Tijdlijn 1944 – Tweede Wereldoorlog

Inleiding: 1944 was een beslissend keerpunt in deTweede Wereldoorlog. In juni openden de westerse geallieerden het langverwachte tweede front in Europa met de invasie in Normandië (D-Day), gevolgd door de snelle bevrijding vanFrankrijk en grote delen van België. In Italië veroverden de geallieerden Rome (de eerste As-hoofdstad die viel) en dreven zij de Duitse troepen langzaam naar het noorden. Ook lanceerden de geallieerden een ambitieuze luchtlandingsoperatie inNederland (Operatie Market Garden) om de oorlog te verkorten, maar deze mislukte en liet Noord-Nederland bezet achter.

Aan het oostfront boekte deSovjet-Unie enorme terreinwinst: het Rode Leger verdreef de Duitsers uit Oekraïne en Wit-Rusland, rukte op in de Balkan en stond eind 1944 aan de grens van Duitsland. De as-mogendheden wankelden; Finland, Roemenië en Bulgarije stapten dat jaar uit de alliantie metNazi-Duitsland. Hitler probeerde in december 1944 met een laatsteoffensief in de Ardennen het tij nog te keren, maar ditArdennenoffensief werd afgeslagen. Intussen werden de gruweldaden van het naziregime steeds duidelijker: geallieerde troepen bevrijdden hun eersteconcentratiekampen, en binnen Hitlers eigen militaire kringen kwam het tot een vergeefse aanslag op zijn leven (20 juli 1944). Zo luidde 1944 de eindfase van de oorlog in – met de definitieve overwinning van de geallieerden in zicht.

Januari 1944

  • 17 januari 1944: De geallieerden openen een offensief tegen de Duitse linies bij Cassino in Italië. Dit is de eerste aanval op het strategisch gelegen klooster Monte Cassino, onderdeel van de Duitse Gustav-linie die de opmars naar Rome belemmert.
  • 22 januari 1944: Britse en Amerikaanse troepen landen bij Anzio aan de westkust van Italië, ten zuiden van Rome. Deze verrassingslanding (Operatie Shingle) is bedoeld om de Duitse verdediging te omzeilen en de Italiaanse hoofdstad sneller te bevrijden, maar leidt tot een vastgelopen front; het geallieerde bruggenhoofd bij Anzio wordt maandenlang ingesloten.
  • 27 januari 1944: HetBeleg van Leningrad wordt na bijna 900 dagen doorbroken door het Sovjetleger. De uitgehongerde bevolking van Leningrad heeft enorm geleden sinds de Duitse omsingeling begon in1941; de ontzetting van de stad is een belangrijk Sovjet-succes en symboliseert de keerzijde van het front in het oosten.

Februari 1944

  • 15–18 februari 1944: Geallieerde bommenwerpers vernietigen het historische klooster Monte Cassino in Italië, in de overtuiging dat het door de Duitsers als observatiepost wordt gebruikt. De zware bombardementen op 15 februari veranderen het klooster in een ruïne; ironisch genoeg bieden de puinhopen de Duitse verdedigers een nog beter verdedigbaar bolwerk, waardoor de geallieerden nauwelijks terrein winnen.
  • 19 februari 1944: Duitse troepen lanceren een hevige tegenaanval op het geallieerde bruggenhoofd bij Anzio. Ondanks bittere gevechten weten de geallieerden stand te houden, maar zij breken niet uit; de patstelling bij Anzio duurt voort tot het late voorjaar van 1944.

Maart 1944

  • 4 maart 1944: Het Rode Leger start een offensief aan het Witrussische front, waardoor de Duitse troepen in Oost-Europa verder onder druk worden gezet. Diezelfde dag voeren geallieerde bommenwerpers de eerste grootschalige bombardementen bij daglicht op Berlijn uit – een duidelijk teken van het groeiende geallieerde luchtoverwicht.
  • 15 maart 1944: De geallieerden beginnen een tweede grote aanval om Monte Cassino te veroveren in Italië. Ondanks massale inzet van artillerie en infanterie blijft de Duitse verdediging op de kloosterheuvel aanvankelijk overeind, wat leidt tot een langdurige uitputtingsslag rond Cassino.
  • 18 maart 1944: Bij een zware Britse luchtaanval op Hamburg wordt in één nacht 3.000 ton aan bommen afgeworpen. Deze bombardementen op Duitse steden richten enorme schade aan en ondermijnen het moreel van de bevolking, maar kosten ook vele burgerslachtoffers.

