| Plaats inNederland | |||
|---|---|---|---|
| Een gracht in de binnenstad. | |||
| Situering | |||
| Provincie | Noord-Holland | ||
| Gemeente | Alkmaar | ||
| Coördinaten | 52° 37′ NB, 4° 45′ OL | ||
| Algemeen | |||
| Oppervlakte | 27,03[1] km² | ||
| - land | 25,41[1] km² | ||
| - water | 1,64[1] km² | ||
| Inwoners (2023-01-01) | 92.675[1] (3.647 inw./km²) | ||
| Inwonersnaam | Alkmaarder | ||
| -Bijnaam | Kaaskop | ||
| Woningvoorraad | 45.118 woningen[1] | ||
| Overig | |||
| Postcode | 1800–1827 | ||
| Netnummer | 072 | ||
| Woonplaatscode | 2348 | ||
| Belangrijke verkeersaders | |||
| Detailkaart | |||
| Foto's | |||
| DeSint-Josephkerk met de Nassaubrug op de voorgrond | |||
| |||
Alkmaar (uitspraakⓘ) is een stad in de provincieNoord-Holland inNederland, en de hoofdplaats van degemeente Alkmaar.
Alkmaar heeft een historisch centrum met 399rijksmonumenten en 700gemeentelijke monumenten.[2] De stad staat bekend als "de kaasstad". Van begin april tot eind september wordt wekelijks een traditionelekaasmarkt gehouden.[3] Een inwoner van Alkmaar heet een Alkmaarder, maar wordt in de volkstaalkaaskop genoemd.[4] De stad heeft tweespoorwegstations:station Alkmaar enstation Alkmaar Noord.
De naamAlkmaar wordt sinds de middeleeuwen in verschillende vormen gebruikt:Allecmere (tiende eeuw),Alcmere (1063),Alcmare (elfde en twaalfde eeuw), ofAlkmare (1132). Mogelijk betekent het laatste deelmaar (voorheenmere) "meer", "vijver" of "moeras", terwijl de eerste termalk lijkt te komen uit deDietse betekenis "moeras" of "tempel".[5]
Alkmaar is ontstaan op eenstrandwal, waarover een lange landweg naar het zuiden vanHolland liep. Het was van origine een agrarische nederzetting, die gecentreerd was rond de in de 10e eeuw gestichteSint-Laurenskerk in het westelijke deel van de latere binnenstad. Op de strandwal lagen de akkers. Iets ten oosten daarvan lagen de lagergelegen veen- en kleigronden van deMient. DeScheteldoekshaven bij Alkmaar bood een mogelijkheid tot handel via deLaat en het oostelijker gelegenVoormeer naar deRekere in het noorden en hetSchermermeer in het zuiden en oosten. Via het Voormeer was de plaats ook verbonden met hetAlmere (de latereZuiderzee). De agrarische bebouwing is deels nog terug te zien in het feit dat in dit deel van de stad nog steeds veel lage arbeiderswoningen staan van een laag met een kap, zoals langs de Geest en de Doelenstraat.[6]
Toen graafDirk VII van Holland in Zeeland oorlog voerde, viel zijn broerWillem van Friesland in november 1195West-Friesland binnen. GravinAleid van Kleef trok daarop ten strijde tegen haar zwager en versloeg hem bij Alkmaar.[7] Op 11 juni 1254 werden aan Alkmaarstadsrechten verleend doorWillem II van Holland. De stad deed toen voornamelijk dienst als grensvesting en uitvalsbasis in de strijd tegen deWest-Friezen. Daartoe liet de graaf van Holland ten noordoosten van de stad deTorenburg bouwen aan het einde van de Koningsweg.
