Voorbeeldzoekerx
(typ in het invoerveld om het voorbeeld te wijzigen)
zoek dit voorbeeld in:
ANS

Woordenboeken

  • INT (500 AD - heden)
  • Etymologiebank
  • Woordenlijst.org

Corpora en lexica

  • Corpus Hedendaags NederlandsClarin login
  • GrETEL (CGN, Lassy)
  • SoNarClarin login
  • Delpher
  • CelexClarin login

Overige bronnen

  • Taalportaal
  • DBNL
  • Taaladvies.net
  • Wikipedia
  • Google
1.1.4 Allofonische processen
Fonemen zijn onderhevig aanallofonische variatie. Ze worden soms op verschillende manieren gerealiseerd, afhankelijk van desegmentele enprosodische context waarin het foneem verschijnt.
Er zijn daarnaast ook taalexterne factoren die variatie in de uitspraak van fonemen teweegbrengen. Zo zal er bij een snelle en informele spreekstijl doorgaans meer van de canonieke vorm van fonemen worden afgeweken, bijvoorbeeld doordat men minder articulatorische inspanning doet. Ook zijn er verschillen in de uitspraak van de Nederlandse fonemen naargelang van de regio waaruit men afkomstig is.
Allofonische variatie valt binnen het domein van defonologie, want de variatie hangt samen met taalsystematische verschillen.
Een voorbeeld van een allofonisch proces ispalatalisatie: in het Nederlands wordencoronaleobstruenten ennasalen qua plaats van articulatie aangepast aan een erop volgende /j/. We horen dit bijvoorbeeld intasjetɑsjə uitgesproken alstɑʃjə oftɑʃə, waar dealveolaires vervangen wordt door depost-alveolaire allofoonʃ. Palatalisatie is een allofonisch proces met een duidelijke inbedding in de fonologie: er zijn duidelijk identificeerbare klassen van medeklinkers die palatalisatie ondergaan (nl. coronale obstruenten en nasalen) en duidelijk identificeerbare uitlokkers die het proces van palatalisatie conditioneren (nl. een /j/ volgend op de medeklinker).
Sommige klankverschillen hebben niet te maken met het taalsysteem. Zo hebben klinkers invloed op de aangrenzende medeklinkers. Eenvelaire medeklinker volgend op eeni zal bijvoorbeeld meer naar voren gearticuleerd worden dan diezelfde medeklinker volgend op eenu. Deze verschillen hebben te maken met de traagheid van de spraakorganen en dit effect wordtcoarticulatie genoemd.
Neijt (1991: 19).
Taalgebruikers zijn zich van deze verschillen meestal niet bewust en daarom komen ze verder niet aan de orde in dit hoofdstuk.
Soms is de grens tussen allofonische variatie en verschijnselen van coarticulatie niet erg scherp. Zo is de meergesloten uitspraak vanɔ voor nasale medeklinkers (zoals te zien in hetverschil in de uitspraak van deɔ tussendomdʊm endopdɔp) een voorbeeld van allofonische variatie. Sommige sprekers hebben echter ook een geslotenerɔ voor andere medeklinkers, wat eerder een kwestie is van coarticulatie en individuele variatie.
Zie Schouten (1981).
Literatuur
    Interessante links
    ANS
      Taaladvies
        Dagenta
          Taalportaal
            Versiegeschiedenis
            versieredacteur(en)datumopmerkingen
            3.0Kathy Rysnovember 2020
            2.1januari 2019Automatische conversie van ANS 2.0
            2.0W. Haeseryn, K. Romijn, G. Geerts, J. de Rooij, M.C. van den Toorn1997hoofdstuk 1,../../data/archief/ans2/e-ans/01/body.html;
            Interessante links