April 1944

  • 8 april 1944: Sovjettroepen beginnen een offensief om het door Duitsland bezette Krim-schiereiland te bevrijden. Het Rode Leger rukt snel op richting Sebastopol, de belangrijkste haven op de Krim die sinds1942 in Duitse handen is.

Mei 1944

  • 9 mei 1944: De Sovjet-Unie herovert de havenstad Sebastopol op de Krim. Hiermee is het gehele Krim-schiereiland weer in geallieerde handen; Duitse en Roemeense troepen op de Krim lijden zware verliezen of worden krijgsgevangen gemaakt.
  • 11 mei 1944: De geallieerden openen in Italië een grootschalig offensief tegen de Gustav-linie, de Duitse verdedigingslinie ten zuiden van Rome. Deze aanval, Operatie Diadem, moet de impasse bij Monte Cassino doorbreken en de weg naar Rome vrijmaken.
  • 12 mei 1944: De laatste Duitse troepen op de Krim geven zich over aan het Rode Leger. Deze capitulatie maakt een einde aan de lange strijd om het schiereiland; de Zwarte Zee-regio is nu veiliggesteld voor de Sovjets.
  • 15 mei 1944: Na de val van Monte Cassino trekken Duitse troepen zich in Italië terug op een volgende verdedigingslijn, bekend als deAdolf Hitler-linie (later omgedoopt tot Senger-linie). De geallieerden hebben daarmee eindelijk de doorbraak in Centraal-Italië geforceerd en zetten de opmars richting noorden voort.
  • 25 mei 1944: Duitse troepen trekken zich terug uit de omgeving van Anzio. Na maanden van patstelling breken de geallieerden vanuit het Anzio-bruggenhoofd door en sluiten ze zich aan bij het hoofdleger in Italië, waardoor de weg naar Rome nu werkelijk open ligt.