Met het verslaan van de West-Friezen werd de weg geopend voor de aanleg van dijken en wegen ten noorden van de stad en begon een rustiger periode voor de handel. In de loop van de 13e eeuw kon Alkmaar hierdoor en door haar ligging bij het Voormeer uitgroeien tot een internationale handelsstad. In de 14e eeuw vonden er verschillendejaarmarkten plaats, waar ook internationalekooplieden kwamen. Na degrote stadsbrand van 1328 werd de stad door middel vanaanplemping buiten de oostelijke dijk verder uitgebreid. Hier ontstond nieuwe bebouwing in de Mient,Luttik Oudorp enVoordam, waar de schepen aanlegden met hun handelswaren. De handel concentreerde zich vervolgens rond de Mient en hetFnidsen ("Venetië"). Ook de markt werd verplaatst van de kerk naar het Fnidsen en de kade van Luttik Oudorp. Door handel, visserij en scheepvaart verschoof het economisch zwaartepunt van de stad in de 15e eeuw naar het oosten. In het steeds minder aantrekkelijke en daardoor minder dure oude westelijke deel van de stad vestigden zich vanaf de 14e eeuw veelkloosters, waarvan het vroegere bestaan tegenwoordig nog teruggevonden kan worden in namen als Begijnenstraat, Clarissenbuurt, Paternosterstraat en de Sint Katherijnenstraat. In de 15e en 16e eeuw werd de stad verder uitgebreid met aanplempingen en kreeg zo een wat gelijkmatiger vorm. Als gevolg van deOpstand van het Kaas- en Broodvolk in 1492 werd de stad gedwongen om tijdelijk de stadspoorten en de wallen te slechten. Later werd een nieuwe omwalling aangelegd met twaalf torens en vier poorten, die onder andere te zien is op de kaart vanJacob van Deventer van rond 1560. Aan oostzijde langs het Voormeer waren geen versterkingen. In de 16e eeuw werden steeds meer gebieden rond de stad bedijkt endrooggemalen. Hierdoor verloor de stad enerzijds haar verbinding met de zee en de daarmee gepaard gaande handel. Anderzijds kreeg ze door de droogmakerijen een veel groterachterland en zo een grotereverzorgingsgebied. Door specialisatie in kaas en bier wist de stad haar positie als handelsstad deels te behouden.[6]
In de zomer van 1517 hadden stad en omgeving te lijden van plunderingen door deArumer Zwarte Hoop. Tijdens deTachtigjarige Oorlog, werden in juni 1572 door decalvinistischeGeuzen onderDiederik Sonoy de Alkmaarsefranciscaner priesters en broeders opgepakt en inEnkhuizen op 25 juni 1572 omwille van hun trouw aan het katholieke geloof, na gruwelijke marteling, vermoord. De vermoorde geestelijken staan thans bekend als demartelaren van Alkmaar. In 1573 werd Alkmaar belegerd door deSpanjaarden, die inOudorp hun kamp hadden opgeslagen. De Alkmaarders hielden hen echter met kokend teer en brandende takkenbossen op afstand. Deze gebeurtenis, die leidde tot de bekende uitdrukkingBij Alkmaar begint de victorie, wordt nog elk jaar gevierd op 8 oktober tijdensAlkmaars Ontzet. In 1876 werd ter herinnering aan deze gebeurtenis hetVictoriemonument in hetVictoriepark opgericht.
In 1607 vond de eerste uitleg van deAlkmaarderhout plaats. Deze bestond in de begindagen vooral uit "houten", bomenrijen langs een aantal lanen. Desecularisatie van de kloostergebouwen leverde veel mogelijkheden voor de stad om ruimte te creëren voor de groeiende handel. In 1583 kon door de sloop van veel voormalige katholieke kloostergebouwen hetWaagplein worden aangelegd. Andere gebouwen boden ruimte voor de molenaars en voor markten als dePaardenmarkt. In dezelfde tijd werden overlastgevende en ruimte vragende bedrijven verplaatst naar buiten de stad. Door de groei van de bevolking werd de stad eind 16e eeuw opnieuw uitgebreid met de nieuwe handelswijkNieuwstad, waarvoor onder andere een deel van het Voormeer werd ingedijkt. Het resterende deel van het Voormeer werd ingericht als haven. Rondom de stad verrees een nieuwe omwalling met negenbolwerken en zeven poorten naar ontwerp vanAdriaen Anthonisz. Met de verschuiving naar een stad met een meer regionale functie en de groei van het verkeer over land verschoof het economische zwaartepunt van de stad eind 16e eeuw naar de westzijde van de Mient. Veel herenhuizen verrezen in die periode langs de weg van de Sint-Laurenskerk naar de Mient en rond het nieuwe Waagplein.[6]
In deFranse tijd werd het noorden van Holland omgevormd tot hetDepartement van Texel, waarvan Alkmaar de hoofdstad werd.
