Doordat de terrestrische planeten bij hunontstaan dicht bij de Zon stonden,verdampten de vluchtige stoffen grotendeels, en bleef er een steenachtig oppervlak over. Binnenin bestaan ze vooral uitmetaal ensteen ingesmolten vorm. Venus en Mars hebben eenatmosfeer die geheel uitkooldioxide bestaat. Mercurius heeft geen atmosfeer.
De planeten van het zonnestelsel die verder van dezon afstaan dan de planeet Mars, bestaan voor een groot deel uit degassenwaterstof enhelium, en heten daarom ook welgasreuzen, of, naar het voorbeeldJupiter, Joviaanse planeten. Deze gasreuzen hebben geen vast oppervlak. Volgens nieuwe inzichten wordenUranus enNeptunus niet langer tot de gasreuzen gerekend, maar aangeduid als deijsreuzen.
In januari 2006 werd er voor het eerst een aardseexoplaneet - een vaste planeet buiten het zonnestelsel, die om een anderester draait - ontdekt. Deze planeet kreeg de aanduidingOGLE-2005-BLG-390Lb. Relatief zware aardse planeten, van ongeveer 5 aardmassa's, heten ook welsuperaardes. Afhankelijk van de omstandigheden kunnen aardse exoplaneten een (relatief dunne)atmosfeer hebben.
Terrestrische planeten hebben ruwweg dezelfde structuur: een centrale kern van metaal, voornamelijkijzer, met een omringendemantel. De Maan lijkt hierop, maar deze heeft geen metalen kern. Aardse planeten hebben dezelfdegeomorfologie als de Aarde metravijnen,kraters,bergen envulkanen.
Ze beschikken vaak over een secundaireatmosfeer, een atmosfeer gevormd doorvulkanisme of door inslagen vankometen, in tegenstelling tot gasreuzen, die beschikken over een primaire atmosfeer. Een primaire atmosfeer vormt zich uit eenaccretieschijf, een secundaire atmosfeer niet. Deaardatmosfeer is een secundaire atmosfeer.
Het zonnestelsel van de Aarde kent vier terrestrische planeten: Mercurius, Venus, Aarde en Mars en een terrestrischedwergplaneet:Ceres.Hemellichamen zoals Pluto lijken op terrestrische planeten aangezien zij ook een vaste korst hebben, maar ze zijn samengesteld van ijzigere materialen (zieijsdwerg). Tijdens de formatie van het zonnestelsel waren er waarschijnlijk meerplanetesimalen, maar deze zijn samengegaan of verwoest.
De meerderheid van de planeten die tot nu toe buiten het zonnestelsel zijn ontdekt, zijn gasreuzen, waarschijnlijk omdat deze groter zijn en daardoor makkelijker te zien tijdens een observatie. Desalniettemin bevindt er zich een aantal planeten buiten het zonnestelsel die bekend zijn als terrestrische planeten, of zo worden beschouwd.
Aleksander Wolszczan ontdekte de eerste terrestrische planeet buiten het zonnestelsel. De drie planeten draaien in depulsarplaneetPSR B1257+12 met massa's van 0,02, 4,3 en 3,9 keer zoveel als de Aarde. Die zijn per ongeluk ontdekt: hun doortocht veroorzaakte storingen in de radio-uitzendingen van de pulsar (hadden ze niet rond een pulsar gewenteld, dan zouden ze niet zijn gevonden).Toen51 Pegasi b werd ontdekt, de eerste en enige buiten het zonnestelsel rond een fuserende ster gevonden planeet, namen veel astronomen aan dat het een gigantische terrestrische moest zijn. Er werd aangenomen dat gasreuzen niet zo dicht bij een ster konden bestaan, wat het geval was bij 51 Pegasi b. Metingen van de diameter van een gelijke extrasolaire planeet (Osiris, HD 209458 b) lieten zien dat dit wel degelijk gasreuzen waren.
In juni 2005 werd de eerste planeet gevonden die rond een fuserende ster draaide, waarvan bijna met zekerheid viel te zeggen dat het een terrestrische planeet was. Deze planeet draaide rond de dwergplaneetsterGliese 876, slechts 15lichtjaren van ons verwijderd. De planeet had een massa van vijf- à zevenmaal die van de aarde en deed er ongeveer 48 uur over om eenmaal rond zijn as te draaien.
In april 2007 kondigde een team van elf Europese wetenschappers de ontdekking van een extrasolaire planeet aan die mogelijk bewoonbaar is, met temperaturen vergelijkbaar met die op Aarde. De planeet was ontdekt door een telescoop van deEuropese Zuidelijke Sterrenwacht inLa Silla inChili. Daar hebben ze een speciaal instrument waarmee ze licht kunnen splitsen om oneffenheden in verschillende golflengtes te vinden. Deze oneffenheden kunnen het bestaan van andere werelden laten zien. Wat ze lieten zien, was het bestaan van een planeet die om de rode dwergsterGliese 581 cirkelt.Ongeveer tachtig procent van de sterren in de buurt van de Aarde zijn rode dwergen. De nieuwe planeet, genaamdGliese 581 c, is ongeveer vijf keer zo zwaar als de Aarde, waardoor hij als een superaarde geclassificeerd wordt. De ontdekkers weten niet zeker of het een stenen hemellichaam is, zoals de Aarde, of dat het een bevroren ijsbal is met vloeibaar water aan de oppervlakte. Als het een stenen planeet is, wat in tegenstrijd zou zijn met de huidige theorie, dan zou die een diameter hebben die ongeveer anderhalf keer zo groot is als die van onze planeet. Als het een ijsbal is, kan de diameter nog groter zijn.
In 2014 werd de planeetKepler-186f ontdekt door Elisa Quintana. Kepler-186f is de eerste aardse planeet die ontdekt is in debewoonbare zone rond een anderester. Deze ontdekking werd gedaan door deKepler ruimtetelescoop van deNASA. De planeet beweegt rondom een M-dwerg (ofrode dwerg).
Terrestrische hemellichamen, zoals de Aarde en de Maan, worden in deastrofysica en degeofysica voorgesteld als roterende druppels van viskeuzevloeistoffen die zich in eenhydrostatisch evenwicht bevinden. In het model bepalen de massa, dedichtheidρ en deviscositeitη de eigenschappen van het hemellichaam. Een roterende planeet neemt, net als een roterende vloeistofdruppel, de vorm aan van eenellipsoïde. Een bolvormige druppel wordt in eengetijdenveld vervormd zodat de bolsymmetrie van de druppel verloren gaat. De eigenschappen van de modelplaneet kunnen aangepast worden, bijvoorbeeld door het model op te bouwen uit een vaste kern met lagen vloeistoffen met verschillende eigenschappen, zoals in het model dat degetijdenversnelling van de Maan beschrijft.
(en)Faure, G. & Mensing, T.M.2007:Introduction to planetary Science and the Geological Perspective, Springer,ISBN 978-1-4020-5233-0.
(en)Matzner, R.A.2001:Dictionary of Geophysics, Astrophysics, and Astronomy,Basu, D. (ed.): Comprehensive Dictionary of Physics, London: CRC Press,ISBN 0-8493-2891-8.
(en)McFadden, L.-A.; Weissman, P.R. & Johnson, T.V.2007:Encyclopedia of the Solar System (2nd ed.), Elsevier,ISBN 0-12-088589-1.
(en)Mitton, J.2007:Cambridge Illustrated Dictionary of Astronomy, Cambridge University Press,ISBN 978-0-521-82364-7.
(en)Ridpath, I.1997:A Dictionary of Astronomy, Oxford University Press,ISBN 0-19-211596-0.