Fromaangeven +-er.
- IPA(key): /ˈaːnˌɣeː.vər/
- Hyphenation:aan‧ge‧ver
aangever m (pluralaangevers,diminutiveaangevertje n,feminineaangeefster)
- informant
- De politie vertrouwde op deaangever voor cruciale informatie. ―The police relied on theinformant for crucial information.
- Zonder deaangever zouden ze de crimineel nooit hebben gevangen. ―Without theinformant, they would never have caught the criminal.
- Deaangeefster werd beschermd om haar veiligheid te waarborgen. ―The femaleinformant was protected to ensure her safety.
- declarant(person submitting a/the declaration)
- Deaangever diende zijn documenten in bij de douane. ―Thedeclarant submitted his documents to customs.
- Elkeaangever moet zijn identiteit verifiëren voor het indienen. ―Eachdeclarant must verify their identity before submitting.
- Deaangeefster had alle vereiste formulieren klaar voor inspectie. ―The femaledeclarant had all the required forms ready for inspection.
- one whohands something to someone, one whopasses something on
- (comedy)stooge,straight man
- betrayer