DeAlkmaarsche Courant werd in1799 in Alkmaar opgericht doorAdrianus Sterck. De krant is tegenwoordig onderdeel van hetNoordhollands Dagblad en tevens de grootste editie van die krant.
HetNoordhollandsch Kanaal, dat in 1824 geopend werd, liep bij de aanleg precies om Alkmaar heen. Door de groei van Alkmaar loopt het er tegenwoordig dwars doorheen.
In 1865 en 1867 werd de infrastructuur verder uitgebreid door de opening van hetStation Alkmaar aan despoorlijnen naar Den Helder, Uitgeest en Haarlem. Vanaf 1905 had Alkmaar ookstoomtramverbindingen metBergen (1905 tot 1955),Egmond (1905 tot 1934) enSchagen (1913 tot 1933).
In de 20e eeuw ontstonden nieuwe woonwijken rond Alkmaar, en in 1972 werdenOudorp,Koedijk-Zuid en het gedeelte ten zuiden van de spoorlijn Alkmaar – Heerhugowaard vanSint Pancras-Zuid (debuurtschapDe Nollen) aan het grondgebied van Alkmaar toegevoegd. De stad begon ook een steeds grotere rol te spelen bij de opvang van het bevolkingsoverschot in deRandstad en de bevolking die een huis zocht door de renovatie van oude stadswijken, vooralAmsterdam. Alkmaar verkreeg de status vangroeikern en werd destijds als een van de eerste "overloopsteden" aangemerkt. Een gevolg hiervan was de ontwikkeling van het stadsdeelHuiswaard.

De stad Alkmaar en de gebieden van de voormalige gemeentesGraft-De Rijp enSchermer zijn onderverdeeld in vijf gebieden. Deze vijfgebieden zijn onderverdeeld met elf wijken. Deze wijken zijn op hun beurt onderverdeeld in 66 buurten
Centrum (wijk 8)
|
De Mare (wijk 6)
| Daalmeer/Koedijk (wijk 7)
|
Zuid (wijk 1)
| Overdie (wijk 3)
|
West (wijk 4)
| Huiswaard (wijk 5)
| Vroonermeer (wijk 11)
|
Oudorp (wijk 2)
| Schermer (wijk 9)
| Graft-De Rijp (wijk 10)
|
In de gemeente Alkmaar liggen vier vanrijkswege beschermdestads- endorpsgezichten. In de stad Alkmaar zelf liggenStadsgezicht Alkmaar enStadsgezicht Alkmaar - Westerhoutkwartier. Het eerste gezicht beslaat de historischeBinnenstad van Alkmaar. Het tweede beslaat een van de eerste uitbreidingswijken van Alkmaar ten zuiden van de binnenstad. Hierin zijn ook delen opgenomen van deAlkmaarderhout een 17e eeuws stadsbos. In de in 2015 geannexeerde gemeenten Schermer en Graft-de Rijp. Zo betreft de droogmakerijSchermer een beschermd dorpsgezicht.[8] In de voormalige gemeente Graft-de-Rijp betreft sinds 1969 het historische dorpscentrum vanDe Rijp een beschermd dorpsgezicht.[9]





Verschillende delen van Alkmaar zijn eenbeschermd stadsgezicht:binnenstad enWesterhoutkwartier.
Alkmaar beschikt over voor deze stad karakteristieke oudegrachten,cafés, restaurants en winkels. Alkmaar is bekend om zijn hofjes, onder andere het 16e-eeuwseHof van Sonoy en hetWildemanshofje. De stad kent vele grachten met huizen uit de 16e tot de 19e eeuw. Alkmaar telt 399 inschrijvingen in hetrijksmonumentenregister en heeft enkele oorlogsmonumenten:
De bekendste bezienswaardigheden van Alkmaar worden hieronder opgesomd.
Alkmaar heeft acht hofjes, waarvan de meeste nog steeds bewoond zijn. Het oudste nog bestaande hofje is hetHuis van Zessen, dat werd gesticht in 1510 en zijn naam dankt aan de functie die het gedurende bijna vijf eeuwen heeft vervuld: een hofje voor zes oude rooms-katholieke mannen. De naam van hetHuis van Achten is op dezelfde wijze ontstaan. Dit hofje stamt uit 1657.