Juni 1944

  • 4 juni 1944: Geallieerde troepen marcheren Rome binnen. Rome wordt hiermee bevrijd als eerste hoofdstad van de as-mogendheden; dit nieuws wordt echter al snel overschaduwd door de naderende invasie van Normandië.
  • 6 juni 1944:D-Day – de geallieerde landing in Normandië (Operatie Overlord). Op vijf invasiestranden in Frankrijk komen die ochtend tienduizenden soldaten aan land. Deze grootste amfibische invasie in de geschiedenis markeert het begin van de bevrijding van West-Europa van de nazi-bezetting.
  • 5–7 juni 1944:Operatie Tonga, de codenaam voor de Britse luchtlandingen in de nacht vóór D-Day, wordt uitgevoerd.Parachutisten en zweefvliegtuigen van de 6e Britse Luchtlandingsdivisie landen in de nacht van 5 op 6 juni achter de Duitse linies en veroveren strategische doelen in Normandië – waaronder Pegasus-brug bij Bénouville – om de flanken van de invasiestranden te beschermen.
  • 6–29 juni 1944:Slag om Cherbourg – in de weken na D-Day vechten Amerikaanse troepen om het Cotentin-schiereiland in Normandië te veroveren. Op 27 juni valt de belangrijke havenstad Cherbourg in Amerikaanse handen, wat de geallieerden ondanks zware Duitse tegenstand een broodnodige aanvoerhaven in Frankrijk oplevert (zij het ernstig beschadigd door de terugtrekkende Duitsers).
  • 6 juni – 20 juli 1944:Slag om Caen – een langdurige strijd om de Franse stad Caen, die oorspronkelijk al op D-Day ingenomen had moeten worden. Britse en Canadese legers stuiten rond Caen op zware Duitse tegenstand; pas op 9 juli wordt het grootste deel van de stad bevrijd en op 20 juli zijn ook de laatste buitenwijken onder geallieerde controle.
  • 8 juni 1944: In het dorpOradour-sur-Glane in bezet Frankrijk plegen SS-troepen een massamoord. Als vergeldingsactie voor verzetsactiviteiten worden 642 Franse dorpelingen door de SS geëxecuteerd en het dorp wordt vrijwel volledig in as gelegd – een van de gruwelijkste oorlogsmisdaden in West-Europa tijdens de oorlog.
  • 9 juni 1944: De Sovjet-Unie begint een grootschalig offensief tegen Finland op het Karelische front. Het Rode Leger breekt door de Finse linies en herovert later in juni de stad Viborg (Viipuri); deze druk dwingt Finland uiteindelijk enkele maanden later, in september 1944, tot een wapenstilstand met de Sovjets.
  • 13 juni 1944: De eerste DuitseV-1 ‘vliegende bom’ wordt afgevuurd op Londen. Deze onbemande projectielen, bedoeld als Vergeltungswapen, treffen in de weken daarna geregeld doelen in Zuid-Engeland en veroorzaken aanzienlijke schade en slachtoffers; het is het begin van een nieuwe fase van bombardementsterreur tegenGroot-Brittannië.
  • 22 juni 1944:Operatie Bagration – het grote Sovjet-zomeroffensief – gaat van start in Wit-Rusland, precies drie jaar na Hitlers invasie van de Sovjet-Unie. Het Rode Leger overrompelt de Duitse Legergroep Centrum en vernietigt in enkele weken tijd een groot deel van de Duitse troepen in Wit-Rusland. Dit offensief leidt tot de bevrijding van heel Wit-Rusland en delen van Polen, en geldt als een van de zwaarste nederlagen voor Duitsland in de hele oorlog.

Juli 1944

