Aethomys Fossiel voorkomen: Laat-Mioceen tot heden | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
![]() | |||||||||||||||
Aethomys namaquensis | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Geslacht | |||||||||||||||
Aethomys Thomas, 1915 | |||||||||||||||
Typesoort | |||||||||||||||
Epimys hindeiThomas,1902 | |||||||||||||||
Afbeeldingen op![]() | |||||||||||||||
Aethomys op![]() | |||||||||||||||
|
Aethomys is eengeslacht vanknaagdieren uit demuizen en ratten van de Oude Wereld (Murinae) dat voorkomt in rotsachtige gebieden in zuidelijk en oostelijkAfrika. Volgens genetische gegevens is dit geslacht net nauwst verwant aanGrammomys andere Afrikaanse Murinae, hoewel het in oudere indelingen vaak alsondergeslacht vanRattus wordt gezien. Het geslachtMicaelamys werd vroeger als een ondergeslacht vanAethomys gezien. Er zijn fossielen bekend vanaf het Laat-Mioceen inNamibië,Zuid-Afrika enOost-Afrika. De Namibische fossielen horen bij de oudste Afrikaanse Murinae.[1]
Ze lijken oppervlakkig opechte ratten (Rattus), maar hebben in tegenstelling daarmee witte voeten en haren op de staart. Deze soorten hebben een zachte vacht waarvan de kleur zeer sterk varieert onder de verschillende vormen. De kop-romplengte bedraagt 12 tot 19 cm, de staartlengte 12 tot 21 cm en het gewicht 50 tot 150 gram. Ze eten fruit, zaden, wortels, noten en mogelijk wat insecten. Ze zijn 's nachts actief; overdag slapen ze in zelfgegraven holen, die meestal onder struiken of stenen verborgen zijn of zich in eentermietennesten bevinden. Ze klimmen ook in bomen als ze naar voedsel zoeken. De holen worden gedeeld door een familiegroep, die een paartje en hun kinderen omvat. De mannetjes zijn intolerant en agressief tegenover andere mannetjes.[2][3]
Er zijn negen soorten:[4]