De geografie en verwante vakgebieden, zoals detopografie, worden gezamenlijk aangeduid als deruimtelijke wetenschappen. Geografie is te onderscheiden van deaardwetenschappen, de verzamelnaam voor allenatuurwetenschappen die de planeet Aarde bestuderen. Defysische geografie is zowel onderdeel van de aardrijkskunde als van de aardwetenschappen. Desociale geografie is eengammawetenschap.
'Aardrijkskunde' is een overkoepelende benaming voor twee, min of meer zelfstandige wetenschappen. Het onderscheid is dat tussen de bestudering vannatuurlijke verschijnselen in defysische geografie, en de studie vanculturele verschijnselen in desociale geografie.
Beide disciplines zoeken een verklaring voor de 'ruimtelijke verschijnselen aan het aardoppervlak', het formelekenobject van de aardrijkskunde. Specifieker behelst dit:
de vorm, en verspreiding van ruimtelijke verschijnselen ofpatronen,
Degeschiedenis van de aardrijkskunde in dewesterse traditie begon in hetoude Griekenland. De oude Grieken waren de eersten die systematische studies van het aardoppervlak publiceerden.Herodotus, omstreeks 485-425 v.Chr., geldt als de vader van degeschiedschrijving, maar wordt ook als de eerste geograaf beschouwd. Eratosthenes, 276-194 v.Chr., muntte de term Γεωγραφικά,Geōgraphiká, 'beschrijving van de aarde'. De aardrijkskunde was nog geen vakgebied op zich, maar aardrijkskundige beschrijvingen maakten deel uit van zowat alleliteraire genres. Vanwege de Griekse commerciële en militaire belangen was kennis van de zeeroutes en overzeese gebieden van groot belang. Naar hun mate van gedetailleerdheid, onderscheidt men de volgende genres:[1]
In devroege middeleeuwen raakte de Europese wetenschap, waaronder de geografie, op een laag pitje. Het waren Arabieren zoalsAl-Maqdisi (945-988) die de klassieke kaarten van Ptolemaeus uitbreidden, gebaseerd opveldwerk.Ibn Battuta beschreef een reis tot aan Beijing, enMuhammad al-Idrisi verbeterde de klassieke ideeën over het globaleklimaatsysteem. De bekendste Arabische geograaf uit deze periode isIbn Khaldun, die de opkomst enondergang van grotewereldrijken beschreef, incausaal-geografische termen. Het geografische werk van deze Arabieren bleef in het Westen grotendeels onvertaald tot de 19de eeuw.[2]
Europese ontdekkingsreizen: begin vroegmoderne periode
Aardrijkskunde als wetenschap van ruimtelijke patronen, beschrijft en verklaart de territoriale verspreiding en verscheidenheid vansociale enfysische verschijnselen. Het begrippatroon behelst de horizontale uitbreiding over hetaardoppervlak, met daarbinnen rangschikking, configuratie, verdeling en geleding.Patroon veronderstelt ook regelmaat, en regelmaat maakt het doen vanalgemene uitspraken mogelijk. Juist de moderne aardrijkskunde, met de grote belangstelling voor statistisch-mathematische benaderingen, houdt zich bezig met ruimtelijke patronen.
Aardrijkskunde, als wetenschap van ruimtelijkesystemen, betreft de beschrijving en verklaring van de samenhangen tussen sociale en/of fysische verschijnselen zoals:
Een systeem kan worden opgevat als een begrensdeverzameling elementen, met hun onderlingerelaties. Ruimtelijke systemen worden door geografen meestal aangeduid met de termregionaal systeem. De moderne regionale aardrijkskunde is sterk beïnvloed door hetsysteemdenken.
Systemen kunnen worden gezien als momentopnamen van ruimtelijke processen.Processen hebben te maken met veranderingen in verschijnselen, maar verschijnselen hoeven zelf niet louter ruimtelijk van aard te zijn. Dat neemt niet weg dat de moderne geografie bij uitstek procesgericht is, met een sterke aandacht voor de factortijd.
Geografie is een verzamelnaam van een grote groep van geografische vakwetenschappen, verdeeld over de fysische-geografische en de sociaal-geografische wetenschap.
Defysische geografie bestudeert ruimtelijke, fysische patronen en processen in degeosfeer. Als subdiscipline houdt debiogeografie zich specifieker bezig met de ruimtelijke patronen en processen in de levendenatuur.
Sociale geografie bestudeert de sociale verschijnselen van degeosfeer. Het betrekkelijk vage begripsociaal omvat de verschijnselen die samenhangen met, of voortvloeien uit, activiteiten van menselijke groepen. Strikt individuele verschijnselen vallen buiten het aandachtsveld van de sociale geografie.
De sociale geografie bestudeert vooral het sociale, door de mens gemaaktemilieu. Centraal staat de idee dat het menselijk handelen niet los gezien kan worden van tijd en ruimte, en dat daarom mens en samenleving steeds in hun specifieke context moeten worden beschouwd. Het gaat om de wijze waarop mensen voirtdurend hun leefomgeving aanpassen aan veranderende omstandigheden.
ZieCartografie voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Cartografie, oorspronkelijk de kunst van het tekenen vankaarten, is thans het geheel van technieken om ruimtelijke informatie aanschouwelijk voor te stellen. Zowel de fysische als de sociale geografie maakt veelvuldig gebruik van kaarten als onderzoeksmiddel en als communicatiekanaal voor onderzoeksresultaten. Niet-ruimtelijke informatie kan de vorm aannemen van toegevoegde teksten, cijfers, symbolen of kleuren.
Kleine, platte delen van het aardoppervlak, zoals het grondvlak van een huis, kunnen zonder noemenswaardige onnauwkeurigheid wordengeschaald tot het formaat van een vel papier of een scherm. De aardrijkskundige is meestal geïnteresseerd in grotere gehelen en moet dus gebruik maken van eenkaartprojectie.
Een geografisch informatiesysteem (GIS) is eeninformatiesysteem waarin minstens een deel van de opgeslagen informatie ruimtelijk of geografisch is van aard. Naast een groot aantal professionele toepassingen zijn geografische informatiesystemen een onderzoekshulpmiddel voor de geograaf omdat ze toelaten statistische informatie te koppelen aan ruimtelijke gegevens.
Geografische informatiesystemen hebben papieren kaarten in vrijwel alle werkdomeinen vervangen. Een bijzonderheid van dergelijke "elektronische" kaarten is dat ze geen eigen schaal meer hebben, omdat computerbeelden in principe onbeperkt kunnen worden uitvergroot; in plaats daarvan wordt denauwkeurigheid als belangrijkste kwaliteitsparameter van de ruimtelijke gegevens gehanteerd.
literatuur
De informatie in een vroege versie van dit artikel is gebaseerd op: AGJ Dietvorst,JA van Ginkel,AO Kouwenhoven,BC de Pater enWJ van den Bremen. Algemene Sociale Geografie, Ontwikkelingslijnen en standpunten, 1984. Romen/Weesp.ISBN 9789022889343.
voetnoten
↑Dueck, Daniela, "Geography in Classical Antiquity," Cambridge University Press 2012, hoofdstuk 1.
↑abHolt-Jensen, Arild, "Geography: History and Concepts," 5de uitgave, Sage Publications 2018.