  • 3 juli 1944: In Normandië woedt de moeilijke “heggenoorlog” in het bocage-landschap: Amerikaanse troepen vechten zich veld voor veld een weg door de dichte heggen en smalle landweggetjes, wat de opmars vertraagt. Op dezelfde dag verovert het Rode Leger de stad Minsk, de hoofdstad van Wit-Rusland, waarmee de overwinning van Operatie Bagration verder wordt bezegeld en de Duitse troepen in het oosten in volledige terugtocht zijn.
  • 18 juli 1944: Amerikaanse troepen bereiken de zwaar bevochten stad Saint-Lô in Normandië. Saint-Lô ligt in het binnenland van Normandië en was door de Duitsers tot puin verdedigd; de val van Saint-Lô opent de weg voor een grootschalige geallieerde uitbraak uit de Normandische enclave.
  • 20 juli 1944: Mislukte aanslag op Adolf Hitler in zijn hoofdkwartierWolfsschanze (Oost-Pruisen), bekend als het complot van 20 juli. Hooggeplaatste Duitse officieren – onder wie kolonelClaus von Stauffenberg – proberen Hitler te doden met een bom om een staatsgreep tegen het nazi-regime te beginnen. Hitler overleeft de aanslag met lichte verwondingen; als represaille laat hij duizenden vermeende tegenstanders arresteren en executeren, wat het Duitse verzet ernstig verzwakt.
  • 22 juli 1944: In Bretton Woods (New Hampshire, VS) bereiken 44 geallieerde landen een akkoord over een nieuw internationaal monetair systeem. Dit akkoord – het Bretton Woods-stelsel – legt de basis voor naoorlogse financiële instellingen als het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en de Wereldbank en markeert de voorbereiding van de geallieerden op de economische orde na de oorlog.
  • 24 juli 1944: Sovjettroepen bevrijden het concentratiekamp Majdanek bij Lublin in Polen – het eerste grote nazi-concentratiekamp dat door geallieerden wordt bevrijd. De bevrijders treffen er gruwelijk bewijs van massamoord aan (onder andere gaskamers en crematoria); deze ontdekking geeft de wereld voor het eerst zicht op de omvang van deHolocaust.
  • 25–27 juli 1944:Operatie Spring – een Canadees offensief in Normandië ter ondersteuning van de geallieerde doorbraak. Het 2e Canadese Legerkorps probeert de Verrières-hoogte (ten zuiden van Caen) op de Duitsers te veroveren om druk te zetten op de vijand, terwijl tegelijkertijd in het westenOperatie Cobra van start gaat. Hoewel de Canadezen zware verliezen lijden tegen goed ingegraven Duitse troepen, helpt de operatie om Duitse reserves af te leiden van het Amerikaanse front.
  • 25–30 juli 1944:Operatie Cobra – het grote Amerikaanse offensief om uit de Normandische kustbruggenhoofden uit te breken. Na een massaal luchtbombardement op 25 juli bij Saint-Lô doorbreekt het Amerikaanse 1e Leger de Duitse linies. Tegen het einde van juli rukken de Amerikanen snel op: zij bevrijden grote delen van Bretagne in het westen en trekken in zuidoostelijke richting Frankrijk in. Het Duitse front in Normandië stort in, waarmee de weg naar Parijs en Noord-Frankrijk open komt te liggen.
  • 28 juli 1944: Het Rode Leger neemt de stadBrest-Litovsk (Brest) in, op de grens van Polen en Wit-Rusland. Deze verovering illustreert de voortdurende Sovjet-opmars in Oost-Europa. Op dezelfde dag bevrijden Amerikaanse troepen de Franse stad Coutances tijdens hun opmars door Normandië – onderdeel van de successen behaald dankzij Operatie Cobra.

