk, veelzijdig streek-, mijnbouw- en kunstmuseum in gehuisvest.
Bezienswaardige, evangelisch-lutherse, kerkgebouwen staan o.a. te Schellerhau (1593, met fraaie 17e-eeuwse plafond- en andere beschilderingen), Geising (1680) en Lauenstein (St. Marien und Laurentin). Deze kerken bezitten bezienswaardige liturgische voorwerpen, vaak inbarokstijl. De kerk van Altenberg zelf is een replica uit1991 van een in deTweede Wereldoorlog verwoest godshuis.
Ten westen van Altenberg liggen een stuwmeer en twee door een dam van elkaar gescheiden plassen, deKleine en deGroße Galgenteich. De noordoever van de Kleine Galgenteich is voor strand- en watersportrecreatie ingericht. Hier bevindt zich een grotecamping. Aan de zuidkant van deGroße Galgenteich bevindt zich een groot gebouwencomplex (Raupennest (Rupsennest)) met daarin o.a. een overdekt zwembad, een ziekenhuis en kuurvoorzieningen.
Door de gemeente loopt een educatieve, ook de grens metTsjechië overschrijdende, meerdaagse wandelroute met informatie over de mijnbouw (Grenzüberschreitender Bergbaulehrpfad). Ook elders in de gemeente zijn wandel-, fiets- en mountainbikeroutes uitgezet. Zie:Saksisch-Zwitserland;Ertsgebergte.
Een ecologisch belangrijkhoogveengebied ligt bij Zinnwald-Georgenwald, en verder aan de andere kant van de Tsjechische grens. Het Altenberger gedeelte meet 11 hectare en heetGeorgenfelder Hochmoor. Een gedeeltelijk overknuppelpaden lopend wandelpad ontsluit dit natuurreservaat.
InSchellerhau ligt een anderhalve hectare grotebotanische tuin met vooral inheemse bergflora en alpenflora. De tuin wordt door een regionale natuurbeschermingsorganisatie geëxploiteerd.
Historisch interessant zijn enkele uit de18e eeuw daterende mijlpalen, waaronder deDistanzsäule Altenberg. Ze werden in diverse dorpen en stadjes opgesteld op last van hetKoninkrijk Saksen en dienden als wegwijzers voorpostkoetsen, ruiters en voetgangers.
Mijnbouwmusea, deels in voormalige, gereconstrueerde mijnen zijn te vinden in Altenberg zelf, ten noordoosten van het centrum, en te Zinnwald-Georgenfeld (Besucherbergwerk Vereinigt Zwitterfeld).
De befaamdebobslee-,skeleton- enrodelbaan van Altenberg werd in het geheim in1980 als prestigeproject van de DDR aangelegd, voldeed aanvankelijk niet en werd op last van deStasi voor honderden miljoenenmark verbouwd. Pas eind1986 werd de baan in gebruik genomen; in2007 vond een modernisering plaats. De baan is 1.413 meter lang en heeft 17 bochten; het is een van de moeilijkst te beglijden banen ter wereld. De baan ligt ietwat verborgen in het bos, 2 km ten westen van het dorpjeHirschsprung. De naam van de bob- en rodelbaan verandert nogal eens, omdat regelmatig van hoofdsponsor wordt gewisseld.
Op anderhalve kilometer ten westen van de wijkGeorgenfeld vanZinnwald-Georgenfeld, aan de zuidflank van deKahleberg, ligt het in2004 vernieuwde stadion voor debiatlonsportBiathlon-Sparkassenarena. Het hele jaar worden hier wedstrijden georganiseerd.
In de gemeente, die, zoals het geheleErtsgebergte, een tamelijk ruw klimaat heeft, en mede daarom, en, ondanks de ligging minder dan 1000 meter boven zeeniveau, beschouwd wordt als redelijksneeuwzeker, liggen, vooral op de heuveltoppen, enigeskiliften. Ook zijn erloipes voor hetlanglaufen uitgezet.
Debarok-architectGeorge Bähr (geboren te Fürstenwalde bij Geising op 15 maart 1666; overleden op 16 maart 1738 te Dresden) was de ontwerper van deFrauenkirche (Dresden) en van verscheidene andere kerkgebouwen in Zuidoost-Duitsland.
Melchior Hoffmann (geboren rond 1679 te Bärenstein, overleden 6 oktober 1715 te Leipzig) was een niet onverdienstelijkorganist en componist van kerkmuziek, van zowel kerkelijke als wereldlijke cantates en van (delen van)opera's. Enkele van Hoffmanns composities werden tot plm. 1980 ten onrechte aanJohann Sebastian Bach of aan zijn voorganger als organist te Leipzig,Georg Philipp Telemann, toegeschreven.
Michael Rösch, geboren op 4 mei 1983 tePirna, maar opgegroeid te Altenberg,biatleet, die sinds november 2013 naast de Duitse ook de Belgische nationaliteit heeft, behaalde Olympisch goud in2006 teTurijn; als actief sporter gestopt in 2019
↑Hemelsbreed ligt Glashütte 6 km ten noorden van Bärenstein. De afstand over de weg is echter, vanwege de vele bochten daarin, aanmerkelijk groter.
↑Diameter: circa 400 meter; diepte: 130 meter; oppervlakte: 12 hectare.
↑Vermeldenswaard is het adellijke geslachtVon Bünau, dat van 1517 tot 1823 de heerlijkheid Lauenstein bezat.
↑Altenberg zelf heeft pas sinds 1923 een spoorwegstation.
↑In het Ertsgebergte is het hele jaar door een weersituatie mogelijk, waarbij in enkele dagen vele honderden millimeters regen per vierkante meter kunnen vallen. Het Duitseregenrecord aller tijden van 312 mm/vierkante meter op één dag, 12 augustus 2002, staat geregistreerd te Zinnwald-Georgenfeld, gemeente Altenberg.