Afrikaners (vroegerAfrikaanders geheten) zijn een bevolkingsgroep inZuid-Afrika en omstreken. Zij stammen taalkundig af vanNederlandse (en in mindere mateDuitse enFranse) kolonisten die zich vanaf1652 in deKaapkolonie vestigden. Afrikaners spreken voornamelijkAfrikaans, een dochtertaal en variant van hetNederlands uit de zeventiende en achttiende eeuw, met leenwoorden uit hetEngels,Maleis,Duits, en in mindere mate ookKhoi,San en ook uit enkeleBantoetalen. Ook veel kleurlingen zoals nakomelingen van deBasters,Griekwa enOrlam spreken Afrikaans. Omdat ze elkaars moedertaal niet verstonden werd het ook de taal van de overeenkomsten inZuidwest-Afrika tussen deHerero en deNama.
Met de termBoeren worden deVoortrekkers en hun nakomelingen bedoeld, die in de 19e eeuw deKaapkolonie verlieten om naar het noorden te trekken in deGrote Trek. Een Boer kan daarom een Afrikaner genoemd worden, maar niet andersom.
Om het onderscheid te maken met dieBoeren werd vooral in de 19e-eeuwse Britse historiografie het begrip'Cape Dutch' ofKaapse Nederlanders gebruikt om een welvarend, ontwikkeld deel van de Afrikanerbevolking van deKaapkolonie te beschrijven dat niet deelnam aan deGrote Trek of de daaropvolgende oprichting van deBoerenrepublieken.
Oorspronkelijk, tot in het begin van de 18e eeuw, had de termAfrikaner betrekking op autochtone slaven en 'vryswartes'. Vervolgens krijgt de term de betekenis van 'in Afrika geboren blanke' (ofwel 'vryburgers').[1]
De termBoeren heeft betrekking op een deel van de Afrikaners en dan vooral in historische zin. Het was de term die de Britse kolonisten in de 19e en 20e eeuw gebruikten voor de reeds in de kolonie gevestigde blanken.[2]
De Afrikaners maken ongeveer 60% uit van de ongeveer 5,2 miljoen overgebleven blanken van Zuid-Afrika. Het overige blanke bevolkingsdeel bestaat vooral uit afstammelingen van Britse kolonisten en spreekt Engels. De Engelse invloed wordt door sommige Afrikaans-sprekenden op een zeerpuristische manier geweerd. Anderzijds zijn er ook veel (vooral jonge) mensen van wie tot bijna een derde van hun woordenschat uit het Engels bestaat.
Samenstelling van de Afrikaans sprekende populatie
Het zijn niet alleen blanken die Afrikaans spreken. Nog net iets talrijker zijn de ongeveer 4 miljoen zogenaamdeKleurlingen van Zuid-Afrika, van wie ongeveer 80% eveneens Afrikaanssprekend is.[3] Overigens zijn de raciaal-blanke Afrikaners vaak nauw verwant aan Kleurlingen.
De grens tussen Afrikaners en Kleurlingen is niet scherp. In een studie van prof. J.A. Heese naar de afkomst van de Afrikaners tot 1807, die wordt aangehaald door Hermann Giliomee[4] komt deze tot de volgende verdeling van voorouders:
Nederlands: 36,8%
Duits: 35%
Frans: 14,6%
Niet-blank (met name Khoisan en Maleiers): 7,1%
De meeste Afrikaners zijn afstammelingen van de ongeveer 40.000 Afrikaners die in de 18e eeuw in de oude Kaapkolonie leefden als 'Vryburgers' van deVereenigde Oostindische Compagnie (VOC,1652-1795). Deze Afrikaners stammen ook in belangrijke mate af van de twintig oorspronkelijke kolonisten.Kenan Malik merkt hierover het volgende op:
De Afrikaners van Zuid-Afrika, vandaag een gemeenschap van 2,5 miljoen mensen, stammen hoofdzakelijk af van één boot vol Nederlandse kolonisten die in 1652 aankwam. Hoewel er latere immigratie was, toont de invloed van de vroege kolonisten zich in het feit dat bijna een miljoen Afrikaners tegenwoordig de achternamen van de slechts twintig oorspronkelijke kolonisten draagt. Op dat schip in 1652 bevond zich een man die het gen verantwoordelijk voorziekte van Huntington droeg. Het gevolg is dat tegenwoordig deze ziekte veel meer voorkomt onder Afrikaners dan bij Nederlanders.[5]
Latere immigranten waren blanke,protestantse landverhuizers ten tijde van het bestuur door de VOC en Britse kolonisten die zich in het daaropvolgende Britse koloniale bewind vestigden rondKaap de Goede Hoop (waar ze soms zijnverafrikaniseerd), maar vooral ook aan deOost-Kaap en inNatal.