Augustus 1944

  • 1 augustus 1944: In het door Duitsland bezette Warschau begint het Poolse Thuisleger (Armia Krajowa) een grote opstand tegen de nazi-bezetter. De Poolse verzetsstrijders hopen hun hoofdstad te bevrijden voordat het Sovjetleger arriveert. Tegelijkertijd breken Amerikaanse troepen in Normandië door naar Avranches, waarmee ze de zuidpunt van het Cotentin-schiereiland bereiken en de weg openen naar Bretagne en het zuiden van Frankrijk.
  • 4 augustus 1944: In Amsterdam wordt Anne Frank samen met haar familie door de DuitseGestapo gearresteerd, nadat ze meer dan twee jaar ondergedoken hebben gezeten in het Achterhuis. Anne Frank zal later wereldberoemd worden door het dagboek dat ze tijdens haar onderduikperiode schreef – een uniek getuigenis van het Joodse leven in bezettingstijd.
  • 7 augustus 1944: De Duitsers beginnen een grote tegenaanval bij Avranches in Normandië (Operatie Lüttich). Ze proberen de doorgebroken Amerikaanse troepen af te snijden en de geallieerde opmars te stoppen door de corridor bij Avranches te sluiten. Enkele dagen lang woedt een hevige tankslag rond Mortain, maar dankzij geallieerde luchtsteun en hardnekkige verdediging wordt de Duitse aanval afgeslagen.
  • 8–9 augustus 1944:Operatie Totalize – een offensief van Canadese en Britse troepen ten zuiden van Caen. De geallieerden zetten ’s nachts een gecombineerde aanval in met infanterie, tanks en bommenwerpers om door de Duitse verdedigingslinie richtingFalaise te breken. Er wordt terrein gewonnen ten koste van zware verliezen, maar de Duitse linies worden niet volledig doorbroken; de weg naarFalaise blijft nog gedeeltelijk versperd.
  • 15 augustus 1944: Start vanOperatie Dragoon, de geallieerde invasie van Zuid-Frankrijk. Amerikaanse, Britse en Vrije Franse troepen landen aan de Côte d’Azur (Provence) en bevrijden in de weken daarna snel de belangrijke havensteden Toulon en Marseille. De Duitse legers in Zuid-Frankrijk trekken zich hals over kop terug richting noorden, waardoor vrijwel heel zuidelijk en centraal Frankrijk eind augustus bevrijd is.
  • 19 augustus 1944: In Parijs komt de lokale Franse verzetsbeweging (FFI) in opstand tegen de Duitse bezetter. Er breken gevechten uit in de straten van de hoofdstad; het Franse verzet bezet strategische gebouwen en probeert de Duitsers uit te schakelen of tot overgave te dwingen, in afwachting van de nadering van de geallieerde legers.
  • 19–20 augustus 1944: Het Rode Leger opent een groot offensief op de Balkan met een aanval op Roemenië (tweede Jassy-Kishinev-offensief). De Sovjets doorbreken de Roemeense en Duitse linies; binnen enkele dagen leidt dit tot de ineenstorting van de as-gelederen in Roemenië. Op 23 augustus pleegt koning Michaël I van Roemenië een coup en sluit Roemenië zich bij de geallieerden aan, waarna Sovjettroepen op 31 augustus ongehinderd Boekarest kunnen binnenmarcheren.
  • 20 augustus 1944: De geallieerden omsingelen de overgebleven Duitse troepen in Normandië in de zogenoemdeZak van Falaise. Amerikaanse, Canadese en Poolse troepen sluiten ten zuiden van Falaise (Frankrijk) de ring rond tienduizenden Duitsers. In de dagen erna wordt een groot deel van deze troepenmacht vernietigd of gevangen genomen, al weten enkele Duitse eenheden via een smalle ontsnappingsroute te ontkomen. De Slag om Normandië nadert hiermee haar einde.
  • 25 augustus 1944:Bevrijding van Parijs. Franse Vrije troepen onder generaal PhilippeLeclerc, gesteund door Amerikaanse eenheden, trekken Parijs binnen. Na enkele dagen van straatgevechten en de overgave van de Duitse garnizoenscommandant is de Franse hoofdstad bevrijd van vier jaar Duitse bezetting. Parijzenaars vieren massaal feest op straat; de bevrijding van Parijs heeft grote symbolische waarde en laat de wereld zien dat de nazi’s uit West-Europa verdreven worden.
  • 29 augustus 1944: In Slowakije begint een nationale opstand tegen het door nazi-Duitsland gedomineerde marionettenregime. Slowaakse verzetsstrijders en delen van het Slowaakse leger nemen het op tegen de Duitse bezettingsmacht in een poging het land te bevrijden. De opstand wordt uiteindelijk in oktober door de Duitsers neergeslagen, maar is een belangrijk teken van groeiend verzet binnen Hitlers invloedssfeer.
  • 31 augustus 1944: Sovjettroepen nemen Boekarest in, de hoofdstad van Roemenië. Roemenië heeft zich inmiddels van Duitsland afgekeerd, waardoor de Duitse troepen in Roemenië geïsoleerd raken. De val van Boekarest versnelt de aftocht van Duitse eenheden van de Balkan en maakt de weg vrij voor de Sovjet-bevrijding van de rest van Zuidoost-Europa.

