DeSirion is een fictieverivier uitJ.R.R. TolkiensFantasy-boekdeSilmarillion. De Sirion, bijgenaamdDe Grote Rivier, stroomde van het noorden van het werelddeelBeleriand naar het zuiden.
DeEithel Sirion (Nederlands:Bronnen van de Sirion), ten oosten van deEred Wethrin, waar de Sirion ontsprong, was de plek waarFingolfin, de Hoge Koning van deNoldor deBarad Eithel (Nederlands:Toren van de bronnen) gebouwd had. Na deDagor Bragollach was de Barad Eithel een van de noordelijkste nog overgebleven forten die niet door deorks vanMorgoth waren overrompeld tot deNirnaeth Arnoediad, toen ook de laatste noordelijke streken voor deElfen en hun bondgenoten verloren waren gegaan.
De Sirion stroomt vanaf de bronnen naar het zuiden, om dan iets af te buigen naar het oosten. Nabij de zuidelijkste uitlopen van de Ered Wethrin stroomt vanuit het oosten de rivier deRivil, die daar ontspringt inDorthonion, in de Sirion bij de Moerassen van Serech. Zowel in deDagor-nuin-Giliath, de Dagor Bragollach en de Nirnaeth Arnoediad speelde dit moerasgebied een belangrijke rol in de vijandelijkheden, omdat het een strategische plaats is tussen deArd-galen en de nauwevallei tussen de Ered Wethrin en deEchoriath. Vanaf de moerassen buigt de rivier van het oosten af en stroomt naar lichtelijk naar het zuidwesten.
Het eilandTol Sirion was een eiland ongeveer halverwege de vallei van de Sirion. Op het eiland stond de torenMinas-Tirith (niet te verwarren met de laterehoofdstad vanGondor), een wachttoren van deNoldor. De toren was gebouwd doorFinrod Felagund om deorks uitAngband in het noorden tegen te houden. Lang hield de toren stand tegen de orklegers die na de derde slag vanBeleriand het land via de pas van de Sirion binnen wilden trekken Beleriand aan te vallen.
MaarSauron kwam, en nam de toren stormenderhand in op haar verdedigers. Sindsdien heette het eilandTol-in-Gaurhoth, het eiland van de weerwolven, want Sauron maakte van de Minas-Tirith een wachttoren voorMorgoth, om Angband te bewaken. Niemand kon door dat dal trekken zonder door Sauron te worden gezien, behalveBeren Erchamion enLúthien.
Vanaf Tol Sirion stroomt de Sirion verder door de vallei. Voorbij de vallei buigt de rivier weer af naar het oosten, stroomt ten oosten van het woudBrethil en ten westen vanDimbar enDoriath. Verschillende andere rivieren in Beleriand komen samen met de Sirion: deMindeb, deTeiglin, deEsgalduin en deAros voordat de rivier het betoverde moeras Aelin-uial bereikt.
DeAelin-uial (Nederlands:Schemermeren) lagen net ten zuiden van waar de Aros in de Sirion stroomt. De Aelin-Uial wordt gekenmerkt door meren en moerasland en lag ietwat ten zuiden vanDoriath, het rijk vanThingol enMelian. DeGordel van Melian reikte tot aan de randen van het gebied enUlmo's macht was duidelijk in de wateren.
ZowelTurgon alsFinrod werden hier door dezeValar benaderd om hun geheime vestingen, respectievelijkGondolin enNargothrond, te bouwen. Later zouHúrin, met deNauglamír op zak, hier gevonden worden door de Elfen van Doriath nadat hij in de ruïnes van NargothrondMîm had gedood.
Nog verder naar het zuiden lag deAndram, waar de Sirion met donderend geraas de diepte in dook. De rivier stroomde onder de Andram ondergronds en kwam de rivier onder debergen uit bij dePoorten van de Sirion en stroomt verder naar het zuiden tot aan deNan-tathren, waar deNarog vanuit het westen in de Sirion uitmondt. Dit gebied was bekend om zijn wilgenbossen en bloemenvelden van uitzonderlijke schoonheid. Het gebied speelde geen belangrijke rol, behalve als rustplaats van vluchtelingen die naar de mondingen van de Sirion trokken toen hun steden verwoest werden.
Uiteindelijk stroomde de rivier bij deEthir Sirion (Nederlands:Mondingen van de Sirion) bij deBaai van Balar in dezee. Aan het einde van deEerste Era, voor deOorlog van Gramschap, waren deHavens van de Sirion, die bij de mondingen lagen, de laatste vluchtplaats van vele elfen en mensen die andere gebieden van Beleriand waren ontvlucht.