Vlak bij het Huis van Achten ligt hetHof van Sonoy, dat zich bevindt op de plaats van een voormalig klooster. Het hof kwam in 1572 in handen van het stadsbestuur en werd destijds gebruikt om stedelingen onder te brengen die dakloos waren geworden omdat hun huizen waren gesloopt voor de aanleg van de nieuwe stadsverdediging. HetWildemanshofje werd gesticht door Gerrit Florisz. Wildeman. Dit in 1714 gebouwde hofje bood aanvankelijk plaats aan 24 bejaarde vrouwen van verschillende geloofsrichtingen. HetHofje van Splinter is gesticht in 1646, uit een erfenis van Margaretha Splinter. Na haar dood werd het complex verbouwd tot een hofje voor acht ongehuwde dames, die in armoede leefden maar wel uit een (ge)goede familie stamden.
Aan de Koningsweg staat hetProvenhuis Bijlevelt, dat stamt uit de zeventiende eeuw. HetProvenhuis Paling en Van Foreest staat aan de Zevenhuizen, vlak bij de stadssingels. Het werd gesticht in 1540 met geld uit het testament dat het echtpaar Pieter Claeszoon Paling en Joost van Foreest Willem Dircksdochter. HetProvenhuis van Aletta Boon en hetPoppenhofje waren tweeKatholieke hofjes in Alkmaar. Tussen de Kanaalkade en de Koningsweg ligt nog hetDoopsgezinde Hofje.
De Alkmaarsekaasmarkt is al meer dan vier eeuwen een traditie, die jaarlijks door 100.000 mensen wordt bezocht. De 'markt' vindt plaats op het Waagplein, voor het monumentaleWaaggebouw. In de 18e eeuw werd vier dagen per week kaasmarkt gehouden, en deze duurde tot 1 uur 's nachts. Gemiddeld werd per marktdag 300 ton kaas omgezet. Sinds 1939 is Alkmaar de enige stad die nog kaas verhandelt op deze traditionele wijze. De kaasmarkten zijn elke vrijdag, van april tot september, te bezichtigen.
Op de kaasmarkt lopen de kaasdragers van het Alkmaarse Kaasdragersgilde in vier verschillende kleuren: geel, rood, blauw en groen. Zo vormen zij groepen die vemen worden genoemd. Alle kaasdragers dragen een wit pak met strooien hoed. De kaasdragers hebben verschillende benamingen.
Om 10:00 uur luidt de aanvangsbel en begint de kaasmarkt. De zetters beladen de karakteristiekeberries, die door de kaasdragers naar de weegschaal worden gedragen. Aldaar wordt de kaas gewogen. Op het plein bepalen keurmeesters de kwaliteit van de kaas en onderhandelen handelaren over de prijs. Dit gaat traditioneel gepaard met het handje klap. Omstreeks 12:30 is de kaasmarkt afgelopen.
Centrumkaart met bezienswaardigheden
In hetzelfde gebouw in de buurt Overstad zijn gevestigdVue Alkmaar en Filmhuis Alkmaar. Elk opereert zelfstandig, met een eigen ingang en kassa. Filmhuis Alkmaar doet mee metCineville.
Alkmaar heeft dertien kerken, waarvan zes rooms-katholieke: zieLijst van kerken in Alkmaar.

De bouw van deGrote of Sint-Laurenskerk aan deKoorstraat werd begonnen in 1470 en in 1520 voltooid. De kerk is ook nu nog het grootste middeleeuwse kerkgebouw in de Alkmaarse binnenstad. Het werd waarschijnlijk ontworpen door de architectAntoon I Keldermans. Aan het einde van deLangestraat, vlak bij de Sint-Laurenskerk, is in de bestrating het hoogste natuurlijke punt aangegeven van de oude zandrug waarop de kerk is gebouwd in de vorm van een kleine halve maan van grijze kinderkopjes.
In de Sint-Laurenskerk staat de tombe van graafFloris V van Holland. Deze bevat alleen de ingewanden, die bij hetbalsemen zijn verwijderd. Het lichaam van Floris is later herbegraven inRijnsburg.