September 1944

  • 1–4 september 1944: De geallieerden zetten hun snelle opmars in West-Europa voort. In de eerste dagen van september worden uiteenlopende steden en gebieden bevrijd: zo bevrijden Canadese troepen bijvoorbeeld de Franse havens van Dieppe en Boulogne, Britse troepen nemen Brussel en Antwerpen in (op 3 en 4 september) en Pattons Amerikaanse troepen veroveren Reims en Verdun. Deze spectaculaire vooruitgang leidt tot optimisme dat de oorlog misschien nog in 1944 beëindigd kan worden.
  • 4 september 1944: Finland en de Sovjet-Unie komen een wapenstilstand overeen. Na de zware Sovjet-aanvallen in juni (waaronder de val van Viborg) heeft Finland besloten zich uit de oorlog tegen de Sovjets terug te trekken. Het staakt-het-vuren markeert het einde van de Finse deelname aan de oorlog; Duitse troepen in Finland worden gedwongen zich terug te trekken richting Noorwegen.
  • 5 september 1944:Dolle Dinsdag – in Nederland ontstaat massale chaos door geruchten dat de bevrijding elk moment zal plaatsvinden. Na het nieuws van de snelle geallieerde opmars in België geloven velen dat de intocht in Nederland op handen is. Duizenden Duitsers en Nederlandse collaborateurs vluchten halsoverkop of gaan in paniek in dekking, terwijl de bevolking feest viert op straat. De geallieerde troepen houden echter halt bij de Nederlandse grens, waardoor de bevrijding van Nederland nog niet gerealiseerd wordt en de euforie voorbarig blijkt.
  • 13 september 1944: Amerikaanse troepen bereiken deSiegfriedlinie (Westwall) aan de westgrens van Duitsland. De eerste Amerikaanse patrouilles steken bij Aken de Duitse grens over en staan nu tegenover de dikke betonnen bunkers en tankversperringen van Hitlers verdedigingslinie. Dit is het begin van de geallieerde opmars op Duits grondgebied zelf.
  • 17 september 1944:Operatie Market Garden begint – de grootste geallieerde luchtlandingsoperatie van de oorlog, gericht op Nederland. Die ochtend en middag landen duizenden Britse, Amerikaanse en Poolse parachutisten bij Eindhoven, Nijmegen en Arnhem om strategische bruggen over de Maas, Waal en Rijn te veroveren. Tegelijk roept Radio Oranje het personeel van de Nederlandse Spoorwegen op tot een algemenespoorwegstaking om Duitse troepentransporten te verstoren. Deze staking zal tot het einde van de bezetting duren en draagt bij aan ernstige voedseltekorten (deHongerwinter) in West-Nederland.
  • 19 september – 16 december 1944:Slag om het Hürtgenwald – een langdurige en uitputtende strijd in het dichtbeboste Hürtgenwald net over de Duitse grens. Amerikaanse troepen proberen in dit bosgebied ten zuiden van Aken door te breken richting de Rijn, om zo een flank te beveiligen voor een toekomstige opmars in de Rijnland. De Duitsers bieden verbeten weerstand in het moeilijke terrein. De gevechten duren drie maanden en kosten tienduizenden slachtoffers aan beide zijden, zonder dat de Amerikanen een doorbraak forceren.
  • 25 september 1944: Operatie Market Garden wordt gestaakt en eindigt in een nederlaag voor de geallieerden. Bij Arnhem weten de Britse parachutisten de Rijnbrug niet te behouden; na negen dagen vechten moeten de overlevenden zich terugtrekken. De geallieerden slagen er daardoor niet in de Rijn in Nederland over te steken. Noord-Nederland blijft bezet en krijgt te maken met een strenge bezettingswinter.
  • 26 september 1944: Het Rode Leger bezet Estland volledig, waarmee ook dit Baltische land van de Duitse bezetting is bevrijd. Duitse troepen evacueren Tallinn, de hoofdstad van Estland, en trekken zich terug naar het westen; de Sovjets controleren nu de hele Baltische kust tot aan de grens van Oost-Pruisen.

Oktober 1944

  • 2 oktober 1944: De Warschau-opstand eindigt met de overgave van het uitgeputte Poolse Thuisleger aan de Duitsers. Na 63 dagen van hevige en heroïsche strijd, zonder effectieve hulp van het nabijgelegen Rode Leger, wordt de opstand bloedig neergeslagen. De Duitsers nemen wraak door systematisch grote delen van Warschau te verwoesten en de overgebleven bevolking te deporteren.
  • 9–10 oktober 1944: Sovjet-troepen veroveren Riga, de hoofdstad van Letland. Daarmee komt ook een eind aan de Duitse bezetting van Letland; de overgebleven Duitse troepen in de Baltische regio trekken zich terug in de Koerland-pocket, waar zij geïsoleerd raken.
  • 14 oktober 1944: Athene wordt bevrijd door geallieerde troepen nadat de Duitse bezetter zich haastig heeft teruggetrokken uit Griekenland. De Griekse hoofdstad is na drieënhalf jaar bezetting weer vrij. Op dezelfde dag pleegt de Duitse veldmaarschalkErwin Rommel zelfmoord, gedwongen door het nazi-regime dat hem verdenkt van medeplichtigheid aan de aanslag op Hitler van 20 juli. Rommel – een van Duitslands bekendste generaals – krijgt van Hitler de keuze tussen een oneervolle rechtszaak of zelfdoding; hij kiest voor het laatste.
  • 21 oktober 1944: De Duitse stad Aken (Aachen) capituleert voor de geallieerden. Na weken van strijd, waarbij Aken zwaar werd beschadigd, geven de laatste Duitse verdedigers zich massaal over. Aken is de eerste grote Duitse stad die in geallieerde handen valt, wat een belangrijk psychologisch keerpunt is: de oorlog bevindt zich nu op Duits grondgebied en de Duitse bevolking krijgt het conflict direct te voelen.
  • 30 oktober 1944: In Auschwitz worden voor het laatst gevangenen omgebracht in de gaskamers. Rond deze datum staakt de SS het systematisch vergassen van Joden en andere gevangenen, mede vanwege de oprukkende Sovjetlegers en pogingen van de nazi’s om de sporen van de massamoord visueel uit te wissen. Auschwitz blijft nog in bedrijf als werkkamp, maar het einde van de industriële vernietiging in het kamp is een feit.

