Movatterモバイル変換


[0]ホーム

URL:


Jump to content
WiktionaryThe Free Dictionary
Search

neerleggen

From Wiktionary, the free dictionary

Dutch

[edit]

Etymology

[edit]

Fromneer +‎leggen.

Pronunciation

[edit]

Verb

[edit]

neerleggen

  1. tolaydown
  2. (reflexive, +bij) toresign oneself (to)
    Synonym:berusten (in)
    Al vroeg in de wedstrijd leek de voormalige kampioenzich tehebben neergelegd bij de nederlaag.
    Early on the match the former champion seemed tohave resigned himself/herself to defeat.

Conjugation

[edit]
Conjugation ofneerleggen (weak, separable)
infinitiveneerleggen
past singularlegde neer
past participleneergelegd
infinitiveneerleggen
gerundneerleggenn
main clausesubordinate clause
present tensepast tensepresent tensepast tense
1st person singularleg neerlegde neerneerlegneerlegde
2nd person sing. (jij)legt neer,leg neer2legde neerneerlegtneerlegde
2nd person sing. (u)legt neerlegde neerneerlegtneerlegde
2nd person sing. (gij)legt neerlegde neerneerlegtneerlegde
3rd person singularlegt neerlegde neerneerlegtneerlegde
pluralleggen neerlegden neerneerleggenneerlegden
subjunctive sing.1legge neerlegde neerneerleggeneerlegde
subjunctive plur.1leggen neerlegden neerneerleggenneerlegden
imperative sing.leg neer
imperative plur.1legt neer
participlesneerleggendneergelegd
1)Archaic.2) In case ofinversion.

Descendants

[edit]

Anagrams

[edit]
Retrieved from "https://en.wiktionary.org/w/index.php?title=neerleggen&oldid=81685473"
Categories:
Hidden categories:

[8]ページ先頭

©2009-2025 Movatter.jp