Tussen 1830 en 1850 vestigden naar schatting 12.000 Boeren-pioniers (Voortrekkers) zich inNatal, deOranje Vrijstaat enTransvaal. Enerzijds was dit uit honger naar land en het verlichten van de druk door overbevolking in de Kaapstreek, anderzijds was dit om te ontkomen aan de greep van hetBritse bestuur dat een actieve verengelsing nastreefde en door belastingheffing zware lasten oplegde aan de Afrikaner boeren en diamantzoekers die op militante wijze hun vrijheden verdedigden.
Hoewel sommigehistorici menen dat deze migraties (laterGrote Trek genoemd) ontstonden uit onvrede bij de Boeren over de beperkingen die de Britse regering aanslavernij had gesteld, is het een feit dat deze migrerende boeren juist zelf geen slaven hielden, in tegenstelling tot de (gedeeltelijk verengelste) blanke Boeren die achterbleven in de Westelijke Kaapprovincie. De trekboeren namen echter wel zwarte en gekleurde bedienden met zich mee. 'Bedienden' of knechten stonden niet gelijk aan 'slaven'. Zwarte en gekleurde hulpen en kindermeisjes maakten deel uit van de brede cirkel van het Afrikanergezin en de familie. Het verhandelen van slaven speelde een minder grote rol bij de Boeren. Toch hadden de diverse (kort bestaande) republieken van de Voortrekkers rassenongelijkheid in hun grondwet gevestigd, volgens de in de19e eeuw heersende rassenopvattingen.
DeGrote Trek was voornamelijk een geval van het 'doorbreken van een dam', veroorzaakt door een groeiendebevolkingsdruk. De migratie was al meer dan dertig jaar daarvoor tot staan gekomen.
Daarvoor hadden sommige Boeren zich al over de Oranjerivier gewaagd. Hier kwamen ze in botsing met de naar het zuiden uitbreidendeZoeloes onder koningDingane. Ondanks het afsluiten van verdragen werd de leider van de Voortrekkers,Piet Retief, en de helft van zijn blanke volgelingen door de Zoeloes vermoord.
De Boeren stichtten onafhankelijke staten in wat later de Zuid-Afrikaanse republiekNatalia (nu provincie Kwazulu-Natal), en de voormalige provinciesTransvaal (nu onder meer de provincieGauteng) en deOranje Vrijstaat (nuVrijstaat) zouden worden. Het Engelse verlangen om hun koloniale macht uit te breiden over deze gebieden leidde tot de tweeBoerenoorlogen van1880-1881 en1899-1902 die eindigden met opname van deze gebieden in de Britse kolonie.
Tijdens de zgn.Maritz-rebellie in augustus 1914 kwamen de Afrikaners in opstand tegen de Britsgezinde regering van deUnie van Zuid-Afrika, opgericht in 1910. Aanleiding was het feit dat de Britten de Boeren dwongen een militaire rol te spelen in het overheersen van Duits-Zuidwest-Afrika, het huidigeNamibië.
Na het ontstaan van de Unie van Zuid-Afrika verbleekte het verschil tussen Britten en Afrikaners enigszins, maar de niet-blanke Zuid-Afrikaanse bevolking werd evenwel grotendeels uitgesloten van deelname aan het bestuur van het land. Dit zou later bekend worden onder de naamapartheid (in1948, grotendeels vormgegeven doorHendrik Verwoerd).
Pas met de officiële benoeming vanNelson Mandela als de eerste zwarte president vanZuid-Afrika in 1994 kwam er een einde aan deapartheidspolitiek. Er brak voor de bevolking van het land een nieuw tijdperk aan. Eendemocratie moest worden gevormd en bevolkingsgroepen die jarenlang tegen elkaar hadden gestreden dienden manieren te vinden om weer met elkaar te kunnen leven. Vooral voor het deel van de bevolking dat zich Afrikaners noemde en die jarenlang de macht hadden gehad, bracht de overgang belangrijke veranderingen met zich mee.[6] Zo ontstond er bijvoorbeeld de behoefte onder mensen om hun culturele Afrikaneridentiteit te herdefiniëren en kwam er een Afrikanerdiaspora op gang.