November 1944

  • 20 november 1944: Franse troepen forceren een doorbraak via de Belfort-kloof (een lage corridor tussen de Vogezen en de Jura) en bereiken de Rijnvallei. Door deze operatie kunnen de Fransen via deze relatief open route oprukken richting de Rijn en naderen ze de Duits-Franse grens in de Elzas.
  • 24 november 1944: Franse eenheden bevrijden de stad Straatsburg in de Elzas. De 2e Franse Pantserdivisie van generaal Leclerc trekt de historische stad binnen en verdrijft de laatste Duitse tegenstand. Met de inname van Straatsburg is vrijwel heel Frankrijk bevrijd en hebben de geallieerden de Rijn op meerdere plaatsen bereikt.

December 1944

  • 4 december 1944: In het pas bevrijde Griekenland breekt een interne machtsstrijd uit tussen communistische partizanen en de pro-westerse regering. In Athene komen de voormalige verzetsgroepen (ELAS) in opstand tegen de door de Britten gesteunde regering, wat het begin markeert van de Griekse Burgeroorlog. De Britten grijpen militair in en stellen Athene onder de staat van beleg om orde te herstellen.
  • 16 december 1944: Duitsland lanceert een grootschalig verrassingsoffensief in de Ardennen, bekend als hetArdennenoffensief (Battle of the Bulge). Bij dageraad vallen Duitse troepen onder dekking van dichte mist de dun bezette Amerikaanse linies in de Belgische Ardennen aan, met als doel de geallieerden te verrassen, de frontlijn te doorbreken en door te stoten naar Antwerpen. Het offensief overrompelt aanvankelijk de Amerikanen: verscheidene eenheden worden omsingeld of op de vlucht gejaagd, en er ontstaat een diepe uitstulping (‘bulge’) in het front.
  • 17 december 1944: In Malmedy (België) voltrekt zich een gruwelijk incident wanneer SS-troepen ongeveer 80 Amerikaanse krijgsgevangenen executeren. Ditbloedbad van Malmedy raakt snel bekend onder de geallieerden en versterkt hun vastberadenheid om niet op te geven; voor veel soldaten wordt het een extra motivatie om door te vechten gezien de meedogenloosheid van de vijand.
  • 26 december 1944: Amerikaanse troepen onder leiding van generaalGeorge S. Patton bevrijden de belegerde stad Bastenaken (Bastogne) in België. De 101e Luchtlandingsdivisie en andere geallieerde eenheden hadden daar dagenlang omsingeld standgehouden tegen de Duitse aanval. Pattons Third Army breekt nu door de Duitse linies heen en ontzet de verdedigers, waarmee het keerpunt in de Slag om de Ardennen is bereikt.
  • 27 december 1944: Het Rode Leger omsingelt Boedapest, de hoofdstad van Hongarije, en begint een beleg van de stad. Duitse en Hongaarse troepen komen vast te zitten binnen Boedapest. De belegering zal nog tot februari1945 duren, maar het begin van het beleg tekent reeds de definitieve neergang van de as-mogendheden in Zuidoost-Europa.