De rooms-katholiekeSint-Laurentiuskerk werd in 1859–1861 inneogotische stijl gebouwd. Het is een van de vroegste werken in Noord-Holland van de beroemde architectPierre Cuypers. De Sint-Laurentiuskerk is een kerk op de plattegrond van een Latijns kruis. Tot de bijzonderheden behoren deluchtbogen aan de buitenkant van het gebouw en de toepassing van Limburgsemergelsteen, onder andere bij het rijk versierde roosvenster boven de toegangsdeur in de westgevel.
Het interieur heeft een neogotische detaillering, bijvoorbeeld bij het houtentongewelf met de kleurigerozetten en bij dereliëfs van mergelsteen langs de wanden. In detransepten zijn kleurigewandschilderingen met de uitbeelding van hetBloedmirakel van Alkmaar uit 1429, gemaakt doorJ.A. Kläsener tussen 1874 en 1880. Eerder al schilderde hij de reekskruiswegstaties (1866–1868).
De neogotische inventaris is bewaard gebleven, met onder andere de oorspronkelijke door Cuypers ontworpen kerkbanken, een groottriomfkruis bij het begin van het koor, eenHeilig Hartbeeld, eenMaria-altaar (links van het koor) en eenHeilig Bloedaltaar (rechts van het koor). Opmerkelijk zijn ook degebrandschilderde ramen. De oudste hangen in het koor. Ze zijn vervaardigd door hetatelier vanNicolas in Roermond (1862 en 1895), de andere zijn gemaakt door het atelier vanJules Dobbelaere uit Brugge (1895–1907).

De Doopsgezinde kerk, gebouwd in 1617 op initiatief van voorgangerHans de Ries, is een van de oudste stenen doopsgezinde kerken in Nederland. Het was aanvankelijk een schuilkerk.
Evenals de andere Alkmaarse schuilkerken kreeg ook deze kerk een houten tongewelf. In de 19de eeuw werden het gebouw en de inrichting van de kerk sterk gewijzigd. Zo tekendeC.W. Bruinvis, de latere stadsarchivaris, in 1854 een nieuwe voorgevel inneoclassicistische stijl metrondboogvensters. Het voorplein met bloemperk stamt uit 1856. In 1876 werd het gehele interieur veranderd naar ontwerp van stadsarchitect W.F. du Croix. Uit die tijd stammen de banken met hun neogotische detaillering.
Tot de oudste inventarisstukken behoort het neoclassicistische orgelfront uit 1819 van orgelbouwer J.C. Deytenbach. Het orgel zelf is een Flaes-orgel uit 1866.
De lutherse kerk werd gebouwd in 1690. Het eenvoudige exterieur herinnert eraan, dat de lutherse kerk als schuilkerk begonnen is. Het inwendige is echter, zoals bij lutherse kerken gebruikelijk, veel rijker. Zo wordt de ruimte overdekt door een houten tongewelf met een verhoogd middenveld. Voorts zijn er eenpreekstoel met bijbehorende banken en een rijk bewerkttochtportaal uit debouwtijd. Tot de bijzonderheden behoort het orgel uit 1754, voorzien vanrococo-snijwerk en bovenop de afbeelding van een zwaan, het symbool vanLuther en delutheranen. Het orgel werd vermoedelijk gebouwd door dePieter Müller, zoon van de bekende orgelbouwerChristian Müller.

DeKapelkerk dateert volgens sommigen uit circa 1325, maar meer algemeen wordt aangenomen dat men met de bouw begonnen is omstreeks 1520, dus direct na het voltooien van de Grote Kerk. Ten tijde van de bouw van de Kapelkerk was deLaat nog niet gedempt; daarom zit de ingang in de korte gevel aan de Kapelsteeg.
Opvallend aan de Kapelkerk zijn de zeer talrijke natuurstenen banden in de bakstenen muren. In 1707 werd de kerk uitgebreid met een hogedwarsbeuk inHollands classicistische stijl aan de noordzijde. Hierin kwam eenbankenblok te staan, waarin de leden van het stadsbestuur konden plaatsnemen. Het bankenblok werd uitgevoerd in demoderne Lodewijk XIV-stijl. Kenmerkend voor die stijl zijn de krullendeacanthusbladeren aan deopzetstukken van de deurtjes.
