Alan Jones kreeg de autosport met de paplepel ingegoten. Als tiener reed hij al in dekart en vanaf 1972 bestuurde hij eenFormule 3-wagen, waarmee hij goede resultaten boekte. Vanaf 1974 reed hij ook in deFormula Atlantic en Formule 5000.
In 1975 debuteerde Jones in deFormule 1 tijdens de Spaanse Grand Prix bij Hesketh en kreeg hetzelfde jaar een vast contract aangeboden bij hetEmbassy Hill-team, ter vervanging vanRolf Stommelen, die bij een crash gewond was geraakt. In 1976 reed hij in een Surtees. In 1977 werd hij aangesteld als vervanger van de omgekomenTom Pryce bij hetShadow-team, waarvoor hij zijn eerste Grand Prix, deGrote Prijs van Oostenrijk, won.
In 1978 werd hij gecontracteerd doorFrank Williams en in 1979 begon Jones regelmatig races te winnen. Dat jaar won hij de races inWest-Duitsland,Oostenrijk,Nederland enCanada. In 1980 won hij zijn enige wereldkampioenschap door vijf races (Argentinië,Frankrijk,Groot-Brittannië,Canada,Verenigde Staten-Oost) te winnen. In hetzelfde jaar won hij ook twee races die niet voor het kampioenschap meetelden, de Spaanse en de Australische Grand Prix. Aan het einde van 1981 besloot Jones zijn Formule 1-loopbaan te beëindigen. Hij deed dat met een overwinning inLas Vegas. Hij werd in 1983 met een aantrekkelijk aanbod doorArrows teruggelokt naar de Formule 1. Deze comeback bleef tot 1 race inLong Beach beperkt. In 1985 werd hij nogmaals naar de F1 gelokt, om te rijden voor hetAmerikaanse Haas-team, dat de auto's inschreef alsLola, wat maar weinig met Lola te doen had. Dit was echter geen succes. Jones reed de laatste races van het seizoen 1985 in een auto met een Hartmotor en een vol seizoen in 1986. Na de eerste twee races nog gebruik te hebben gemaakt van de Hartmotor, reed hij de rest van het seizoen in een Lola met een Fordmotor met turbo; aan het einde van 1986 vertrok Jones voorgoed uit de hoogste autosportklasse.
Hij bleef daarna nog enige tijd actief in sportwagenraces en in Australië in lokale toerwagenraces.
Tegenwoordig is Alan Jones vooral actief als autosportcommentator bij de Australische televisie en was hij een tijd actief als teambaas voor het Australische A1GP-team.
In 1981 verscheen een (auto-)biografie van Alan JonesDriving Ambition, waarvan Keith Botsford co-auteur is. In 2017 verscheen een nieuwe autobiografie getiteldAJ How Alan Jones Climbed to the top of Formula One met als co-auteur Andrew Clarke.