Tussen 1995 en 2005 verlieten 841.000blankenZuid-Afrika,[7] het merendeel daarvan Afrikaners, om hun geluk ergens anders te gaan beproeven. De meerderheid van deze Afrikaneremigranten koos ervoor om naar een Engelstalig land te vertrekken.[8]Australië, hetVerenigd Koninkrijk, deVerenigde Staten,Nieuw-Zeeland enCanada waren met name favoriet. Vooral het gemak om zich aan de taal en culturele gewoonten aan te kunnen passen was hierbij de grootste drijfveer. Ook ging men specifiek op zoek naar betere banen en carrièremogelijkheden in het buitenland. Er ontstond een blanke exodus van hoogopgeleide artsen, leraren, zakenlieden et cetera, die ook wel debrain drain wordt genoemd[9] en een fenomeen is dat vandaag de dag nog steeds voortduurt.
Na hun verlies in deTweede Boerenoorlog (1899-1902) was er ook al sprake van een bescheiden emigratiestroom onder de Afrikaners. Zo bestaat er nog altijd een kleine gemeenschap vanAfrikaner Argentijnen die zich na de oorlog in de provincieChubut vanArgentinië vestigden. Een andere kolonie in deMexicaanse staatChihuahua genaamdHacienda Humboldt was weinig succesvol.
Hun taal ten spijt, voelen de Afrikaners zich over het algemeen steeds minder verwant aanNederland ofBelgië, niet in de laatste plaats ten gevolge van de verwijdering die onderling is ontstaan ten tijde van deapartheid die door Nederland als een van de felste anti-apartheidsstaten werd bestreden op internationaal niveau. Sinds de afschaffing van de apartheid is er weer enige toenadering. Ten tijde van deBoerenoorlogen was er juist nog grote steun en bijna een heldenverering in Europa voor de als dapper beschouwde blanke Boeren-guerrillastrijders en hun families in de Britse concentratiekampen tijdens hun ongelijke strijd tegen de aanvallende Britse overmacht. Uit die periode, maar ook nog later, stammen de namen van vele straten en buurten in België en Nederland, bijvoorbeeld Afrikaanderplein,Bothastraat,Cronjéstraat,Krugerstraat,Transvaalstraat, Transvaalwijk,De la Reyweg, ofPaul Krugerlaan, en zelfs (zoals inAntwerpen,Arnhem,Breda,Dordrecht,Gouda,Leiden,Hengelo enDeventer) vernoemingen naarMarthinus Theunis Steyn enChristiaan de Wet.
Hermann Giliomee (2004):The Afrikaners - Biography of a People (Ook in het Afrikaans verkrijgbaar:Die Afrikaners - 'n biografie). University of Virginia Press, Virginia.ISBN 978-08-139-2237-9
H. Giliomee & B. Mbenga (2007):New History of South Africa. Tafelberg Publishers, Cape Town.ISBN 978-06-240-4359-1
B.J.H. de Graaff (1993):De mythe van de stamverwantschap: Nederland en de Afrikaners. Suid-Afrikaanse Instituut, Amsterdam.ISBN 978-90-741-1205-5
Willem de Klerk (2000):Afrikaners, Kroes, Kras, Kordaat. Human & Rousseau Ltd, Cape Town.ISBN 978-07-981-4013-3
Petrus Johannes van der Merwe,Ons Halfeeu in Angola (1880-1928), Johannesburg, Transvaal Wattelwerkers Koöperasie Beperk, 1951
↑De landdrost van Stellenbosch hoort in 1707 voor het eerst hoe een Europese jongeman zich erop beroept dat hij een echte 'Africaander' is en meer rechten heeft dan een nieuwe immigrant. Bron:Hendrik Biebouw, die eerste wit Afrikaner?,Nuwe Geskiedenis.
↑Zoals de Afrikaanse Wikipedia aangeeft:Daar word soms na blanke Afrikaners verwys as Boere, hoewel dit in enkele kringe 'n afbrekende benaming is omdat dit deur sommige mense met Apartheid geassosieer word. Die woord Boere is 'n verwysing na die feit dat die inwoners van die Boere-republieke uit die negentiende eeu hoofsaaklik landbouers was. Die meeste blanke Afrikaans-sprekendes is egter nie meer landbouers nie en woon in stede en dorpe, waar hul kultuur baie (veel) in gemeen het met dié van Engelssprekende blanke Suid-Afrikaners.