In 1760 werd het gebouw getroffen door een brand, waarbij het middeleeuwse houten tongewelf verloren ging. Het werd vervangen door eenstucgewelf met verhoogde velden, voorzien van versieringen in rococostijl. Ook de houten preekstoel en de orgelkast met de bijbehorende houten omlijsting zijn in rococostijl uitgevoerd. Beide interieurstukken stammen uit 1762. Bij de vervaardiging warenAsmus Frauen uit Amsterdam enWillem Straatman uit Alkmaar betrokken. Het orgel is van orgelbouwer Christian Müller. Tot de opmerkelijke interieurstukken behoren ook de grote koperenkaarsenkronen.
Bezienswaardig zijn de kleurige glas-in-loodramen, vervaardigd in de jaren 1920–1940 doorWillem Bogtman uit Haarlem.
De Remonstrantse Kerk is een schuilkerk, gelegen op een binnenterrein. Het gebouw werd in 1658 neergezet op de plaats van een houtengorterij, waar de gelovigen vroeger in het geheim bijeen kwamen. De monumentale entree tussen de twee klokgevelhuisjes stamt uit 1728. In het sierlijke ijzerwerk boven de deuren zijn de letters RK van Remonstrantse Kerk verwerkt. Binnen heeft het kerkgebouw, dat afgedekt is met een houten tongewelf, aan drie zijden galerijen die rusten op houten zuilen. Het kerkinterieur is zeer fraai, met een 17de-eeuwse preekstoel en rondom een 18de-eeuwsdoophek met rijk versierde koperendoopbogen. Zowel op de preekstoel, als op het doophek staat een koperen lezenaar. Voor de verlichting dienen verschillende mooie koperen kronen, kaarsenarmen en blakers (17de en 18de eeuw). Het orgel (1792) is van de Amsterdamse orgelbouwerJohannes Stephanus Strümphler. De grenen vloer wordt nog steeds zoals vroeger met fijn zand bestrooid.
DeSint-Dominicuskerk werd gebouwd in de jaren 1863–1866 doorPierre Cuypers, die ook hetRijksmuseum en het stationsgebouw vanStation Amsterdam Centraal ontwierp. Het was een zogenaamdekruisbasiliek met als meest kenmerkend onderdeel de forse toren die duidelijk de bedoeling had de Grote Kerk naar de kroon te steken. De toren vormde meer dan een eeuw lang een markant onderdeel van het silhouet van Alkmaar. De kerk was kunsthistorisch gezien van groot belang omdat het een van de weinige bewaard gebleven bouwwerken was uit de vroege periode van Cuypers' activiteit als architect. Bovendien was ook het interieur nog redelijk compleet. Het kerkbestuur besloot in 1972 om de Sint-Dominicuskerk te sluiten. Het aantal kerkgangers in de binnenstad liep terug. Het onderhoud van de toenmalige twee binnenstadskerken (de Sint-Dominicus aan deLaat en de Sint-Laurentius aan het Verdronkenoord) werd te duur. Het kerkbestuur koos voor het behoud van de Sint-Laurentius, die er bouwkundig gezien het best aan toe was. Op kunsthistorische waarde werd minder gelet. In 1974 werd de Sint-Dominicuskerk gesloten voor de eredienst. Jarenlang bleef het lot van deze kerk ongewis, maar in 1985 werd de kerk gesloopt; slechts een traptoren bleef bespaard.

DeSint-Josephkerk is geheel in neogotische stijl gebouwd. De kerk is op 1 januari 1910 in gebruik genomen. Het ontwerp is van de kerkenbouwers en leerlingen vanP.J.H. Cuypers,Albert Margry,Jos Margry enJosephus Marie Snickers.
De kerk heeft gebrandschilderde ramen. Het beeld vanChristus Koning is in 1948 geplaatst ter herinnering aan in de oorlog omgekomen Alkmaarders. Hun namen staan vermeld op een gedenkplaat aan de muur van de kerk.
Devroedschap van Alkmaar stond op 10 mei 1604 als eerste stad van de Nederlanden de Joden toe zich hier te vestigen. Op 5 juni 1802 kocht de Joodse Gemeente dit gebouw om er deSynagoge te vestigen. In 1842 werd op het achtererf een school gesticht voor godsdienstig en burgerlijk onderwijs. Dit werd door de rabbi gegeven, deze woonde naast de synagoge op nummer 13.
