Eencedille (inç enş, via Franscédille uit Spaanscedilla, verkleinwoord vanceta, de letter 'z') is eendiakritisch teken dat onder andere in de spelling van hetAlbanees, hetCatalaans, hetFrans, hetPortugees en hetTurks wordt gebruikt. De cedille is een haakje dat onder een medeklinker wordt geplaatst.
De cedille onder de z.
¸ ç ş
Van oorsprong was de cedille een z die achter de c werd geschreven. De z leek iets op een 3 (zie afbeelding). Deze z werd later onder de c gezet, waarbij deze het bovenste streepje verloor. In het Nederlands wordt de cedille gebruikt in leenwoorden zoals de zelfstandige naamwoordenfaçade enreçu, persoonsnamen zoalsFrançois en plaatsnamen zoalsCuraçao.
In het Frans, het Catalaans en het Portugees komt de cedille alleen voor onder een c die gevolgd wordt door een a, o of u, en geeft dan aan dat deze c niet als een k maar als een s moet worden uitgeproken.In het Roemeens komt hij ook onder de s voor, al heeft deze een andere functie. Voorbeelden uit het Frans zijn:
In het Turks wordt de cedille gebruikt onder de c en de s. De ç staat voor de [tsj] zoals inTsjechië (IPA: tʃ) en deş voor de [sj] insjouwen (IPA: ʃ). Een c zonder cedille geeft de klank [dzj] zoals injeans (IPA: ʤ) aan en de s zonder cedille de sisklank zoals die ook insissen voorkomt. In hetTurkse alfabet nemen ç en ş een eigen plaats in.