Graaf Aleksej Nikolajevitsj Tolstoj werd geboren als zoon van een officier en verre verwant vanLeo Tolstoj. Vlak na zijn geboorte scheidden zijn ouders en groeide hij op bij zijn moeder op het landgoed Sosnovka bij deWolga.
In1901 ging Tolstoj naarSint-Petersburg om techniek te studeren. Hij stapte echter al snel over op het schrijven van gedichten, in de stijl van de toen populairesymbolisten. In1911 verscheen zijn eerste neo-realistisch geschreven prozawerk, onder meer de verhalen “Zonderlingen’ en “De hinkende vorst”, die positief gerecenseerd werden doorMaksim Gorki.
Na deRussische Revolutie koos Tolstoj aanvankelijk partij tegen deBolsjewieken en werkte later voor de propaganda-afdeling van deWitten. In1921 emigreerde hij naarBerlijn en sloot zich aan bij een beweging van Russische nationalisten. In1923 keerde hij, mede door heimwee gekweld, echter weer naar Rusland terug. Geleidelijk paste hij zich aan de opvattingen van het nieuwe regime aan. In1936 loste hij Gorki, na diens dood, af als voorzitter van deRussische schrijversbond.
De vroege gedichten van Tolstoj hebben de tand des tijds nauwelijks doorstaan, zijn verhalen en novellen gaat het wat beter af. De meeste bekendheid geniet hij vandaag de dag nog door zijn driedelige historische roman “Peter de eerste” (1941-1945), een diepgaande studie op basis vanhistoriografische, diplomatische en iconografische bronnen. Voor de eerste twee delen kreeg Tolstoj in1943 deStalinprijs, het derde deel bleef door zijn overlijden in1945 onvoltooid.
Tolstoj verwierf ook naam als dramaturg: tijdens zijn leven schreef hij liefst 42 toneelwerken. Bekend is nog steeds zijn tweeluik “Ivan de Verschrikkelijke”, waarin hij tracht deze vorst te rehabiliteren.