Twee steentjes in de voorgevel geven (in de Hebreeuwse tijdrekening) de data aan waarop het pand werd gerenoveerd: in 1826 en 1844. De renovatie in 1844 betrof volgens deWaterstaat-tekening een nieuwe voorgevel, een galerij voor vrouwen en een tongewelf met daarin de davidster.
Na de oorlog kon de zwaar getroffen Joodse gemeenschap van Alkmaar de synagoge niet meer bekostigen en viel het gebouw toe aan debaptisten. Die verlieten het pand weer in 2008. De inmiddels weer groeiende Joodse gemeenschap in Alkmaar nam het gebouw na een grondige restauratie medio 2011 weer in gebruik.
De Verlosserskerk is opgetrokken in een expressionistische stijl verwant aan die van deAmsterdamse School, en werd in 1933 gebouwd naar een ontwerp vanB.W. Plooij. Het gebouw heeft een kruisvorm als plattegrond, met op de kruising van de daken een zogenaamde dakruiter (torentje). In 1991 sloot de kerk zijn deuren, waarna het gebouw is verbouwd tot appartementencomplex.
Het kerkgebouw van de Christengemeenschap is gebouwd inorganische stijl. De kerk is in 1994 in gebruik genomen. Sinds 2009 heeft de kerk aan de Kanaaldijk ook een naam, namelijk de Lukaskerk.
Het kerkgebouw van deKerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen is een kerk die gebouwd volgens een typische Amerikaanse stijl. De kerk is in 1997 in gebruik genomen.



Windmolens behoren tot de cultuurhistorisch waardevolle streekeigen bebouwing met een voor de gehele regio bijzondere betekenis. Zeker de robuustebinnenkruiers komen vrijwel alleen voor in Noord-Holland noordelijk van hetNoordzeekanaal. Alle molens zijnrijksmonument. De nadruk van het beschermde welstandsniveau ligt op het behouden van de authentieke verschijningsvorm van de molens en de verwijzing naar de historie van Alkmaar. Tot 2015 telde de gemeente Alkmaar 13 molens (met de weidemolen meegeteld 14). Daarvan bevinden zich er twee in Koedijk, zes in het dorp Oudorp en vijf in de stad Alkmaar zelf. Sinds 2015 omvat de gemeente Alkmaar ook het grondgebied van de voormalige gemeentenSchermer enGraft-De Rijp. Sindsdien telt de gemeente Alkmaar in totaal 32 verschillende molens (+ de weidemolen = 33).
HetCentraal Bureau voor de Statistiek noemt Alkmaar als de vijfde winkelstad van Nederland gemeten naar de diversiteit van het winkelaanbod.[10] Donderdagavond is het koopavond. Sinds 1 juni 2013 zijn de winkels in de Alkmaarse binnenstad ook op zondag geopend.
Alkmaar heeft een aantal markten waarop inwoners, mensen uit de omgeving maar vooral ook toeristen op afkomen. Op dinsdag in Overdie op de Frederik Hendriklaan, woensdagochtend in Oudorp op Nijenburgplein, woensdagmiddag in De Mare op het Europaplein en zaterdag in het centrum op de Gedempte Nieuwesloot en Kerkplein. De laatste woensdag in september vindt de Landbouwdag Alkmaar plaats, die in 1884 voor het eerst werd georganiseerd. De eerste jaren werd deze dag voor agrariërs en andere bezoekers elke vijf jaar gehouden. Vanaf omstreeks 1900 werd de Landbouwdag jaarlijks gehouden. Op de keuringen tonen de deelnemers hun fokproducten. Zo'n 200 marktkraampjes maken deel uit van de Lappenmarkt, onlosmakelijk verbonden aan de Landbouwdag. Half december is er eenkerstmarkt.
Alkmaar heeft in 2025 in totaal 37 basisscholen, totaal maken ruim 8.200 leerlingen hier dagelijks gebruik van.[11] Het onderwijsaanbod is rijk en er is veel keuze. Zo zijn er openbare, rooms-katholieke, algemeen bijzondere,islamitische, protestants-christelijke enantroposofische scholen.[11]
Wat betreft onderwijsconcepten is er keuze tussen:[11]
Er zijn 8 middelbare scholen in Alkmaar.[12] HetMurmelliusgymnasium is eencategoriaalgymnasium aan de Bergerhout, opgericht in 1904. Met minder dan 800 leerlingen, uit heel Noord-Holland, is het een relatief kleine school.
DeChristelijke Scholengemeenschap Jan Arentsz is een christelijke school waarop menvmbo,havo envwo (atheneum en gymnasium) kan volgen. De school heeft drie vestigingen, waarvan twee in Alkmaar, allebei aan de Mandenmakersstraat en een inLangedijk, aan de Bosgroet.
HetPetrus Canisius College is een katholieke scholengemeenschap met in totaal vijf vestigingen, waarvan drie in Alkmaar en de overige twee in Heiloo en Bergen (NH). De vestiging PCC Oosterhout geeft vmbo-kb voor zowel de boven- en onderbouw en is een praktijkschool. De vestiging PCC Fabritius geeft in de onderbouw havo/vwo en mavo/havo, en in de bovenbouw alleen mavo (vmbo-tl). De vestiging PCC Het Lyceum geeft les aan de bovenbouw havo en vwo, ook is er eenvwoXtra-afdeling voor de onderbouw. De vestigingen in Heiloo en Bergen geven alleen onderbouw havo/vwo en mavo/havo. Leerlingen vanuit deze scholen gaan of naar de vestiging PCC Fabritius of PCC Het Lyceum.
HetStedelijk Dalton College is een openbare scholengemeenschap voor vwo (atheneum), havo en vmbo. De school heeft eendebatclub en eenjongerenrechtbank, waarin getrainde leerlingen herstelmaatregelen opleggen aan mede-leerlingen in plaats van een straf door de rector. In 2004 ging de school met hetdaltononderwijs werken; daarvoor was de naam hetJan van Scorel-College. HetOSG Willem Blaeu geeft openbaar onderwijs aan vmbo-, havo- en vwo-scholieren, en is gevestigd aan de Robonsbosweg. Het is een zogenaamdeLOOT-school en men kan er ooktweetalig onderwijs volgen.
Het Stedelijk Dalton College, Willem Blaeu en Jan Arentsz hebben gezamenlijk een nevenvestiging, het Van der Meij College, waar leerlingen het 3e en 4e leerjaar BB of KB kunnen volgen.
HetHorizon College is eenmbo-school, die gevestigd is in meerdere gemeenten ten noorden van het IJ. Voor groenonderwijs is er tevens het voormalige Clusius College, dat sinds 2022Vonk heet.
Voor hoger onderwijs is er deHogeschool Inholland. De vestiging in Alkmaar bestaat al meer dan 25 jaar en omvatte ook eenconservatorium. In 2010 is het conservatorium verhuisd naar de vestiging van Inholland teHaarlem.
Alkmaar beschikt over een ziekenhuis van deNoordwest Ziekenhuisgroep, dat zijnlocatie Alkmaar in deAlkmaarderhout heeft staan. Dit ziekenhuis is ontstaan uit een fusie vanSint-Elisabeth Ziekenhuis en hetCentraal Ziekenhuis die beide in Alkmaar waren gevestigd.

Bekend uit Alkmaar is de voetbalclubAZ. De club werd landskampioen in1981 en2009. Daarnaast veroverde het vier keer deKNVB beker. Sinds de promotie in 1998 speelt het onafgebroken in deEredivisie.
In de gemeente vindt men verder meerderedansscholen,sportscholen enzwembaden. IJsbaande Meent is een sportcentrum waar ook andere sportverenigingen gevestigd zijn. Sportpaleis Alkmaar is een overdekte multifunctionele wielerbaan van 250 meter waar jaarlijks Nederlandse kampioenschappen plaatsvinden.
Op het Drafcentrum Alkmaar aan de Sportlaan 4 vinden wekelijks op iedere maandagavond draverijen plaats. Eens per jaar is de 4½ kilometer van Alkmaar. De koers wordt verreden over zes en een halve ronde, waarbij het uithoudingsvermogen van de paarden op de proef worden gesteld.
Voor de bekende mensen die in Alkmaar geboren zijn, of er hebben gewoond, zie deLijst van Alkmaarders.
Alkmaar en zijne geschiedenissen door W.A. Fasel